13 Klein verlet
Paritair (sub-)Comité nr.:
302.00.00-00.00
Bijwerking: 04/03/2016
Geldig vanaf: 01/07/1958
Geldig tot: 31/12/2015
Wij geven U hierna de regels inzake klein verlet van toepassing op de werknemers van het hotelbedrijf. Het gaat om de interprofessionele reglementering voorzien in een koninklijk besluit van 28 augustus 1963 gewijzigd door de koninklijke besluiten van 22 maart 1999 (BS 02/04/1999) en 9 januari 2000 (BS 02/02/2000), aangevuld evenwel met een beslissing gesloten in het Nationaal Paritair Comité voor het hotelbedrijf op 6 februari 1958 betreffende de toekenning van loon voor sommige dagen waarop er wegens familiale omstandigheden verlet werd. Deze beslissing werd algemeen verbindend verklaard door een koninklijk besluit van 30 april 1958 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 1 juli 1958. Zij is in werking getreden op 1 juli 1958.
Volgens de beslissing van 6 februari 1958:
- kan de arbeider die tegen fooien volledig of hoofdzakelijk wordt betaald aanspraak maken op de betaling van een loon dat overeenstemt met het forfaitair dagelijkse loon dat voor de toepassing van de wetgeving op de maatschappelijke zekerheid in aanmerking wordt genomen;
- moet het verlet gerechtvaardigd worden en moet de verwittiging van de werkgever binnen een redelijke termijn plaatsvinden behalve in geval van overmacht.
De werknemer heeft het recht, met behoud van zijn normaal loon, ter gelegenheid van de familiegebeurtenissen en voor de vervulling van de staatsburgerlijke verplichtingen of van de burgerlijke opdrachten welke hierna zijn opgesomd, van het werk afwezig te blijven voor een als volgt bepaalde duur:
|
Redenen van de afwezigheid |
Duur van de afwezigheid |
|
|
|
1. |
Huwelijk van de werknemer |
Twee dagen door de werknemer te kiezen tijdens de week waarin de gebeurtenis plaatsgrijpt of tijdens de daaropvolgende week |
2. |
Huwelijk van een kind (*) van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e) (***) |
Een dag |
3. |
Huwelijk van een broer, zuster, schoonbroer, schoonzuster, van de vader, moeder, schoonvader, stiefvader, schoonmoeder, stiefmoeder, van een kleinkind van de werknemer |
De dag van het huwelijk |
4. |
Priesterwijding of kloostergeloften van een kind (*) van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e) (***) |
Een dag |
5. |
Priesterwijding of intrede in het klooster van een broer, zuster, schoonbroer of schoonzuster van de werknemer |
De dag van de plechtigheid |
6. |
Geboorte van een kind van de werknemer zo de afstamming van dit kind langs vaderszijde vaststaat |
Drie dagen door de werknemer te kiezen tijdens de twaalf dagen te rekenen vanaf de dag van de bevalling |
7. |
Overlijden van de echtgenoot of echtgenote (***), van een kind (*) van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e) (***), van de vader, moeder, schoonvader, stiefvader, schoonmoeder of stiefmoeder van de werknemer |
Drie dagen door de werknemer te kiezen tijdens de periode welke begint met de dag van het overlijden en eindigt met de dag van de begrafenis |
8. |
Overlijden van een broer, zuster, schoonbroer, schoonzuster, van de grootvader, de grootmoeder, van een kleinkind, van een overgrootvader, een overgrootmoeder, van een achterkleinkind, schoonzoon of schoondochter die bij de werknemer inwoont (**) (***) |
Twee dagen door de werknemer te kiezen in de periode welke begint met de dag van het overlijden en eindigt met de dag van de begrafenis |
9. |
Overlijden van een broer, zuster, schoonbroer, schoonzuster, van de grootvader, de grootmoeder, van een kleinkind, van een overgrootvader, een overgrootmoeder, van een achterkleinkind, schoonzoon of schoondochter die niet bij de werknemer inwoont (**) (***) |
De dag van de begrafenis |
10. |
Plechtige communie van een kind (*) van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e) (***) |
De dag van de plechtigheid of de gewone activiteitsdag welke de gebeurtenis onmiddellijk voorafgaat of volgt, wanneer deze samenvalt met een zondag, een feestdag of een gewone inactiviteitsdag |
11. |
Deelneming van een kind (*) van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e) (***) aan het feest van de “vrijzinnige jeugd” daar waar dit feest plaatsheeft |
De dag van het feest of de gewone activiteitsdag welke de gebeurtenis onmiddellijk voorafgaat of volgt wanneer deze samenvalt met een zondag, een feestdag of een gewone inactiviteitsdag |
12. |
Verblijf van de dienstplichtige werknemer in een recruterings- en selectiecentrum of in een militair hospitaal ten gevolge van zijn verblijf in een recruterings- en selectiecentrum |
De nodige tijd met een maximum van drie dagen |
13. |
Verblijf van de werknemer-gewetensbezwaarde op de Administratieve Gezondheidsdienst of in één van de verplegingsinrichtingen, die overeenkomstig de wetgeving houdende het statuut van de gewetensbezwaarden door de Koning zijn aangewezen |
De nodige tijd met een maximum van drie dagen |
14. |
Bijwonen van een bijeenkomst van een familieraad, bijeengeroepen door de vrederechter |
De nodige tijd met een maximum van één dag |
15. |
Deelneming aan een jury, oproeping als getuige voor de rechtbank of persoonlijke verschijning op aanmaning van de arbeidsrechtbank |
De nodige tijd met een maximum van vijf dagen |
16. |
Uitoefening van het ambt van bijzitter in een hoofdstembureau of enig stembureau bij de parlements-, provincieraads-, en gemeenteraadsverkiezingen |
De nodige tijd |
17. |
Uitoefening van het ambt van bijzitter in één van de hoofdbureaus bij de verkiezing van het Europese Parlement |
De nodige tijd met een maximum van vijf dagen |
18. |
Uitoefening van het ambt van bijzitter in een hoofdbureau voor stemopneming bij de parlements-, provincieraads- en gemeenteraadsverkiezingen |
De nodige tijd met een maximum van vijf dagen |
19. |
Het onthaal van een kind in het gezin van de werknemer in het kader van een adoptie |
Drie dagen naar keuze van de werknemer in de maand volgend op de inschrijving van het kind in het bevolkingsregister van de gemeente waar de werknemer zijn verblijfplaats heeft, als deel uitmakend van zijn gezin |
(*) Voor de toepassing van de nummers 2, 4, 7, 10 en 11, wordt het aangenomen of natuurlijk erkend kind gelijkgesteld met het wettig of gewettigd kind.
(**) Voor de toepassing van de nummers 8 en 9, worden de schoonbroer, de schoonzuster, de grootvader, de grootmoeder, de overgrootvader en de overgrootmoeder van de echtgeno(o)te van de werknemer gelijkgesteld met de schoonbroer, de schoonzuster, de grootvader, de grootmoeder, de overgrootvader en de overgrootmoeder van de werknemer.
(***) Voor de toepassing van de nummers 2, 4, 7, 8, 9, 10 en 11 wordt de wettelijke samenwonende van de werknemer gelijkgesteld met de echtgeno(o)t(e).
De deeltijdse werknemers hebben het recht, met behoud van hun normaal loon, van het werk afwezig te zijn gedurende de bovenbedoelde dagen en perioden zoals boven bedoeld die samenvallen met de dagen en perioden waarop zij normaal zouden gewerkt hebben. Zij mogen de afwezigheidsdagen kiezen binnen dezelfde beperkingen als de voltijdse werknemers.
Historiek | ||
---|---|---|
25/05/2023 | 31/12/2050 | 13 Klein verlet |
25/07/2021 | 24/05/2023 | 13 Klein verlet |
01/01/2016 | 30/09/2017 | 13 Klein verlet |
01/07/1958 | 31/12/2015 | 13 Klein verlet |