Protocolakkoord 2023 – 2024

13/10/2023

In het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de logistiek (PC 226) werd een protocolakkoord 2023 - 2024 gesloten op 28 september 2023. U vindt hierna een samenvatting van de voornaamste voordelen die ingevolge dit akkoord moeten worden toegekend.

1. Koopkrachtverhoging 2023- 2024

1.1 Eenmalige koopkrachtpremie

Er wordt een koopkrachtpremie toegekend onder de vorm van consumptiecheques in bedrijven waar in 2022 een hoge winst of een uitzonderlijk hoge winst werd behaald:

  • Hoge winst =  indien de procentuele groei van de winst (code 9905) van 2022 ten opzichte van de gemiddelde winst (code 9905) van de jaren 2019, 2020 en 2021 niet hoger is dan 150%;
  • Uitzonderlijk hoge winst = indien de procentuele groei van de winst (code 9905) van 2022 ten opzichte van de gemiddelde winst (code 9905) van de jaren 2019, 2020 en 2021 hoger is dan 150%.

Met 2022 wordt verwezen naar het boekjaar waarvan de meeste maanden zich in 2022 bevinden. Wanneer het boekjaar afsluit op 30 juni, wordt verwezen naar het boekjaar dat afsluit in 2022.

 

De toekenning van de koopkrachtpremie in ondernemingen met hoge winst gebeurt als volgt:

  • procentuele groei winst tot en met 10 % : 50 EUR per bediende;
  • procentuele groei winst boven 10 % tot en met 50 % : 150 EUR per bediende;
  • procentuele groei winst boven 50 % tot en met 100 % : 300 EUR per bediende;
  • procentuele groei winst boven 100 % tot en met 150 % : 450 EUR per bediende.

De toekenning van de koopkrachtpremie in ondernemingen met uitzonderlijk hoge winst gebeurt als volgt:

  • procentuele groei winst boven 150 % tot en met 200 % : 600 EUR per bediende;
  • procentuele groei winst boven 200 % : 750 EUR per bediende.

Indien de beschikbare winst (code 9905) onvoldoende is om bovenstaande bedragen toe te kennen, worden deze bedragen toegekend in verhouding tot de beschikbare winst.

Indien de beschikbare winst (code 9905) in ondernemingen met een procentuele groei van maximum 10 % onvoldoende is om het bedrag van 50 EUR per bediende toe te kennen, wordt de koopkrachtpremie niet toegekend.

De werkgevers die een ander bedrag wensen toe te kennen, kunnen dit middels een cao op ondernemingsvlak of bij ontstentenis van syndicale delegatie, middels individuele overeenkomst, afgesloten uiterlijk op 15 november 2023.

 

Toekenningsvoorwaarden voor de bedienden:

  • In dienst zijn op 31 oktober 2023;
  • Voor een voltijdse bediende in de 5 - dagenweek 200 dagen effectief tewerkgesteld zijn geweest in 2022. Voor afwijkende regimes die gelijkgesteld zijn met een voltijdse tewerkstelling wordt de berekening in uren omgezet zonder dat het resultaat nadeliger of voordeliger mag zijn dan voor een voltijdse bediende in een 5 - dagenweek. Dagen van uitzendarbeid in 2022 worden meegeteld voor de effectieve tewerkstelling.

Met effectieve tewerkstelling worden gelijkgesteld moederschapsrust en arbeidsongeval.

Bedienden die in 2022 minder dan 200 dagen gewerkt hebben, ontvangen een pro rata eenmalige koopkrachtpremie in verhouding tot het aantal effectief tewerkgestelde dagen in 2022.

Voor deeltijdse bedienden wordt de eenmalige koopkrachtpremie bovendien toegekend in verhouding tot de arbeidsduur in 2022.

Voor de toepassing van de koopkrachtpremie worden de uitzendkrachten gelijkgesteld met de bedienden.

1.2 Behoud koopkracht

Met ingang van 1 januari 2024 worden verhoogd:

  • de aanvullende premies voor jeugdvakantie en seniorvakantie ten laste van het Sociaal Fonds;
  • de bijzondere toeslag voor waterklerken voor prestaties op zaterdagen, zondagen en feestdagen.

De verhoging gebeurt op basis van de loonindex van januari 2023 en januari 2024.

2. Deconnectie

Er wordt een suppletieve cao gesloten.

3. Tijdskrediet

3.1 Tijdskrediet met motief

Verlenging van de bestaande regelingen.

3.2 Landingsbanen

De leeftijdsgrens wordt op 55 jaar gebracht voor de bedienden die hun arbeidsprestaties verminderen tot een halftijdse betrekking of met 1/5e.  

De uitzondering landingsbaan vanaf 50 jaar met 28 jaar loopbaan (zonder uitkeringen) blijft van toepassing.

3.3 Aanvullende premies

Vermindering van de arbeidsprestaties met 1/5de:

  • de leeftijd om te kunnen genieten van een aanvullende premie van 90 EUR bruto per maand in het kader van een vermindering van de arbeidsprestaties met 1/5de blijft behouden op 60 jaar.
  • De bedienden die hun arbeidsprestaties met 1/5de verminderen in het kader van NAR - cao nr. 170 (landingsbaan voor werknemers met een lange loopbaan of een zwaar beroep) of artikel 8, § 3, tweede streepje van de NAR - cao n ° 103 hebben recht op een aanvullende premie van 90 EUR bruto per maand vanaf de leeftijd van 55 jaar.

Vermindering van de arbeidsprestaties met de helft: De voltijds tewerkgestelde bedienden of daarmee gelijkgestelden die hun arbeidsprestaties met de helft verminderen hebben recht op een aanvullende premie van 110 EUR bruto per maand vanaf de leeftijd van 55 jaar.

Bovenstaande aanvullende premies van 90 EUR en 110 EUR worden met ingang van 1 januari 2024 verhoogd op basis van de loonindex van januari 2023 en januari 2024.

4. SWT

Verlenging van de bestaande stelsels.

De sector treedt ook toe tot de cao’s met betrekking tot de voorwaarden voor de toekenning van de vrijstelling van verplichting van aangepaste beschikbaarheid.

5. Mobiliteit

Vanaf 1 oktober 2023 wordt de fietsvergoeding verhoogd tot 0,27 cent per kilometer.

Vanaf 1 januari 2024 wordt de werkgeverstussenkomst in de vervoerskosten (privé - vervoer) verhoogd op basis van de loonindex van januari 2023 en januari 2024.

Vanaf 1 januari 2024 wordt de werkgeverstussenkomst in het gemeenschappelijk openbaar vervoer verhoogd tot 100 % van de prijs van het vervoersbewijs, tenzij er een financiële derdebetalersregeling van toepassing is in welk geval de tussenkomst van 80 % behouden blijft.

6. Vorming

6.1 Individueel opleidingsrecht

In ondernemingen met minimum 10 werknemers en minder dan 20 werknemers, uitgedrukt in voltijds equivalenten, geldt een individueel opleidingsrecht van één opleidingsdag per kalenderjaar voor een voltijdse werknemer, die een gans jaar in dienst is.

In ondernemingen met 20 of meer werknemers wordt het individueel opleidingsrecht vastgelegd op twee dagen per kalenderjaar voor een voltijdse werknemer, tenzij op ondernemingsvlak al een hoger aantal dagen opleidingsrecht werd voorzien. Er wordt tevens een groeipad vastgelegd:

  • 2 dagen voor een voltijdse werknemer vanaf 2023;
  • 3 dagen voor een voltijdse werknemer vanaf 2025;
  • 4 dagen voor een voltijdse werknemer vanaf 2027;
  • 5 dagen voor een voltijdse werknemer vanaf 2029.

6.2 Collectieve opleiding

In 2023-2024 worden globaal per voltijds equivalent in dienst op 1 januari 2023 gemiddeld 6 dagen toegekend voor het volgen van vormingsinitiatieven of "training on the job". De berekening gebeurt op het niveau van de technische bedrijfseenheid.

In ondernemingen met 20 werknemers of meer is het volgende groeipad van toepassing:

  • periode 2025-2026: gemiddeld 4 dagen vorming per bediende over twee jaar;
  • periode 2027-2028: gemiddeld 2 dagen vorming per bediende over twee jaar.

6.3 Vergoeding voor de opleidingsdagen

De opleiding kan binnen of buiten de normale werkuren worden gevolgd. De opleidingsuren worden betaald aan het feestdagenloon, ook voor opleidingen buiten de normale uren. Er is geen betaling van overloon. Eén arbeidsuur wordt als volgt berekend: (maandloon x 3/13)/37.

7. Eindejaarspremie

Volgende afwezigheden worden gelijkgesteld met effectieve arbeid voor berekening van de eindejaarspremie:

  • tijdelijke werkloosheid;
  • palliatief verlof onder de vorm van thematisch verlof;
  • profylactisch verlof;
  • moederschapsrust;
  • geboorteverlof.

Bedienden hebben recht op een eindejaarspremie, pro rata de tewerkstellingsperiode bij:

  • beëindiging van de arbeidsovereenkomst wegens overmacht;
  • beëindiging in onderling akkoord.

De bediende kan de helft van de eindejaarspremie laten omzetten in een voordeel m.b.t. welzijn (vakantie) en/of (groene) mobiliteit, beperkt tot de helft van het niet - variabel deel. De omzetting moet voorzien zijn in een ondernemings-cao en worden vastgelegd in een individueel akkoord.

Deze bepalingen zijn van toepassing vanaf 1 januari 2024.

8. Functieclassificatie

Aan de licentiehouder van het CSB - systeem wordt opdracht gegeven om een analyse te doen van de bestaande voorbeeldfuncties met het actuele CSB-systeem. De Werkgroep Algemene Zaken zal de resultaten evalueren.

Akkoord over kostenneutraliteit.

9. Sociaal overleg

Per erkende vakbondsorganisatie kan 1 plaatsvervanger (ongeacht het aantal effectieve afgevaardigden) worden aangeduid.  

De plaatsvervanger moet kandidaat geweest zijn voor de sociale verkiezingen en een bescherming genieten van 4 jaar ingevolge de sociale verkiezingen.

10. Sociale verkiezingen

Werkgevers en vakbonden doen de aanbeveling om het systeem van elektronisch stemmen in te voeren bij de sociale verkiezingen.

11. Sociaal Fonds

Vanaf het eerste kwartaal 2024 tot en met het vierde kwartaal 2024 wordt de werkgeversbijdrage voor het sociaal fonds vastgesteld op 0,50 % (incl. bijdrage risicogroepen).

Met ingang van 1 januari 2024 worden de aanwervingspremies ten laste van het Sociaal Fonds verhoogd op basis van de loonindex van januari 2023 en januari 2024.

12. Varia

  • Met betrekking tot ketenzorgplicht en artificiële intelligentie zal LOGOS expertise uitbouwen en opleidingen organiseren;
  • Artikel 14, § 7 en § 8 van de cao betreffende de bezoldigingsvoorwaarden: terminologie in overeenstemming brengen met huidige wetgeving;
  • Art. 6 en art. 11 van de cao betreffende de sectorale verlofdagen en het kort verzuim: terminologie in overeenstemming brengen met huidige wetgeving;
  • Art. 2 van de cao betreffende de omzetting van de sectorale verlofdagen in een financieel voordeel: verwijzingen.

13. Lopende cao's

De lopende cao's worden verlengd voor de duurtijd van dit akkoord.