02 Bevoegdheid van het paritair comité

Paritair (sub-)Comité nr.:
201.00.00-00.00

Bijwerking: 27/11/2008
Geldig vanaf: 29/12/2006

Werknemers die hoofdzakelijk intellectuele arbeid verrichten en hun werkgevers, te weten de kleinhandelszaken die niet ressorteren onder de paritaire comités voor de grote kleinhandelszaken, voor de warenhuizen en voor de levensmiddelenbedrijven met talrijke bijhuizen.

RSZ-kengetal: 100.

In het Belgisch Staatsblad van 15 mei 1973 verscheen het koninklijk besluit van 22 maart 1973 tot oprichting en tot vaststelling van de benaming en van de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de zelfstandige kleinhandel.

Wij geven u hierna de bevoegdheid van het paritair comité en vervolgens enige commentaar en praktische schikkingen.

1. Bevoegdheid

Het Paritair Comité voor de zelfstandige kleinhandel is bevoegd voor:

“de werknemers die hoofdzakelijk intellectuele arbeid verrichten en hun werkgevers, te weten de kleinhandelszaken die niet ressorteren onder de paritaire comités voor de grote kleinhandelszaken, voor de warenhuizen en voor de levensmiddelenbedrijven met talrijke bijhuizen”.

2. Commentaar

1. Begrip kleinhandel

De definitie van het begrip "kleinhandel" is de volgende:

"voor de toepassing van dit besluit moet als kleinhandelsbedrijvigheid worden beschouwd het wederverkopen op gewone wijze, in eigen naam en voor eigen rekening, van goederen aan verbruikers en aan kleine gebruikers, zonder deze goederen andere behandelingen te doen ondergaan dan die welke in de handel gebruikelijk zijn".

De definitie van groothandel is de volgende:

"moet worden beschouwd als groothandelsbedrijvigheid het aankopen op gewone wijze, in eigen naam en voor eigen rekening, van goederen en het wederverkopen van deze goederen hetzij aan andere groot- of kleinhandelaars, hetzij aan verwerkers, beroepsgebruikers en andere belangrijke gebruikers. De goederen mogen wederverkocht worden hetzij in de staat waarin zij zich bevinden, hetzij na verwerking, behandeling of conditionering zoals deze in de groothandel gebruikelijk zijn".

Het is dus niet helemaal correct te beweren, zoals het Arbeidshof van Bergen doet, dat de wetgever het begrip kleinhandel nergens gedefinieerd heeft. Het Hof komt niettemin tot nagenoegd dezelfde conclusie in twee arresten. In het eerste verwijst het naar de commerciële gebruiken, volgens welke de benaming "groothandelaar" gereserveerd wordt voor "degene die zich bij een voortbrenger bevoorraadt en de goederen niet aan de verbruiker verkoopt, doch aan een tussenpersoon, die rechtstreeks (detailhandelaar) of niet (half groothandelaar) tot de verdeling zal overgaan." (Arbh. Bergen, 2e K, 10 januari 1977, A.R. 2.726) In het tweede arrest besluit het Hof: "Indien men de doorverkoop beoogt, wordt de handelsdaad een daad van groothandel. Indien men het goed verwerft, welke ook de kwantiteit weze, met het oog op het verbruik of het direct gebruik, d.w.z. zonder tussentransactie, staat men voor een daad van detailhandel." (Arbh. Bergen, 2e K, 11 juni 1979, AR 2726).

Er bestaat geen paritair comité dat bevoegd is voor groothandelsactiviteiten. Soms zal een groothandel ressorteren onder het paritair comité dat ook bevoegd is voor de productie. Een groothandel in kleding of confectie ressorteert voor zijn bedienden b.v. onder het Paritair Comité voor de bedienden uit de kleding- en confectienijverheid (215). Bij gebrek aan een specifiek paritair comité, valt een groothandel echter onder het Aanvullend Paritair Comité voor bedienden (200).

2. Concurrerende paritaire comités voor de kleinhandel

Om te weten of het Paritair Comité voor de zelfstandige kleinhandel bevoegd is voor een onderneming, dient men uiteraard ook de bevoegdheid van de drie andere, specifiek voor de kleinhandel opgerichte paritaire comités te kennen.

2.1. Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren (P.C. 202)

Het koninklijk besluit dat de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de zelfstandige kleinhandel bepaalt, zou eigenlijk moeten gewijzigd worden. De benaming van het Paritair Comité voor de levensmiddelenbedrijven met talrijke bijhuizen werd immers gewijzigd in Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren.

De bevoegdheid van dit paritair comité kan als volgt worden samengevat:

Artikel 2

Bevoegd voor de bedienden en hun werkgevers, waarvan de ondernemingsactiviteit hoofdzakelijk bestaat uit de algemene of de gespecialiseerde kleinhandel in voedingswaren.

Artikel 3

De bevoegdheid van het paritair comité is beperkt tot:

de werkgevers waarvan de activiteit hoofdzakelijk bestaat uit de algemene kleinhandel in voedingswaren en die minstens twintig werknemers tewerkstellen;

de werkgevers waarvan de activiteit hoofdzakelijk bestaat uit de gespecialiseerde kleinhandel in voedingswaren en die minstens vijftig werknemers tewerkstellen;

de ondernemingen bestaande uit een maatschappelijke zetel en minstens twee bijhuizen, waarvan de activiteit hoofdzakelijk bestaat uit de gespecialiseerde kleinhandel in voedingswaren en waar minstens vijfentwintig werknemers worden tewerkgesteld.

Artikel 4

Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:

  • algemene kleinhandel in voedingswaren : de kleinhandel in een redelijke verhouding, van de in de verschillende koopwarengroepen begrepen goederen bestaande uit voedingsproducten (kruidenierswaren, vlees en vleeswaren, groenten, fruit en aardappelen, zuivelproducten, dranken, diepvriesproducten en dergelijke) als courante gebruiksgoederen (onderhoudsproducten, non-foodartikelen, rookartikelen, plastiek- en papierwaren, toilet- en parfumerieartikelen en dergelijke);
  • gespecialiseerde kleinhandel in voedingswaren : de kleinhandel in voedingswaren die niet behoort tot de algemene kleinhandel in voedingswaren.

Artikel 5

De aantallen van twintig, vijfentwintig en vijftig werknemers worden bekomen door het totaal aantal werknemers tewerkgesteld op de laatste dag van de vier burgerlijke kwartalen van het vorige jaar te delen door het aantal kwartalen waarvoor een aangifte in de loop van het voorgaande jaar werd ingediend bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid. Voor de eerste maal worden deze cijfers berekend op basis van het derde en vierde kwartaal van 1993. Bij het eerste jaar tewerkstelling is het in aanmerking te nemen aantal, het aantal werknemers tewerkgesteld op de laatste dag van het eerste burgerlijk kwartaal waarvoor betrokken firma een aangifte bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid heeft ingediend.

2.2. Paritair Comité voor de grote kleinhandelszaken (P.C. 311)

Het Paritair Comité voor de grote kleinhandelszaken is bevoegd voor de ondernemingen waar gewoonlijk minder dan drie onderscheiden handelstakken worden geëxploiteerd en waar het arbeiders- en bediendenpersoneel met een bestendige sterkte van ten minste vijftig personen is tewerkgesteld.

2.3. Paritair Comité voor de warenhuizen (P.C. 312)

Het Paritair Comité voor de warenhuizen is bevoegd voor de ondernemingen waar gewoonlijk ten minste drie onderscheiden handelstakken worden geëxploiteerd en waar het arbeiders- en bediendenpersoneel met een bestendige sterkte van ten minste vijftig personen is tewerkgesteld.

3. Hoofd- en nevenactiviteit

Het kan gebeuren dat een onderneming zowel een kleinhandels- als een groothandelsactiviteit ontplooit. In dat geval ressorteert die onderneming onder het Paritair Comité voor de zelfstandige kleinhandel, op voorwaarde dat de kleinhandelsactiviteit de hoofdzakelijke bedrijvigheid is.

4. Aan-huis-verkoop

De bevoegdheid van het Paritair Comité voor de zelfstandige kleinhandel is geenszins beperkt tot de verkoop in winkelruimtes. Ook de aan-huis-verkoop of ambulante kleinhandel ressorteert onder dit paritair comité. (Arbh. Gent, 9de K., 20 maart 1985, JTT, 1986, blz. 262)

5. Scheikundige producten

Het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid (207) is bevoegd voor ondernemingen die handel drijven in scheikundige producten, met uitzondering van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de grote kleinhandelszaken, het Paritair Comité voor de warenhuizen of het Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren. Een kleinhandelsonderneming in parfumerie, zeep, verf, enz. die niet ressorteert onder één van de drie voormelde paritaire comités, ressorteert dus niet onder het Paritair Comité voor zelfstandige kleinhandel maar onder het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid.

6. Apotheken

Tenslotte wijzen we u nog op het bestaan van het Paritair Comité voor de apotheken en tarifikatie-diensten (313). Apotheken vallen dus evenmin onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de zelfstandige kleinhandel.

3. Praktische schikkingen

Het inschrijvingsnummer bij de RSZ van de werkgevers die ressorteren onder het Paritair Comité voor de zelfstandige kleinhandel wordt voorafgegaan door kengetal 100.

De bovenstaande tekst moet u toelaten na te gaan of het paritair comité 201 bevoegd is voor uw onderneming. Werkgevers aangesloten bij Group S - Sociaal Secretariaat vzw die onder dit paritair comité gerangschikt worden en menen dat dit paritair comité niet of niet meer bevoegd is voor hun onderneming, dienen contact te nemen met onze diensten.


Historiek
29/12/2006 31/12/2999 02 Bevoegdheid van het paritair comité
29/12/2006 30/12/2006 02 Bevoegdheid van het paritair comité
18/02/2003 28/12/2006 02 Bevoegdheid van het paritair comité
05/02/2003 04/02/2003 02 Bevoegdheid van het paritair comité en oprichting van de regionale overlegorganen
01/01/1998 04/02/2003 02 Bevoegdheid van het paritair comité en oprichting van de regionale overlegorganen