070302 Nieuwe arbeidsregelingen (grote flexibiliteit)

Paritair (sub-)Comité nr.:
202.00.00-00.00

Bijwerking: 12/02/1996
Geldig vanaf: 17/11/1988

1. Algemeen

De nieuwe arbeidsregelingen (Wet van 17 maart 1987 betreffende de invoering van nieuwe arbeidsregelingen in de ondernemingen), ook grote flexibiliteit genoemd, zijn nieuwe vormen van arbeidsorganisatie die tot doel hebben een optimaal gebruik van de productiemiddelen te bevorderen. De wetgeving met betrekking tot deze nieuwe arbeidsregelingen biedt de werkgever dan ook de mogelijkheid af te wijken van een aantal wettelijke bepalingen.

Toegelaten afwijkingen:

  • arbeidsduur: de normale grenzen van de arbeidsduur die worden voorgeschreven door de Wet of door een collectieve arbeidsovereenkomst mogen worden overschreden (maximum 12 uren per dag);
  • zondagsrust: de werknemers mogen op zondag worden tewerkgesteld;
  • feestdagen: er mag worden afgeweken van het verbod om werknemers op wettelijke feestdagen tewerk te stellen, van de verplichting om een feestdag die met een gewone inactiviteitsdag samenvalt te vervangen en van de verplichting om de arbeid verricht op een feestdag te compenseren door inhaalrust op een normale activiteitsdag;
  • nachtwerk: de werknemers die ouder zijn dan 18 jaar mogen ‘s nachts tewerkgesteld worden;
  • bouwwerken: er mag afgeweken worden van het verbod om bouwwerken uit te voeren op zaterdag en zondag (verbod ingevoerd door de Wet van 6 april 1960).

Om nieuwe arbeidsregelingen in een onderneming of een activiteitssector te kunnen invoeren, moet daartoe bij het bevoegd paritair comité (of paritair subcomité) een aanvraag worden ingediend door een van de organisaties die deel uit maken van dat comité.

Indien na het aanhangig maken van een aanvraag bij het paritair comité een collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten, moet de werkgever:

  • de bijzondere procedure voor het invoeren van nieuwe arbeidsrege­lingen in de onderneming, zoals bepaald door deze cao, naleven;
  • de afwijkingen op de traditionele wetgeving in acht nemen waarvan de sectorale cao de toepassing toelaat. De sectorale cao kan namelijk, hetzij de draagwijdte van de mogelijke afwijkingen beperken, hetzij bijkomende voorwaarden bepalen.

2. PC 202

De nieuwe arbeidsregelingen werden geregeld in de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 november 1988. Zij werd algemeen verbindend verklaard door een koninklijk besluit van 29 december 1988 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 21 januari 1989.

Tekst cao

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de bedienden van de ondernemingen welke ressorteren onder het Paritair Comité voor de levensmiddelenbedrijven met talrijke bijhuizen.

Artikel 2

De partijen zijn het erover eens dat de ondernemingen die het wensen gebruik kunnen maken van de mogelijkheden geboden door de wet van 1 maart 1987 betreffende de invoering van nieuwe arbeidsregelingen in de ondernemingen en de voornoemde collectieve arbeidsovereenkomsten nummers. 42 en 42bis, evenals door de wet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen.

De oplossingen die gezocht dienen te worden zullen in functie staan van het type van organisatie van de ondernemingen en zullen bij gevolg variëren van de ene onderneming tot de andere.

De aanpassing van de arbeidsorganisatie moet derhalve onderzocht en besproken worden op het niveau van de ondernemingen zelf.

Ten einde de ondernemingsonderhandelingen op een gecoördineerde wijze te laten verlopen, acht het paritair comité het opportuun hierna het algemene kader uit te stippelen, evenals de modaliteiten en de procedure die moeten gerespecteerd worden bij deze ondernemingsonderhandelingen.

Artikel 3

De ondernemingsonderhandelingen met het oog op de invoering van de nieuwe arbeidsregelingen kaderen in de wet van 17 maart 1987 en de collectieve arbeidsovereenkomsten nummers. 42 en 42bis van de Nationale Arbeidsraad. Ze beogen de arbeidsduur van de bedienden, de verdeling van de gepresteerde uren over de dag en de week, en hiermee in verband, de berekening van de verloven in uren. Ze kunnen eveneens slaan op de deeltijdse arbeidsorganisatie en meer bepaald, op de controlemodaliteiten voor de gepresteerde arbeid
(RVA-formulier C.171). Elke ondernemingsovereenkomst zal bepalen :

  • de toepassing ervan op het voltijds- en/of deeltijds personeel ;
  • de referteperiode voor het berekenen van de gemiddelde arbeidstijd ;
  • de positieve weerslag op de tewerkstelling.

Indien er behoefte toe bestaat, kunnen de onderhandelingen eveneens tot voorwerp hebben de toepassing van artikel 20bis van de arbeidswet van 16 maart 1971, volgens de daarin voorziene modaliteiten.

Ondernemingsonderhandelingen zullen geen betrekking hebben op de zondagsarbeid, gezien dit probleem geregeld werd door het globaal akkoord voor de distributie dat tot stand kwam in 1987 en bevestigd werd door het koninklijk besluit van 3 december 1987 betreffende het tewerkstellen van werknemers op zondag in de distributiesector (Belgisch Staatsblad van 8 december 1987).

Ze zullen evenmin slaan op de arbeid op feestdagen of op de nachtarbeid.

Artikel 4

Wanneer een werkgever zich voorneemt de nieuwe arbeidsregelingen in te voeren, is hij ertoe gehouden aan de werknemers voorafgaandelijke geschreven inlichtingen te verstrekken over het type van arbeidsregeling en over de factoren die de invoering ervan rechtvaardigen. Indien er een ondernemingsraad bestaat worden de inlichtingen daaraan gegeven. Indien er geen ondernemingsraad bestaat, worden de inlichtingen aan de syndicale afvaardiging verstrekt. Bij gebrek aan syndicale afvaardiging, worden de inlichtingen gegeven aan elke werknemer afzonderlijk.

In de mate dat niet alle werknemers van de onderneming, van een afdeling van de onderneming of van verkooppunten met hetzelfde uithangbord bedoeld worden door de invoering van het nieuwe arbeidsregelingen, kan de inschakeling van de werknemers in het kader van deze arbeidsregelingen slechts gebeuren op vrijwillige basis.

Artikel 5

In de ondernemingen waar een syndicale afvaardiging bestaat, moet de overeenkomst getekend worden door de permanente vertegenwoordigers van alle organisaties die de leden van de syndicale afvaardiging hebben aangeduid. De overeenkomst moet worden neergelegd bij de griffie van de dienst van de collectieve arbeidsbetrekkingen van het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid.

Artikel 6

In de ondernemingen waar geen syndicale afvaardiging bestaat, zal de werkgever, na zijn werknemers te hebben geïnformeerd een geconsulteerd over de wijziging van het arbeidsregime, zijn voorstellen concretiseren onder de vorm van een ontwerp dat hij zal moeten voorleggen aan zijn werknemers en vervolgens aan het Paritair Comité voor de levensmiddelenbedrijven met talrijke bijhuizen. Dit zal nagaan of de wettelijke en conventionele procedure correct is gevolg en zich vervolgens uitspreken over de inhoud van het voorgelegde ontwerp. Het ontwerp van overeenkomst zal pas van kracht worden één maand na het unaniem akkoord van het paritair comité.

Artikel 7

Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor een onbepaalde duur. Zij treedt in werking op 17 november 1988.


Historiek
17/11/1988 31/12/2999 070302 Nieuwe arbeidsregelingen (grote flexibiliteit)