05 Eindejaarspremie

Paritair (sub-)Comité nr.:
302.00.00-00.00

Bijwerking: 11/05/2001
Geldig vanaf: 01/06/2001
Geldig tot: 30/06/2003

In het Paritair Comité voor het hotelbedrijf werd op 27 maart 1991 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten tot toekenning van een eindejaarspremie. Zij werd algemeen verbindend verklaard door een koninklijk besluit van 18 december 1991 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 20 februari 1992.

Zij werd achtereenvolgens gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomsten van:

-        11 december 1991 (K.B. van 26/06/1992; B.S. van 04/09/1992),

-        31 mei 1995 (K.B. van 08/12/1995; B.S. van 07/03/1996),

-        25 juni 1997 (K.B. van 05/07/1998; B.S. van 18/11/1998),

-        14 februari 2001 (neergelegd op de Griffie van de dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen en geregistreerd op 5 maart 2001 onder het nr. 56.666/CO/302; het bericht van neerlegging verscheen in het Belgisch Staatsblad van 3 mei 2001).  De wijziging betreft artikel 13 en treedt in werking op 1 juni 2001.

Sedert het jaar 1987 wordt de eindejaarspremie niet meer betaald door de werkgevers maar door het Waarborg en Sociaal Fonds voor hotel-, restaurant-, café- en aanverwante bedrijven. Dit Fonds wordt gespijsd door werkgeversbijdragen. Aan de betalingsmodaliteiten van deze werkgeversbijdragen hebben wij een afzonderlijke omzendbrief Hfdst. 19.2 gewijd. Voor de statuten van dit Fonds verwijzen wij u naar onze omzendbrief Hfdst. 19.1.

Wij geven u hierna de tekst van de CAO van 27 maart 1991, waarin u de toekenningsvoorwaarden en het bedrag van de eindejaarspremie terugvindt.

Tekst CAO

HOOFDSTUK I - Toepassingsgebied

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en werknemers van de ondernemingen welke onder het Paritair Comité voor het hotelbedrijf ressorteren.

Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder werknemers verstaan: de mannelijke en de vrouwelijke werknemers.

HOOFDSTUK II - Voorwaarden en modaliteiten van toekenning

Artikel 2

De partijen komen overeen aan de werknemers zoals bepaald in artikel 1 een eindejaarspremie toe te kennen.

Artikel 3

Het recht voor de werknemers op een eindejaarspremie ontstaat wanneer aan de in §§ 1 en 2 vermelde voorwaarden werd voldaan:

§1            De voltijdse en deeltijdse werknemers dienen in de loop van het kalenderjaar minstens twee maanden ononderbroken door een arbeidsovereenkomst te zijn gebonden.

De tijdelijke werknemers ook "extra's" genoemd, die in onderbroken periodes bij dezelfde werkgever zijn tewerkgesteld, dienen in de loop van het kalenderjaar tenminste 44 dagen arbeidsprestaties te verrichten en dit onafgezien van de duur van de dagprestaties.

§2            De werkgevers dienen de bedragen, vermeld in artikel 14 bis §§ 1 en 2 van de statuten vastgesteld bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juni 1979 tot oprichting van een Fonds voor bestaanszekerheid en tot vaststelling van zijn statuten, algemeen verbindend verklaard door het koninklijk besluit van 22 oktober 1979, gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juni 1986, aan het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor hotel-, restaurant-, café- en aanverwante bedrijven" betaald te hebben.

Bij gebrek aan de betalingen voorzien in artikel 14 bis, §§ 1 en 2 van de statuten vastgesteld bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juni 1979, algemeen verbindend verklaard door het koninklijk besluit van 22 oktober 1979, gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juni 1986, en bij het niet-naleven van de administratieve verplichtingen voortspruitend uit de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juni 1979, tot oprichting van een Fonds voor bestaanszekerheid en tot vaststelling van zijn statuten, algemeen verbindend verklaard door het koninklijk besluit van 22 oktober 1979, gewijzigd door een collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juni 1986, zijn de strafbepalingen voorzien door de wetten van 7 januari 1958 en 18 december 1968 op de Fondsen voor bestaanszekerheid van toepassing op de werkgevers.

Artikel 4

De werknemer die bij beslissing van de werkgever wordt ontslagen, behalve wanneer dit ontslag geschiedt op grond van dringende reden, behoudt het recht op een eindejaarspremie voor zover werd voldaan aan de voorwaarden vermeld in artikel 3 van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst.

Artikel 4 bis

Indien de individuele arbeidsovereenkomst een einde neemt door overmacht, behoudt de werknemer het recht op een eindejaarspremie voor zover werd voldaan aan de voorwaarden vermeld in artikel 3 van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Door overmacht dient verstaan te worden de beëindiging van de individuele arbeidsovereenkomst door fysische of psychische ongeschiktheid die vastgesteld wordt door een medisch attest.

Artikel 5

De werknemer die niet voldoet aan de voorwaarden vermeld in artikel 3, § 1, van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst en die bij beslissing van de werkgever wordt ontslagen, behalve wanneer dit ontslag geschiedt op grond van dringende reden, behoudt het recht op een eindejaarspremie, indien door de werkgever werd voldaan aan de voorwaarden vermeld in artikel 3, § 2, van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst en voor zover de werknemer drie jaar ononderbroken door een arbeidsovereenkomst was gebonden in dezelfde onderneming.

Artikel 6

De werknemer die uit vrije wil de onderneming verlaat heeft geen recht op een eindejaarspremie, wat ook zijn anciënniteit weze.

De werknemer behoudt het recht op eindejaarspremie wanneer:

-      hij uit vrije wil de onderneming verlaat en zijn ontslag geeft op 31 december van het kalenderjaar, bij het beëindigen van zijn dienst overeenkomstig zijn uurrooster, zoals vermeld in het arbeidsreglement;

-      hij uit vrije wil de onderneming verlaat en waarvan de effectief gepresteerde opzegtermijn een einde neemt ten vroegste op 31 december;

-      hij uit vrije wil de onderneming verlaat en op verzoek van zijn werkgever geen arbeid hoeft te presteren tijdens de opzegtermijn, die werd betekend aan de werkgever en een einde neemt ten vroegste op 31 december of in het daaropvolgende kalenderjaar.

Commentaar: dit artikel werd gewijzigd door de CAO van 31 mei 1995 en is geldig sinds 1 januari 1995.

HOOFDSTUK III - Vaststelling van het bedrag van de eindejaarspremie

Artikel 7

Het bedrag van de eindejaarspremie wordt vastgesteld voor de voltijdse werknemer en de tijdelijke werknemer pro rata van het aantal dagen effectieve aanwezigheid van de werknemer in de onderneming; voor de deeltijdse werknemer pro rata van het aantal uren effectieve aanwezigheid van de werknemer in de onderneming.

Artikel 7 bis

Voor de voltijdse tewerkgestelde werknemers en de tijdelijke werknemers die voldoen aan de voorwaarden vermeld in hoofdstuk II van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst wordt 1/12e van het in artikel 10 bepaalde bedrag van de eindejaarspremie toegekend per schijf van 21,666 dagen effectieve aanwezigheid in het regime van vijf dagen en van zesentwintig dagen effectieve aanwezigheid in het regime van zes dagen.

Artikel 8

Door effectieve aanwezigheid dient te worden verstaan de dagen of uren dat de werknemer fysisch in de onderneming aanwezig is in uitvoering van de uurregeling vermeld in zijn arbeidsovereenkomst of in het arbeidsreglement.

Artikel 9

Worden met effectieve aanwezigheid gelijkgesteld met uitsluiting van alle andere:

1.         de dagen van algehele arbeidsongeschiktheid als gevolg van een arbeidsongeval;

2.         de dagen begrepen in de eerste twaalf maanden van de periode van gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid volgend op een tijdelijk algehele arbeidsongeschiktheid op voorwaarde dat het erkend percentage van tijdelijke arbeidsongeschiktheid tenminste gelijk is aan 66 pct.;

3.         de rustperiode voor zwangerschap en bevalling: zeven weken vóór en acht weken na de bevalling. Indien de werkneemster haar beroepsbezigheid op minder dan zeven weken vóór haar bevalling heeft stopgezet, dan wordt de gelijkstelling verlengd met een termijn die overeenkomt met de periode gedurende welke zij met werken is voortgegaan vanaf de zevende week vóór de bevalling;

4.         de dagen van gewone wederoproeping onder de wapens waarvan de duur vierenzeventig of 66 dagen niet mag overschrijden, naargelang de werknemer al dan niet deelneemt aan de vorming van reservekaders;

5.         de dagen gewijd aan de vervulling van burgerplichten (voogd, lid van een familieraad, getuige in rechte, gezworene, kiezer, lid van een stembureau);

6.         de dagen gewijd aan de uitoefening van een openbaar mandaat en syndicale verplichtingen bedoeld in artikel 16, 9° en 10°, van het koninklijk besluit van 30 maart 1967 tot bepaling van de algemene uitvoeringsmodaliteiten van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie der loonarbeiders (Belgisch Staatsblad van 6 april 1967), gewijzigd bij het koninklijk besluit van 20 juli 1970 (Belgisch Staatsblad van 30 juli 1970);

7.         de dagen van deelneming aan stages of studiedagen welke aan de arbeidsopleiding of aan vakbondsvorming zijn gewijd en worden georganiseerd door de representatieve werknemersorganisaties of door de bevoegde Minister erkende gespecialiseerde instituten, naar rata van maxima twaalf dagen per jaar;

8.         de dagen van werkstaking of lock-out, volgens de voorwaarden voorzien in artikel 19 van voormeld koninklijk besluit van 30 maart 1967;

9.         de periode van gedeeltelijke werkloosheid;

10.      de dagen begrepen in een ononderbroken ziekteperiode van minstens zes maanden. De gelijkstelling is beperkt tot een periode van maximum zes maanden en de te betalen premie voor deze periode is gelijk aan 25 pct. van het bedrag dat zou dienen betaald te worden indien de werknemer zou gewerkt hebben;

11.      de periode na opruststelling en dit tot 31 december van lopend jaar, met een maximum van zes maanden gelijkstelling, voor de gepensioneerden;

12.      de militaire dienst, voor zover de belanghebbende werkzaam was in een firma vallend onder de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst op het ogenblik dat hij deze verlaat om zijn dienstplicht te vervullen, met een maximum van zes maanden gelijkstelling;

13.      de extra wettelijke vakantieperiode die door de werkgever aan de vreemde werklieden die naar hun land terugkeren wordt toegekend;

14.      de periode tussen de datum van het overlijden en 31 december van het lopend jaar, met een maximum van zes maanden gelijkstelling bij het overlijden van een werknemer in dienst gedurende de periode vóór 31 december van het lopend jaar;

15.      de periode van het brugpensioen tijdens hetwelk de werknemer in brugpensioen wordt gesteld voor de bruggepensioneerden. Deze gelijkstelling geldt voor alle stelsels van brugpensioen die van toepassing zijn voor zover het initiatief genomen wordt door de werkgever. Dit betekent dat per "gepresteerde" maand een twaalfde van het bedrag van de eindejaarspremie wordt toegekend en voor de maanden van het brugpensioen 20 pct. van het resterende bedrag van de premie en dit tot 31 december van het lopend kalenderjaar.

16.      de wettelijke vakantiedagen;

17.      de betaalde feestdagen;

18.      de inhaalrustdagen toegekend in het kader van de wetgeving op de arbeidsduurvermindering;

19.      de dagen toegekend in toepassing van de wetgeving op het educatief verlof;

20.      de dagen kort verzuim zoals bepaald in het koninklijk besluit van 28 augustus 1963.

Commentaar: deze laatste bepaling (nr. 20) werd ingevoerd door de CAO van 25 juni 1997 en treedt in werking op 1 januari 1997.

Artikel 10

Voor voltijds tewerkgestelde werknemers en deeltijdse werknemers stemt het maximumbedrag van de eindejaarspremie overeen met vier en één derde weekloon voor zover de werknemers voldoen aan de voorwaarden vermeld in hoofdstuk II en onverminderd de bepalingen van de artikel 7, 7 bis en 12.

Artikel 10 bis

Voor tijdelijke werknemers vergoed op basis van een uurloon stemt het maximum bedrag van de eindejaarspremie overeen met het laatst toegepaste uurloon vermenigvuldigd met 173,33 in het arbeidsregime van 40 uur per week. Voor tijdelijke werknemers vergoed op basis van het dienstpercentage wordt het laatst toegepaste forfaitair dagloon in het vijfdagenstelsel vermenigvuldigd met 21,666.

Artikel 11

Onder loon wordt verstaan, de uurlonen, weeklonen, forfaitaire daglonen of de maandlonen welke van toepassing zijn in de maand december van het kalenderjaar waarop de eindejaarspremie betrekking heeft.

Voor de werknemers die in de loop van het kalenderjaar de onderneming verlaten, worden voor de berekening van het bedrag van de eindejaarspremie die lo­nen in aanmerking genomen die van toepassing zijn op het ogenblik dat zij de onderneming verlaten.

Artikel 12

Voor de deeltijds tewerkgestelde werknemers die voldoen aan de voorwaarden vermeld in hoofdstuk II van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst wordt één twaalfde van het in artikel 10 bepaalde bedrag van de eindejaarspremie toegekend per schijf van zoveel uren effectieve aanwezigheid als bekomen wordt door volgende vergelijking:

 

Gemiddelde wekelijkse arbeidsduur van de deeltijdse werknemer x 52 weken

———————————————————————————————————

12 maanden

 

Artikel 12 bis

Voor de tijdelijke werknemers die voldoen aan de voorwaarden vermeld in hoofdstuk II van onderhavige overeenkomst wordt 1/12e van het in artikel 10 bepaalde bedrag van de eindejaarspremie toegekend per schijf van zoveel dagen effectieve aanwezigheid als bekomen wordt door volgende vergelijking:

 

totaal aantal gepresteerde uren tijdens kalenderjaar

 

aantal dagen

 

 

————————————————————————

=

———————

= pro rata van de eindejaarspremie

 8

 

21,666

 

 

 

HOOFDSTUK IV - Datum en wijze van betaling

Artikel 13

Uiterlijk op 31 januari van het kalenderjaar dat volgt op het kalender jaar waarop de eindejaarspremie betrekking heeft zal het “Waarborg en Sociaal Fonds voor hotel-, restaurant-, café- en aanverwante bedrijven” bij middel van een cheque aan de werknemer het bedrag van de netto-eindejaarspremie betalen.

De werknemer kan vragen zijn netto-eindejaarspremie te storten op zijn bankrekening voor zover hij het geëigende formulier behoorlijk ingevuld en gecertifieerd door zijn financiële instelling aan het Fonds heeft overgemaakt.  Indien het Fonds niet beschikt over het formulier wordt aan de werknemer ambtshalve zijn netto-eindejaarspremie met een circulaire cheque overgemaakt.

Door netto-eindejaarspremie dient verstaan te worden de eindejaarspremie zoals vastgesteld in de hoofdstukken II en III van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst, verminderd met de wettelijke inhoudingen die door de werkgever dienen verricht te worden.

Commentaar: dit artikel werd gewijzigd door de CAO van 14 februari 2001 en is geldig vanaf 1 juni 2001.

Artikel 14

De verworven gunstiger voorwaarden welke de werknemers van sommige ondernemingen inzake eindejaarspremie worden toegekend blijven gehandhaafd.

HOOFDSTUK V - Slotbepalingen

Artikel 15

Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juni 1986, gesloten in het Paritair Comité voor het hotelbedrijf, tot toekenning van een eindejaarspremie algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 17 december 1986 (Belgisch Staatsblad van 29 maart 1990) en de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 oktober 1989, gesloten in hetzelfde paritair comité tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juni 1986, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 22 februari 1990 (Belgisch Staatsblad van 29 maart 1990).

Artikel 16

Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1991. Zij wordt gesloten voor een onbepaalde tijd (...).


Historiek
01/01/2024 31/12/2050 05 Eindejaarspremie
01/01/2023 31/12/2023 05 Eindejaarspremie
01/01/2022 31/12/2022 05 Eindejaarspremie
01/01/2020 31/12/2021 05 Eindejaarspremie
01/01/2018 31/12/2019 05 Eindejaarspremie
01/12/2016 31/12/2017 05 Eindejaarspremie
01/01/2016 30/11/2016 05 Eindejaarspremie
01/01/2014 31/12/2015 05 Eindejaarspremie
19/11/2012 31/12/2013 05 Eindejaarspremie
28/06/2012 18/11/2012 05 Eindejaarspremie
01/01/2011 27/06/2012 05 Eindejaarspremie
01/10/2007 31/12/2010 05 Eindejaarspremie
01/07/2003 30/09/2007 05 Eindejaarspremie
01/06/2001 30/06/2003 05 Eindejaarspremie
01/01/1997 31/05/2001 05 Eindejaarspremie