0501 Kerstpremie

Paritair (sub-)Comité nr.:
202.00.00-00.00

Bijwerking: 19/08/1997
Geldig vanaf: 01/01/1997
Geldig tot: 31/12/2001

Op 17 juni en 5 september 1994 werd een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten tot regeling van de toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomsten in de ondernemingen van het Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren. Deze CAO werd algemeen verbindend verklaard door een koninklijk besluit van 18 november 1994 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 20 januari 1995.

 

Krachtens artikel 3 en 4 van deze CAO blijven de CAO's gesloten in het Paritair Comité voor de levensmiddelenbedrijven met talrijke bijhuizen, waarvan de benaming werd gewijzigd in "Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren" van toepassing op de werkgevers van Groep A en hun bedienden. Zij zijn van toepassing op de werkgevers en de bedienden van Groep B vanaf 1 januari 1995. De definitie van de groepen vindt u terug in onze omzendbrief HFDST.2.2.

 

De kerstpremie werd geregeld in de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 mei 1990 tot vaststelling van de arbeids- en loonvoorwaarden. Deze collectieve arbeidsovereenkomst werd algemeen verbindend verklaard door een koninklijk besluit van 4 december 1990 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 18 december 1990. Zij werd achtereenvolgend gewijzigd door een CAO van 25 juni 1991 (KB 10 oktober 1991; BS 6 november 1991), door een CAO van 29 september 1993 (KB 1 april 1994; BS 14 juni 1994) en door een CAO van 15 mei 1997 (neergelegd op de Griffie van de Dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen en geregistreerd op 17 juni 1997 onder het nr. 44260/COB/202 - bericht van neerlegging BS 11 juli 1997).

 

De laatste wijziging betreft een verlaging van de verëiste anciënniteit om aanspraak te kunnen doen op de kerstpremie : men dient vier maanden in de onderneming werkzaam te zijn in plaats van zes maanden. Zij treedt in werking op 1 januari 1997.

 

A. Tekst CAO

TITEL 1 - Toepassingsgebied

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de bedienden van de ondernemingen welke ressorteren onder het Paritair Comité voor de levensmiddelenbedrijven met talrijke bijhuizen.

 

(...)

 

TITEL 3 - Loonvoorwaarden

(...)

 

HOOFDSTUK 3 - Overlonen en premies

(...)

 

4)   Kerstpremie

Artikel 45

Een kerstpremie, betaalbaar in geld, wordt toegekend aan de bedienden die in dienst zijn op 31 december en op dezelfde datum tijdens het beschouwde kalenderjaar vier al dan niet opeenvolgende maanden in de onderneming werkzaam zijn.

 

Artikel 46

Het bedrag van de kerstpremie en haar toekenningsmodaliteiten zijn de volgende :

1.   Voor het administratief- en verkooppersoneel, de filiaalhouder uitgezonderd, is het bedrag gelijk aan de tegenwaarde van het brutomaandloon van december. In de ondernemingen erkend als onderneming in moeilijkheden of als onderne­ming in buitengewoon ongunstige economische omstandigheden in de zin van de wet, is het bedrag gelijk aan de tegenwaarde van het brutomaandloon van december beperkt tot 60.000 F.

      Het bedrag dat in aanmerking wordt genomen is datgene welk als basis dient voor het berekenen van het vakantiegeld.

 

2.   Voor de filiaalhouder beloopt de premie een bedrag dat gelijk is aan het gemiddelde van de maandlonen welke in aanmerking worden genomen voor het bere­kenen van het vakantiegeld ; ze is begrensd tot 60.000 F.

      De filiaalhouder die de gemiddelde maandomzet van ten minste 408.109 F, aan het indexcijfer van de consumptieprijzen 141,24 spil van de stabilisatieschijf 139,85 - 142,66 (basis 1981 = 100) niet haalt, heeft geen recht op deze premie. De filiaalhouder die wordt geacht "normale arbeidsprestaties" te leveren krachtens artikel 10 van deze collectieve arbeidsovereenkomst, wordt evenwel geacht in de vereiste omstandigheden te verkeren om de premie te verkrijgen, hoeveel de behaalde omzet ook mogen bedragen.

 

Commentaar :      De filiaalhouder die wordt geacht "normale arbeidsprestaties" te leveren krachtens artikel 11 van de onderhavige CAO, is de filiaalhouder die in de eerste categorie geklasseerd is en waarvan de echtgenoot generlei inkomen heeft wegens beroepsactiviteiten, volledig bestendig pensioen of invaliditeit of waarvan het filiaal een maandomzet boekt van ten minste 771.472 F aan indexcijfer 141,24 ; de persoon die in hetzelfde filiaal zijn overleden echtgenoot opvolgt die wegens de familiale toestand werd geacht normale arbeidsprestaties te leveren ; de filiaalhouders die in 2e en 3e categorie zijn geklasseerd.

 

Artikel 47

De premie wordt uitbetaald vóór kerstdag.

 

Artikel 48

Aan het personeel dat is tewerkgesteld met gedeeltelijke dienstbetrekking, voor zover het aan de voorwaarden bepaald bij artikel 45 voldoet, wordt de kerstpremie betaald naar rato van hun arbeidsuren in verhouding tot het conventioneel aantal arbeidsuren, met dien verstande dat elke gedeeltelijk gewerkte dag ten minste als een halve dag wordt aangerekend.

 

Artikel 49

In geval van niet gerechtvaardigde afwezigheid wordt de premie ver­minderd ten belope van het overeenstemmend bedrag.

Elke afwezigheid welke in het kader van de wetgeving op de jaarlijkse vakantie wordt gelijkgesteld met arbeidsprestaties, wordt evenwel beschouwd als effectieve arbeidsprestatie.

De bediende die na het beëindigen van zijn militaire dienst het werk hervat in de onderneming heeft recht op de kerstpremie één maand na zijn werkhervatting ; deze premie wordt volledig of gedeeltelijk uitgekeerd, naar gelang de berekening voorzien door de wetgeving op de jaarlijkse vakantie.

 

Artikel 50

De kerstpremie is niet verschuldigd wanneer de bediende gestraft is geweest met één van de straffen welke daartoe zijn voorzien in de arbeidsovereenkomst voor de bediende of in het arbeidsreglement of wanneer hij in de loop van het kalenderjaar weggaat uit de onderneming ingevolge ontslag dat hij heeft gegeven of gekregen, behalve indien hij weggaat wegens pensionering of wegens bestendige invaliditeit.

De kerstpremie wordt evenwel prorata temporis toegekend aan de wegens economische of technische redenen ontslagen bediende.

 

Artikel 51

De filiaalhouder waarvan het saldo wegens tekort op inventaris dat verschuldigd is op 30 november gelijk is aan of groter is dan het bedrag van zijn waarborg, heeft geen recht op de kerstpremie.

De filiaalhouder waarvan het saldo wegens tekort op inventaris dat verschuldigd is op 30 november kleiner is dan het bedrag van zijn waarborg, heeft recht op een kerstpremie, waarvan het normaal bedrag echter wordt verminderd met het saldo wegens tekort op inventaris dat is verschuldigd.

De bepalingen van het eerste en het tweede lid hebben geen weerslag in geval de filiaalhouder geen waarborg heeft gestort.

 

Artikel 52

Krachtens een ondernemingsovereenkomst, gesloten met de afgevaardigden van de meest representatieve bediendenorganisaties kan de kerstpremie worden omgezet in andere gelijkwaardige voordelen.

 

Artikel 53

De toekenning van de kerstpremie mag niet tot gevolg hebben dat de belangrijkheid van de reeds op een andere wijze op het einde van het jaar toegekende premies toeneemt en waarvan het totaal bedrag het bedrag voorzien in artikel 46, begrensd tot 60.000 F, bereikt of overschrijdt.

 

(...)

 

TITEL 5 - Slotbepalingen

A) Minimumregels

Artikel 72

De bepalingen die voorafgaan zijn algemene regels. Zij maken slechts een verplicht minimum uit en mogen geen afbreuk doen aan bepalingen welke voor de bedienden voordeliger zijn, daar waar zulke bepalingen bestaan.

De loonschalen maken minimums uit, welke ook de wijze van berekening van het loon weze welke in de onderneming wordt toegepast. Deze bepalingen laten de werkgevers ten volle gelegenheid om de verdiensten van bepaalde bedienden in vergelijking met deze van hun collega’s die gelijkwaardige functies uitoefenen, te erkennen.

 

B) Afwijkingen

Artikel 73

(...)

Bbis. Ondernemingsovereenkomsten

      Artikel 73bis

      Van 1 april 1993 tot 31 maart 1994 blijven de bestaande ondernemingsovereenkomsten behouden.

 

D) Overeenkomsten die vervangen worden

Artikel 75

Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 maart 1980, gesloten in het Paritair Comité voor de levensmiddelenbedrijven met talrijke bijhuizen, tot vaststelling van de arbeids- en loonvoorwaarden, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 17 juni 1980, gewijzigd bij de collectieve arbeidsovereenkomsten van 23 april 1982 (koninklijk besluit van 4 augustus 1982), 9 februari 1983 (geregistreerd onder het nr. 8556/C0/202), 16 juni 1988 (koninklijk besluit van 23 september 1988) en 4 juli 1989 (geregistreerd onder het nr. 23790/CO/202), met uitzondering van de artikelen 59 en 60 die van kracht blijven.

 

E) Geldigheid

Artikel 76

Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 mei 1990. Zij is gesloten voor onbepaalde tijd.

 

(...)

 

B. Praktische schikkingen

 

Wij vestigen de aandacht van de werkgevers aangeslotenen bij het erkende sociaal secretariaat Groep S - Sociale Samenwerking vzw op het feit dat op de voorbereide prestatieopgaven, opgesteld voor de betaling van de kerstpremie, slechts de bedienden vermeld worden die in dienst zijn.

 

Desgevallend dient zij de bedienden toe te voegen die de onderneming verlaten hebben en recht zouden hebben op de kerstpremie.

 

 

 


Historiek
01/01/2024 31/12/2050 0501 Eindejaarspremie (Kerstpremie)
01/07/2007 31/12/2023 0501 Eindejaarspremie (Kerstpremie)
01/10/2005 30/06/2007 0501 Kerstpremie
01/07/2005 30/09/2005 0501 Kerstpremie
01/01/2002 30/06/2005 0501 Kerstpremie
01/01/1997 31/12/2001 0501 Kerstpremie