1201 Patronale tussenkomst in de vervoerskosten: regels

Paritair (sub-)Comité nr.:
202.00.00-00.00

Bijwerking: 26/06/2023
Geldig vanaf: 01/01/2022
Geldig tot: 31/12/2023

Toepassingsgebied: PC 202, met uitsluiting van het PSC 202.01.

Openbaar vervoer:

  • Trein: 80 % gemiddeld van de prijs van een de treinkaart;
  • Andere openbare vervoermiddelen:
    • prijs in verhouding tot de afstand: volgens de intersectorale barema, zonder 80 % van de werkelijke vervoerprijs te overschrijden;
    • eenheidsprijs: 80 % van de effectief door de werknemer betaalde prijs, zonder het bedrag van de intersectorale barema voor een afstand van 7 km te overschrijden.

Privé-vervoer:

  • Loonplafond: 37.500 EUR (sinds 01/01/2022).
  • Minimale afstand: 2 km.
  • Bedrag: 75 % gemiddeld van de prijs van een treinkaart.

Fiets:

  • Bedrag: 0,24 EUR/km.

Dienstverplaatsingen: 0,4280 EUR/km (01/07/2023).

In het Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren werd op 23 november 2021 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de vervoerskosten van de werknemers (nr. 173135/CO/202).

1. Verplaatsingen wegens dienstredenen

De terugbetaling van de verplaatsingskosten om dienstredenen valt volledig ten laste van de onderneming.

Nochtans wordt de tegemoetkoming in de verplaatsingen met een persoonlijke wagen geregeld op basis van het ministerieel besluit van 12 december 1984 tot wijziging van bijlage I van het koninklijk besluit van 18 januari 1965 houdende algemene regeling inzake reiskosten. Deze tegemoetkoming wordt beperkt tot het bedrag dat er in voorkomt voor de voertuigen met 7 pk belastbaar vermogen.

Bedrag op 01/07/2023: 0,4280 EUR/km.

2. Verplaatsingen tussen woonst en arbeidsplaats met een openbaar gemeenschappelijk vervoermiddel

Een tussenkomst van de werkgevers in de vervoerkosten wordt toegekend aan de werknemers die regelmatig een openbaar gemeenschappelijk vervoermiddel gebruiken.

Wat het door de NMBS georganiseerde vervoer betreft, is de tussenkomst van de werkgever in de vervoerskosten gelijk aan 80 % gemiddeld van de prijs van de treinkaart in 2de klasse voor een overeenstemmende afstand (bijlage 1).

Voor wat betreft het gemeenschappelijk openbaar vervoer, met uitzondering van het treinvervoer, zal de bijdrage van de werkgever in de prijs van de abonnementen voor de verplaatsingen berekend vanaf de vertrekhalte, vastgesteld worden volgens de hierna vastgestelde modaliteiten:

  1. wanneer de prijs van het vervoer in verhouding tot de afstand staat, is de bijdrage van de werkgever gelijk aan de werkgeverstussenkomst in de prijs van de treinkaart geldend als sociaal abonnement voor een overeenstemmende afstand, zonder evenwel 80 % van de werkelijke vervoerprijs te overschrijden;

  2. wanneer de prijs een eenheidsprijs is, ongeacht de afstand, wordt de bijdrage van de werkgever forfaitair vastgesteld en bedraagt zij 80 % van de effectief door de werknemer betaalde prijs, zonder evenwel het bedrag van de werkgeverstussenkomst in de prijs van de treinkaart geldend als sociaal abonnement voor een afstand van 7 km te overschrijden.

Ingeval de werknemer gebruik maakt van een combinatie van de trein en één of meerdere andere gemeenschappelijke openbare vervoermiddelen dan de trein, en er wordt slechts één vervoerbewijs afgeleverd voor het geheel van de afstand - zonder dat in dit vervoerbewijs een onderverdeling wordt gemaakt per gemeenschappelijk openbaar vervoermiddel - zal de bijdrage van de werkgever gelijk zijn aan de werkgeverstussenkomst in de prijs van de treinkaart geldend als sociaal abonnement, zoals hoger bepaald.

In elk ander geval, dat de werknemer meer dan één gemeenschappelijk vervoermiddel gebruikt dan voorzien in het vorige artikel, wordt de bijdrage van de werkgever voor het geheel van de afstand als volgt berekend: nadat met betrekking tot elk afzonderlijk gemeenschappelijk openbaar vervoermiddel, waarvan de werknemer gebruik maakt, de bijdrage van de werkgever is berekend overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 3, 4 en 5 van collectieve arbeidsovereenkomst, worden de aldus bekomen bedragen bij elkaar opgeteld om de bijdrage van de werkgever voor het geheel van de afgelegde afstand vast te stellen.

De bijdrage van de werkgever in de door de werknemers gedragen vervoerskosten zal maandelijks betaald worden, voor de werknemers met een maandabonnement of ter gelegenheid van de betaalperiode die in de onderneming gebruikelijk is voor de vervoerbewijzen voor een week geldig zijn.

De werknemers leggen aan de werkgevers een ondertekende verklaring voor waarin verzekerd wordt dat zij geregeld een gemeenschappelijk openbaar vervoer benutten om zich van hun woonplaats naar hun plaats van tewerkstelling te begeven; bovendien preciseren zij, indien mogelijk, het aantal effectief gereden kilometers. Zij zullen ervoor zorgen iedere wijziging van deze toestand in de kortst mogelijke tijd mede te delen. De werkgevers mogen op elk ogenblik nagaan of deze verklaring met de werkelijkheid strookt.

De tussenkomst van de werkgever in de vervoerkosten zal betaald worden op voorlegging van de vervoerbewijzen, uitgereikt door de NMBS en/of andere maatschappijen van gemeenschappelijk openbaar vervoer.

3. Verplaatsingen tussen woonst en arbeidsplaats met een individueel vervoermiddel

Een tussenkomst van de werkgevers in de vervoerkosten wordt toegekend aan de bedienden wier totale bruto jaarwedde niet hoger ligt dan 37.500 euro en die regelmatig een privé-vervoermiddel gebruiken over een effectieve afstand van ten minste 2 km.

Vanaf 1 januari 2012 zal de tussenkomst van de werkgever gelijk zijn aan 75 % gemiddeld van de prijs van de treinkaart in 2de klasse voor een overeenstemmende afstand (bijlage 2).

Carrefour is uitgesloten van de bepalingen van alinea 1 en 2 van dit artikel tot 31 december 2014.

Het toekennen van dit voordeel is onderworpen aan het ondertekenen door de werknemer van een verklaring zeggende dat hij regelmatig gebruik maakt van een privé-vervoermiddel om zich van zijn woonplaats naar zijn werkplaats te begeven.

Overeenkomstig artikel 9 van de CAO nr. 19octies kan de werkgever op elk ogenblik nagaan of deze verklaring met de werkelijkheid strookt.

3. Fietsvergoeding

Vanaf 1 januari 2020 wordt er een vergoeding van 0,24 euro per kilometer ingesteld voor de verplaatsingen per fiets ten belope van de werkelijk afgelegde afstand tussen de woonplaats en het werk.

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
23/11/2021
Registratienr
173135
Geldig van
01/01/2022
Geldig tot
-
Neerleggingsdatum
07/12/2021
Registratiedatum
03/06/2022
Buiten bereik
Paritair Subcomité voor de middelgrote levensmiddelenbedrijven
Onderwerp
Vervoerskosten
BS Bericht van neerlegging
15/06/2022
Algemeen verbindend verklaring
Gevraagd
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
19/01/2023
Gepubliceerd in het B.St. van
13/04/2023
Keywords
VERGOEDINGEN VOOR VERPLAATSINGSKOSTEN, ALLE PREMIES EN VERGOEDINGEN VOOR DE ACTIEVE WERKNEMER, VERGOEDINGEN VOOR VERPLAATSINGSKOSTEN / VERHUISVERGOEDING
Tekst aangepast op
08/06/2022

Historiek
01/01/2024 31/12/2050 1201 Patronale tussenkomst in de vervoerskosten: regels
01/01/2022 31/12/2023 1201 Patronale tussenkomst in de vervoerskosten: regels
01/01/2020 31/12/2021 1201 Patronale tussenkomst in de vervoerskosten: regels
01/01/2014 31/12/2019 1201 Vervoer van de bedienden
01/01/2012 31/12/2013 1201 Vervoer van de bedienden
01/07/2009 31/12/2011 1201 Vervoer van de bedienden
01/01/2002 30/06/2009 1201 Vervoer van de bedienden
01/04/2001 31/12/2001 1201 12 Vervoer van de bedienden