214 Coronavirus: sectoraal akkoord

03/04/2020

In het paritair comité voor bedienden van de textielnijverheid werd op 27 maart 2020 een sectoraal akkoord “coronavirus” gesloten (PC 214).

Opgelet ! Het gaat om een akkoord. De verschillende cao’s ter uitvoering moeten nog gesloten worden.

We houden eraan uw aandacht te vestigen op volgende voordelen die in het kader van dit akkoord aan de werknemers toegekend moeten worden.

1. Toepassingsgebied

PC 120 en PC 214, met uitzondering van:

  • PSC 120.01 en PSC 120.03;
  • Celanese Production Belgium BVBA en Celanese BVBA en de erin tewerkgestelde werknemers.

2. Bestaanszekerheidsuitkeringen: tijdelijke werkloosheid

Voor de periode van 13 maart 2020 tot en met 14 mei 2020:

  • opleg van 2,60 EUR per dag in 5dw-regime (= 2,17 EUR in 6dw-regime) tijdelijke werkloosheid wegens overmacht i.k.v. de coronaviruscrisis;
  • voor deeltijdsen pro rata;
  • zowel voor arbeiders als bedienden;
  • betaald door de werkgever: voor de tijdelijke werkloosheid wegens overmacht in maart en april bij de loonafrekening van april; voor de tijdelijke werkloosheid wegens overmacht in mei met de loonafrekening van mei.

Deze opleg wordt ten laste genomen door respectievelijk het Waarborg- en Sociaal Fonds (arbeiders) en het Fonds voor Bestaanszekerheid voor de bedienden (bedienden); de ondernemingen kunnen deze opleg terugvorderen bij voornoemde Fondsen.

Ondernemingen hebben de mogelijkheid om tegen eind april respectievelijk eind mei aan de voornoemde Fondsen een voorschot te vragen met het oog op de betaling van deze opleg.

Bedrijven die reeds een minstens gelijkwaardige regeling op ondernemingsvlak voorzien hebben, kunnen deze sectorale opleg daar op aanrekenen en eveneens terugvorderen bij voornoemde Fondsen.

3. Maaltijdcheques

Voor de periode van 13 maart 2020 tot en met 14 mei 2020:

  • verhoging van het patronaal aandeel van de maaltijdcheque met 2 EUR;
  • voor de deeltijdse werknemers: verplicht alternatieve telling;
  • voor de voltijdse werknemers: de berekening van het aantal cheques gebeurt op dezelfde manier als op ondernemingsvlak voorzien en op vandaag reeds toegepast.

Deze verhoging wordt ten laste genomen door het Waarborg- en Sociaal Fonds (arbeiders) en het Fonds voor Bestaanszekerheid voor de bedienden (bedienden); de ondernemingen kunnen deze verhoging ten belope van 2 EUR per maaltijdcheque terugvorderen bij voornoemde Fondsen.

Ondernemingen die reeds maaltijdcheques van 8 EUR toekennen : bruto premie

Voor ondernemingen die reeds maaltijdcheques toekennen met een nominale waarde van 8 EUR, wordt op sectoraal niveau een alternatieve regeling uitgewerkt: per gepresteerde dag wordt een bruto premie van 2 EUR toegekend.

Ondernemingen die nog gedeeltelijk ruimte hebben binnen de maaltijdcheque en gedeeltelijk niet

Voor ondernemingen die nog gedeeltelijk ruimte hebben binnen de maaltijdcheque en gedeeltelijk niet: verhoudingsgewijs toepassen van de alternatieve regeling voor het gedeelte dat de beschikbare ruimte voor verhoging van de maaltijdcheque overschrijdt; prioritair wordt de maaltijdcheque aangevuld tot 8 EUR.

Voor maart en april zal deze bruto premie mee betaald worden met de loonafrekening van april; voor mei zal dit gebeuren met de loonafrekening van mei.

Ten laste van het Fonds

Deze bruto premie wordt ten laste genomen door het Waarborg- en Sociaal Fonds (arbeiders) en het Fonds voor Bestaanszekerheid voor de bedienden (bedienden); de ondernemingen kunnen deze bruto premie verhoogd met de patronale lasten (50% op de lonen 108% voor arbeiders en 28% voor bedienden) terugvorderen bij voornoemde Fondsen.

De bedrijven die reeds een minstens gelijkwaardige regeling op ondernemingsvlak voorzien hebben, kunnen deze sectorale verhoging (hetzij via maaltijdcheque hetzij via de bruto premie) daar op aanrekenen en eveneens terugvorderen bij voornoemde Fondsen.

4. Spreiding van de betaling voor de patronale bijdragen aan de Fondsen

Spreiding van de betaling in 12 maandelijkse schijven voor de patronale bijdragen aan de Fondsen, zonder bijdrageopslagen en nalatigheidsintresten:

  • Waarborg- en Sociaal Fonds en Fonds voor Bestaanszekerheid (arbeiders): voor de lonen betaald in het 3de en 4de kwartaal 2019 en het 1ste kwartaal 2020;
  • Fonds voor Bestaanszekerheid van de Bedienden (bedienden): voor de lonen betaald in het 1ste en 2de kwartaal 2020.

Deze regel geldt automatisch voor alle ondernemingen, zonder te moeten beantwoorden aan specifieke criteria inzake verlies van omzet, bestellingen of productie.