040101 0401 Loonvoorwaarden

Paritair (sub-)Comité nr.:
202.00.00-00.00

Bijwerking: 06/06/2002
Geldig vanaf: 01/01/1999
Geldig tot: 31/12/2001

Op 17 juni en 5 september 1994 werd een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten tot regeling van de toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomsten in de ondernemingen van het Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren. Deze CAO werd algemeen verbindend verklaard door een koninklijk besluit van 18 november 1994 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 20 januari 1995.

 

Krachtens artikel 3 en 4 van deze CAO blijven de CAO's gesloten in het Paritair Comité voor de levensmiddelenbedrijven met talrijke bijhuizen, waarvan de benaming werd gewijzigd in "Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren" van toepassing op de werkgevers van Groep A en hun bedienden. Zij zijn van toepassing op de werkgevers en de bedienden van Groep B vanaf 1 januari 1995.

 

De definitie van de groepen vindt u terug in onze omzendbrief Hfdst.2.2.

 

De loonvoorwaarden werden geregeld in de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 mei 1990 tot vaststelling van de arbeids- en loonvoorwaarden. Zij werd algemeen verbindend verklaard door een koninklijk besluit van 4 december 1990 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 18 december 1990. Zij werd achtereenvolgend gewijzigd door een CAO van 25 juni 1991 (KB 10 oktober 1991; BS 6 november 1991), door een CAO van 29 september 1993 (KB 1 april 1994; BS 14 juni 1994), door een CAO van 15 mei 1997 (KB 16 december 1997; BS 21 maart 1998) en door een CAO gesloten op 14 juni 1999 (KB 7 januari 2002: BS 30 januari 2002).

TITEL I - Toepassingsgebied

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de bedienden van de ondernemingen welke ressorteren onder het Paritair Comité voor de levensmiddelenbedrijven met talrijke bijhuizen.

(...)

TITEL III - Loonvoorwaarden

HOOFDSTUK I - Loonschalen

A. Verkooppersoneel van groep 1

Artikel 14

De vooruitgang van de loonschalen van het verkooppersoneel van groep I is per jaar. Ze is gespreid over een periode van 22 jaar, in functie van de anciënniteit in de onderneming.

Artikel 15

De totale vooruitgang van de minimumloonschalen van het verkooppersoneel van groep I, in absolute waarden en ten overstaan van index (...), is vastgesteld als volgt :

eerste categorie

 :

32.348 BEF à 38.016 BEF

tweede categorie

 :

34.544 BEF à 42.674 BEF

derde categorie

 :

36.538 BEF à 48.009 BEF

vierde categorie

 :

39.157 BEF à 51.673 BEF

De in de eerste alinea vastgestelde bedragen worden verhoogd met 600 BEF op 1 mei 1990. Dit bedrag is gesteld ten overstaan van de spilindex die van kracht is op het moment waarop de verhoging ingaat.

De in de eerste alinea vastgestelde bedragen worden op 1 oktober 1998 met 300 BEF verhoogd. Dit bedrag wordt geplaatst tegenover de geldende spilindex op het ogenblik waarop de verhoging ingaat.

De in eerste alinea vastgestelde bedragen worden verhoogd met 500 BEF op 1 juli 1999 en met 500 BEF op 1 juli 2001.  Deze bedragen worden gesteld ten overstaan van de spilindex die van kracht is op het moment waarop de verhoging ingaat.

Artikel 16

De minimummaandloonschalen van het verkooppersoneel van groep I worden vastgesteld in functie van volgende aanvangsleeftijden :

-      21 jaar voor de bedienden geklasseerd in eerste categorie

-      22 jaar voor de bedienden geklasseerd in tweede categorie

-      23 jaar voor de bedienden geklasseerd in derde categorie

-      25 jaar voor de bedienden geklasseerd in vierde categorie.

Artikel 17

De minimummaandloonschalen van het minderjarig verkooppersoneel van groep I worden vastgesteld voor alle categorieën volgens de volgende percentages van de minimummaandloonschalen op de leeftijd van 21 jaar :

-      97,50 % op 20 jaar

-      92,50 % op 19 jaar

-      87,50 % op 18 jaar

-      82,50 % op 17 jaar

-      75,00 % op 16 jaar.

Het percentage van 90 % is evenwel van toepassing op de leeftijd van 18 jaar bij minderjarige personeelsleden onderworpen aan de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 inzake de sociale zekerheid voor werknemers.

Artikel 18

De vooruitgang van de loonschalen in functie van de anciënniteit begint te evolueren vanaf het ogenblik waarop de bedienden de aanvangsleeftijd hebben bereikt vastgesteld in artikel 16.

De verhogingen ingevolge de vooruitgang in functie van de anciënniteit worden elk jaar betaald.

Artikel 19

De minimummaandloonschalen van het verkooppersoneel van de groep I zijn deze vastgesteld in de tabel opgenomen in bijlage 1.

Artikel 20

De werkelijke lonen van het verkooppersoneel van de groep I worden verhoogd met 600 BEF op 1 mei 1990. Dit bedrag is gesteld ten overstaan van de spilindex die van kracht is op het ogenblik waarop de verhoging ingaat.

Op 1 augustus 1992 worden de minimumlonen alsook de werkelijke lonen van het verkooppersoneel van groep I met 3 % verhoogd, met een minimum van 1.350 BEF voor de bedienden van 21 jaar of ouder en van 1.250 BEF voor de bedienden jonger dan 21 jaar. Voor het personeel van de ondernemingen Aldi, Colruyt, Delhaize de Leeuw, Match en Mestdagh, bedragen deze minima respectievelijk 1.500 BEF en 1.400 BEF.

Op 1 oktober 1998 worden de minimumlonen evenals de rëele lonen van de voltijdse bedienden met 300 BEF verhoogd (voor de deeltijdse bedienden wordt dit bedrag verhoudingswijze toegepast).

Op 1 juli 1999 en op 1 juli 2001 worden de werkelijke lonen van de voltijdse bedienden telkens verhoogd met 500 BEF bruto per maand (voor de deeltijdse bedienden wordt dit bedrag verhoudingsgewijs toegepast).

Overgangsbepalingen

Artikel 21

§1            De bedienden die vóór 1 mei 1990 genoten van de loonschalen van het verkooppersoneel van de groepen A I en A II, gaan over naar de loonschalen van de groep I. Zij worden in hun nieuwe loonschaal geplaatst in functie van hun werkelijk loon, met inbegrip van de 600 BEF verhoging bedoeld in artikel 20, op het niveau dat gelijk is of onmiddellijk hoger is. Aldus bekomen zij eventueel een fictieve anciënniteit of, in voorkomend geval, een fictieve leeftijd in de loonschaal beneden de normale aanvangsleeftijd in de categorie.

§2            De bedienden die vóór 1 mei 1990 genoten van de loonschalen van het verkooppersoneel van de groep B I, gaan over naar de loonschalen van de groep I. Zij worden in hun nieuwe minimumloonschaal van de sector geplaatst in functie van een anciënniteit die overeenstemt met hun leeftijd verminderd met de aanvangsleeftijd van hun loonschaal.

§3            Bij afwijking van de bepalingen van de artikelen 15, 16 en 17 en van § 1 van dit artikel geniet het verkooppersoneel van de groep I dat op 30 april 1990 was geklasseerd in de loonschalen van het verkooppersoneel van de groepen A I en A II, van de minimummaandlonen voorzien in de loonschalen voor het verkooppersoneel van de groep I verminderd met 900 BEF en dat van 1 mei 1990 tot 31 december 1991.

B. Administratief personeel en verkooppersoneel van de groep 2

Artikel 22

De vooruitgang van de loonschalen van het administratief personeel en van het verkooppersoneel van de groep II is jaarlijks. Zij is gespreid over een periode van tweeëntwintig jaar, in functie van de anciënniteit in de onderneming.

Artikel 23

De totale vooruitgang van de minimummaandloonschalen van het administratief personeel en van het verkooppersoneel van groep II, in absolute waarde en ten overstaan van de index (...) is vastgesteld als volgt :

eerste categorie

:

34.357 BEF à 40.392 BEF

tweede categorie

:

36.257 BEF à 45.357 BEF

derde categorie A

:

37.417 BEF à 46.790 BEF

derde categorie B

:

38.148 BEF à 51.286 BEF

vierde categorie

:

41.026 BEF à 55.677 BEF

vijfde categorie

:

42.649 BEF à 58.039 BEF

De in de eerste categorie vastgestelde bedragen worden verhoogd met 600 BEF op 1 mei 1990. Dit bedrag is gesteld ten overstaan van de spilindex die van kracht is op het ogenblik waarop de verhoging ingaat.

De in de eerste alinea vastgestelde bedragen worden op 1 oktober 1998 met 300 BEF verhoogd. Dit bedrag wordt geplaatst tegenover de geldende spilindex op het ogenblik waarop de verhoging gebeurt.

De in eerste alinea vastgestelde bedragen worden verhoogd met 500 BEF op 1 juli 1999 en met 500 BEF op 1 juli 2001.  Deze bedragen worden gesteld ten overstaan van de spilindex die van kracht is op het moment waarop de verhoging ingaat.

Artikel 24

De minimumloonschalen van het administratief personeel en van het verkooppersoneel van de groep II zijn vastgesteld in functie van de volgende aanvangsleeftijden :

-      21 jaar voor de bedienden geklasseerd in eerste categorie

-      22 jaar voor de bedienden geklasseerd in tweede categorie

-      23 jaar voor de bedienden geklasseerd in derde categorie

-      24 jaar voor de bedienden geklasseerd in vierde en vijfde categorie.

Artikel 25

De minimummaandloonschalen van het minderjarig administratief personeel en van het minderjarig verkooppersoneel van de groep II zijn vastgesteld voor alle categorieën volgens de volgende percentages van de minimumloonschalen op de leeftijd van 21 jaar :

-      97,50 % op 20 jaar

-      92,50 % op 19 jaar

-      87,50 % op 18 jaar

-      82,50 % op 17 jaar

-      75,00 % op 16 jaar.

Het percentage van 90 % is evenwel van toepassing op de leeftijd van 18 jaar bij minderjarige personeelsleden onderworpen aan de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 inzake de sociale zekerheid voor werknemers.

Artikel 26

De vooruitgang van de loonschalen in functie van de anciënniteit begint te evolueren vanaf het ogenblik waarop de bedienden de aanvangsleeftijd hebben bereikt vastgesteld in artikel 24.

De verhogingen ingevolge de vooruitgang in functie van de anciënniteit worden elk jaar betaald.

Artikel 27

De minimummaandloonschalen van het administratief personeel en het verkooppersoneel van de groep II zijn deze vastgesteld in de tabel opgenomen in bijlage 2.

Artikel 28

De werkelijke lonen van het administratief personeel en van het verkooppersoneel van groep II worden verhoogd met 600 BEF op 1 mei 1990.

Dit bedrag is gesteld ten overstaan van de spilindex die van kracht is op het ogenblik waarop de verhoging ingaat.

Op 1 augustus 1992 worden de minimumlonen alsook de werkelijke lonen van het administratief personeel en van het verkooppersoneel van groep II met 3 % verhoogd, met een minimum van 1.350 BEF voor de bedienden van 21 jaar of ouder en van 1.250 BEF voor de bedienden jonger dan 21 jaar. Voor het personeel van de ondernemingen Aldi, Colruyt, Delhaize de Leeuw, Match en Mestdagh, bedragen deze minima respectievelijk 1.500 BEF en 1.400 BEF.

Op 1 oktober 1998 worden de minimumlonen evenals de reële lonen van de voltijdse bedienden met 300 BEF verhoogd (voor de deeltijdse bedienden wordt dit bedrag verhoudingswijze toegepast).

Op 1 juli 1999 en op 1 juli 2001 worden de werkelijke lonen van de voltijdse bedienden telkens verhoogd met 500 BEF bruto per maand (voor de deeltijdse bedienden wordt dit bedrag verhoudingsgewijs toegepast).

Overgangsbepalingen

Artikel 29

§1            De bedienden die vóór 1 mei 1990 genoten van de loonschaal van het administratief personeel, gaan over naar de loonschalen van de groep II. Zij worden in hun nieuwe loonschaal geplaatst in functie van hun werkelijk loon, met inbegrip van de 600 BEF verhoging bedoeld in artikel 28, op het niveau dat gelijk is of onmiddellijk hoger is. Aldus bekomen zij eventueel een fictieve anciënniteit of, in voorkomend geval, een fictieve leeftijd in de loonschaal beneden de normale aanvangsleeftijd in de categorie.

§2            De bedienden die vóór 1 mei 1990 genoten van de loonschalen van het verkooppersoneel van de groep B II, gaan over naar de loonschalen van groep II. Zij worden in hun nieuwe minimumloonschaal van de sector geplaatst in functie van een anciënniteit die overeenstemt met hun leeftijd verminderd met de aanvangsleeftijd van hun loonschaal.

C. Filiaalhouders

Artikel 30

Wanneer in het filiaal buiten de filiaalhouder niet ten minste het ekwivalent van één persoon met voltijdse betrekking wordt tewerkgesteld, moet het loon van de filiaalhouder ten minste 4,5 % van de maandomzet bedragen, ongeacht het genot van huisvesting in het filiaal.

Aan het filiaalhouder wiens inventaris betreffende de periode die voorafgaat aan de betaling van het loon niet is afgesloten met een mali, wordt een toeslag van 0,25 % van de maandomzet toegekend. Deze toeslag omvat het gedeelte van het loon dat aan de filiaalhouder wordt toegekend.

In elk geval wordt aan de filiaalhouder van minimummaandloon gewaarborgd aan indexcijfer (...) van :

-      14.159 BEF voor een maandomzet beneden 279.353 BEF

-      17.280 BEF voor een maandomzet boven 279.353 BEF

Desgevallend betaalt de werkgever aan de belanghebbende de aanvullende RSZ-bijdrage die de bediende is verschuldigd om onderworpen te blijven aan de ziekte- en invaliditeitsverzekering.

 

Artikel 31

Wanneer in het filiaal één of twee personen buiten de filiaalhouder zijn tewerkgesteld en er een traditioneel verkoopsysteem wordt toegepast, moet het maandloon van de filiaalhouder ten minste 4,5 % van de maandomzet bereiken, ongeacht het genot van huisvesting in het filiaal.

Indien de inventaris betreffende de periode die voorafgaat aan de betaling van het loon niet met een mali wordt afgesloten, wordt een toeslag van 0,25 %. van de maandomzet toegekend. Deze toeslag omvat het gedeelte van het boni dat aan de filiaalhouder wordt toegekend.

De in voorgaand lid vermelde voordelen worden echter slechts gewaarborgd tot beloop van een maandomzet van 764.355 BEF aan indexcijfer (...). Wanneer de maandomzet 764.355 BEF overschrijdt, wordt het maandloon verhoogd met ten minste een bedrag dat 1 % bereikt van het gedeelte van de maandomzet boven dit bedrag.

Nochtans wordt de filiaalhouder een maandelijks minimumloon gewaarborgd van 35.016 BEF aan indexcijfer (...)

Artikel 32

Wanneer in het filiaal één of twee personen buiten de filiaalhouder zijn tewerkgesteld en er een verkoopsysteem in zelfbediening wordt toegepast, wordt aan de filiaalhouder een maandelijks minimumloon gewaarborgd van 35.653 BEF aan indexcijfer (...).

Artikel 33

Wanneer in het filiaal drie of meer personen worden tewerkgesteld buiten de filiaalhouder, worden aan de filiaalhouder volgende forfaitaire minimummaandlonen gewaarborgd aan indexcijfer (...) :

a)    40.748 BEF in de filialen waar drie tot en met vier personen, de filiaalhouder uitgezonderd, zijn tewerkgesteld

b)    45.631 BEF in de filialen waar vijf tot en met tien personen, de filiaalhouder uitgezonderd, zijn tewerkgesteld

c)    53.290 BEF in de filialen waar elf tot en met twintig personen, de filiaalhouder uitgezonderd, zijn tewerkgesteld

d)    61.865 BEF in de filialen waar eenentwintig personen en meer, de filiaalhouder uitgezonderd, zijn tewerkgesteld.

Artikel 34

De voor de filiaalhouder voorziene lonen worden niet beïnvloed door een loonschaal gebaseerd op de leeftijd of op de anciënniteit ; ze mogen geen vermindering tot gevolg hebben voor bedoeld personeel dat reeds hogere voordelen geniet.

Artikel 35

De werkelijke lonen van de filiaalhouders die niet met commissieloon worden beloond worden verhoogd met 600 BEF op 1 mei 1990.

Op 1 augustus 1992 worden de minimumlonen van de filiaalhouders alsook de werkelijke lonen van de filiaalhouders die niet met commissieloon worden beloond met 3 % verhoogd, met een minimum van 1.350 BEF Voor de filiaalhouders van de ondernemingen Aldi, Colruyt, Delhaize de Leeuw, Match en Mestdagh, bedraagt dit minimum 1.500 BEF.

Op 1 oktober 1998 worden de minimumlonen van de filiaalhouders evenals de reële lonen van de filiaalhouders die niet per commissie worden betaald met 300 BEF verhoogd.

Op 1 juli 1999 en op 1 juli 2001 worden de minimumlonen van de filiaalhouders evenals de reële lonen van de filiaalhouders die niet per commissie worden betaald telkens met 500 BEF verhoogd.

HOOFDSTUK II - Toepassingsmodaliteiten van de loonschalen

1. Toekenning van de verhogingen ingevolge de vooruitgang van de loonschalen

Artikel 36

De verhogingen die het gevolg zijn van de vooruitgang van de loonschalen worden door de werkgever betaald :

-      hetzij de eerste maand die volgt op deze van de datum van indiensttreding van de bediende ;

-      hetzij op een andere datum van het jaar die paritair is afgesproken in de onderneming.

2. Deeltijds tewerkgesteld personeel

Artikel 37

Voor het deeltijds tewerkgesteld personeel worden de loonschalen alsook de verhogingen van de minimumlonen en van de werkelijke lonen naar rato van zijn arbeidsuren in verhoudingen tot het conventioneel aantal arbeidsuren berekenen.

3. Bevordering in een hogere categorie

Artikel 38

De bevordering in een hogere categorie heeft de onmiddellijk toekenning tot gevolg van het loon van de nieuwe categorie.

4. Administratief personeel buiten categorie

Artikel 39

Alle leden van het administratief personeel die geklasseerd zijn boven de vierde categorie en waarvan de functie niet overeenstemt met de criteria van deze laatste, bekomen een merkelijk hoger loon - ten minste 20 % alle premies inbegrepen - dan dit van de bedienden van de vierde categorie.

5. Commerciële kosten

Artikel 40

Behoudens tegenbeding in de vrij door de partijen aangegane verbintenissen, mag het loon in geen geval zijn bezwaard met commerciële kosten ten laste van de filiaalhouder, behalve wanneer deze kosten door de filiaalhouder zijn gemaakt geweest zonder toelating van de werkgever.

HOOFDSTUK III - Overlonen en premies

1. Late openingstijden van de winkels

Artikel 41

In de filialen die aan de verkoop van ekwivalent van meer dan vier personen voltijds tewerkstellen buiten de filiaalhouder en die toegankelijk voor het publiek tot twintig uur, wordt aan het verkooppersoneel met uitzondering van de filiaalhouder een bijkomende vergoeding toegestaan voor de arbeidsprestaties welke na achttien uur worden geleverd. Deze bijkomende vergoeding beloopt voor de eerste vijf dagen van de week 40 % en voor de zaterdag 75 % van het normaal loon. Ze wordt berekend op basis 156 werkuren per maand en mag niet worden samengevoegd met de toeslagen voorzien wanneer de overeengekomen wekelijkse arbeidsduur wordt overschreden.

Met ingang van 1 januari 2001 wordt deze bijkomende vergoeding berekend op basis van 151,66 werkuren per maand.

2. Voordelen in natura

Artikel 42

De aan het verkooppersoneel, de filiaalhouder uitgezonderd toegekende voordelen in natura zijn van het maandloon aftrekbaar, maar forfaitaire bedragen welke thans per dag als volgt zijn aan te rekenen :

-      22 BEF voor het ontbijt

-      44 BEF voor het middagmaal

-      34 BEF voor het avondmaal

-      30 BEF voor de huisvesting.

Artikel 43

De voordelen in natura welke worden toegekend aan de filiaalhouders en voortvloeien uit het verschaffen van huisvesting worden geschat op 1.700 BEF voor de grote agglomeraties en op 1.350 BEF voor de andere gemeenten. Deze voordelen komen niet in aanmerking bij het berekenen van de lonen bepaald in de artikelen 31, 32, 33 en 34.

Daarentegen komen ze wel in aanmerking voor het berekenen van de bijdragen voor de sociale zekerheid ten laste van de werkgever en de bediende, en evenzo voor de fiscale inhoudingen.

Aan de houder van een filiaal waar, buiten de filiaalhouder, drie personen en meer in dienst zijn, wordt door de werkgever geen gratis huisvesting verstrekt.

3. Inventarisvergoeding

Artikel 44

Aan de filiaalhouder die op basis van het omzetcijfer wordt betaald, wordt een inventarisvergoeding toegekend voor de sluitingsdag van de winkel, in de mate de sluiting een hele dag betreft.

Deze vergoeding wordt evenwel niet toegekend in geval een nieuwe tegeninventaris omwille van eerder vastgestelde mali.

Het bedrag van deze vergoeding is gelijk aan het dagloon berekend volgens de modaliteiten vastgesteld voor het loon van een feestdag.

(...)

TITEL VI - Slotbepalingen

A. Minimumregels

Artikel 72

De bepalingen die voorafgaan zijn algemene regels. Zij maken slechts een verplicht minimum uit en mogen geen afbreuk doen aan bepalingen welke voor de bedienden voordeliger zijn, daar waar zulke bepalingen bestaan.

De loonschalen maken minima uit, welke ook de wijze van berekening van het loon weze welke in de onderneming wordt toegepast. Deze bepalingen laten de werkgevers ten volle gelegenheid om de verdiensten van bepaalde bedienden in vergelijking met deze van hun collega’s die gelijkwaardige functies uitoefenen, te erkennen.

B. Afwijkingen

Artikel 73

In afwijking van de bepalingen van de artikelen 20, 28 en 35 van deze collectieve arbeidsovereenkomst, zal de bedoelde verhoging in de hierna genoemde ondernemingen op de volgende data worden toegepast :

-      voor de bedienden van Courthéoux-Fradis (tak Profi) : op 1 december 1992 ;

-      voor de bedienden van de winkels waar minder dan 9 personen in de verkoop worden tewerkgesteld, de filiaalhouder uitgezonderd van de ondernemingen Battard en Alimo alsook de bedienden van de firma's Beaughée-Montulet, Deldis, Derkenne-Couline, Economie Populaire, Echo en Vendex Food : op 1 januari 1993.

 

Artikel 73 bis

Van 1 april 1993 tot 31 maart 1994 blijven de bestaande ondernemingsovereenkomsten behouden.

D. Overeenkomsten die vervangen worden

Artikel 75

Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 maart 1980, gesloten in het Paritair Comité voor de levensmiddelenbedrijven met talrijke bijhuizen, tot vaststelling van de arbeids- en loonvoorwaarden, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 17 juni 1980, gewijzigd bij de collectieve arbeidsovereenkomsten van 23 april 1982 (koninklijk besluit van 4 augustus 1982), 9 februari 1983 (geregistreerd onder het nr. 8556/C0/202), 16 juni 1988 (koninklijk besluit van 23 september 1988) en 4 juli 1989 (geregistreerd onder het nr. 23790/CO/202), met uitzondering van de artikelen 59 en 60 die van kracht blijven.

E. Geldigheid

Artikel 76

Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 mei 1990. Zij is gesloten voor onbepaalde tijd.

(...)

 

 

 


Historiek
01/12/2021 31/12/2050 040101 Loonvoorwaarden
01/07/2019 30/11/2021 040101 Loonvoorwaarden
01/07/2017 30/06/2019 040101 0401 Loonvoorwaarden
01/07/2015 30/06/2017 040101 0401 Loonvoorwaarden
01/12/2011 30/06/2015 040101 0401 Loonvoorwaarden
01/07/2007 30/11/2011 040101 0401 Loonvoorwaarden
01/07/2005 30/06/2007 040101 0401 Loonvoorwaarden
01/01/2003 30/06/2005 040101 0401 Loonvoorwaarden
01/01/2002 31/12/2002 040101 0401 Loonvoorwaarden
01/01/1999 31/12/2001 040101 0401 Loonvoorwaarden