070503 Zondagsarbeid en arbeid op feestdagen (leerlingen-stagiairs)

Paritair (sub-)Comité nr.:
201.00.00-00.00

Bijwerking: 10/10/2002
Geldig vanaf: 01/09/2002

In deze sector is zondagsarbeid/op feestdagen toegelaten voor leerlingen-stagiairs (voorwaarden).

1. Algemeen

Krachtens artikel 32, § 2 van de Arbeidswet van 16 maart 1971, kan de Koning toestaan dat alle jeugdige werknemers (d.w.z. de werknemers onder 18 jaar) of enkel bepaalde categorieën ervan op zon- en feestdagen in bepaalde bedrijfstakken, bedrijven of beroepen voor het uitvoeren van bepaalde werken worden tewerkgesteld.

2. PC 201

De Koning heeft gebruik gemaakt van deze mogelijkheid in het koninklijk besluit van 2 augustus 2002 waarbij aan de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de zelfstandige kleinhandel de toelating wordt verleend om sommige leerlingen-stagiairs op zondag tewerk te stellen (BS 3 september 2002).

Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder " leerlingen-stagiairs " : de leerlingen die 15 jaar of ouder zijn, die niet meer onderworpen zijn aan de voltijdse leerplicht en die ingeschreven zijn in het Nederlandstalig voltijds secundair onderwijs, welke tijdelijk in een onderneming worden tewerkgesteld in het kader van een stage die voorzien wordt in het leerprogramma van de studierichting die zij volgen.

De werkgevers mogen de leerlingen-stagairs in het kader van de stage gedurende drie zondagen per schooljaar tewerkstellen, onder de bij de artikelen 32, § 3, en 33, § 2, van de arbeidswet van 16 maart 1971 bepaalde voorwaarden, voorzover het leerlingen betreft van het derde leerjaar van de derde graad (specialisatie) van het technisch secundair onderwijs, studierichting verkoop en distributie of van het derde leerjaar van de derde graad (specialisatie) van het beroepssecundair onderwijs, studierichting verkoop en vertegenwoordiging.

De zondagen moeten worden gekozen onder die zondagen waarop de tewerkstelling van werknemers voor de bij artikel 1 bedoelde werkgevers mogelijk is overeenkomstig het koninklijk besluit van 7 november 1966 betreffende de tewerkstelling op zondag in kleinhandelszaken en kapperssalons gevestigd in badplaatsen, luchtkuuroorden en toeristische centra of het koninklijk besluit van 3 december 1987 betreffende het tewerkstellen van werknemers op zondag in de distributiesector.

De werkgever die gebruik wenst te maken van de bij het eerste lid bepaalde afwijking van het verbod om werknemers 's zondags tewerk te stellen, brengt vooraf de inspecteur-districtshoofd van de Inspectie van de sociale wetten, bevoegd voor de plaats waar de onderneming gelegen is, en, in voorkomend geval, de vakbondsafvaardiging op de hoogte overeenkomstig de voorschriften bepaald bij de voornoemde koninklijke besluiten van 7 november 1966 en 3 december 1987.

De jongere mag tijdens de stage die voorzien wordt in het leerprogramma gedurende drie zondagen per schooljaar.

Krachtens artikel 32, § 3 van de Arbeidswet, mag de jongere in geen geval meer dan één zondag op twee arbeid verrichten, behalve met voorafgaande toelating van de Sociale Inspectie.

Krachtens artikel 33, § 2 van de Arbeidswet, heeft de jongere die op zondag arbeid heeft verricht recht op een wekelijkse onbetaalde inhaalrust van minimum 36 opeenvolgende uren.


Historiek
01/09/2002 31/12/2999 070503 Zondagsarbeid en arbeid op feestdagen (leerlingen-stagiairs)