Protocol van sectorakkoord 2021-2022

23/11/2021

Sectorakkoord 2021-2022

Op 18 november 2021 werd in het PC 200 een protocol van sectorakkoord gesloten. De volledige tekst van het protocolakkoord bevindt zich in hoofdstuk 01 van de sectorale documentatie.

Opgelet! Het betreft een akkoord. Verschillende delen van dit sectoraal akkoord maken het voorwerp uit van afzonderlijke CAO's. Wij zullen de verschillende onderwerpen systematisch in het daartoe voorziene hoofdstuk behandelen.

U vindt hierna een samenvatting van de voornaamste voordelen die ingevolge dit akkoord aan de bedienden moeten worden toegekend.

1. Loonsverhoging (hoofdstuk 0402)

Op 01/12/2021, verhoging van de sectorale minimumloonschalen met 0,4%

Op 01/12/2021, verhoging van de reële bruto maandlonen met 0,4%  

  • niet-toepassing van de verhoging in geval van volgens de modaliteiten eigen aan de onderneming toegekende loonsverhogingen (andere dan baremaverhogingen op basis van beroepservaring en/of anciënniteit) en/of andere gelijkwaardige voordelen in koopkracht in de periode 2021-2022
  • aanrekening op de verhoging van eenmalige premies toegekend in de periode 2021-2022
  • de totale loonkost van de loonsverhogingen/voordelen in koopkracht per bediende aanrekenen op de loonkost (bruto + patronale RSZ-bijdragen) van de verhoging van de reële maandlonen. 
  • de bruto loonsverhoging van 0,4% of het gelijkwaardig voordeel moet recurrent zijn vanaf 1/1/2023

Procedure voor de toepassing van het gelijkwaardig voordeel:

  • bedrijfsakkoord tegen uiterlijk 30/11/2021 als er een vakbondsafvaardiging bestaat
  • schriftelijke en individuele kennisgeving door de werkgever tegen uiterlijk 30/11/2021 bij afwezigheid van vakbondsafvaardiging

2. Coronapremie (hoofdstuk 0603)

Premie te betalen in de vorm van consumptiecheques met een maximale nominale waarde van 10 EUR per cheque

Bedoelde ondernemingen = ondernemingen (TBE's) die de volgende 2 cumulatieve voorwaarden vervullen:

  • een positieve bedrijfswinst (code 9901) behalen in 2019 en 2020 (kalenderjaren)
  • stijging van de omzet (code 70), of brutomarge (code 9900) als de omzet niet beschikbaar is, met minstens 5% in 2020 ten opzichte van 2019

Bedoelde bedienden = bedienden in dienst (= met een arbeidsovereenkomst) op 30/11/2021

Bedrag 

  • 125 EUR als de stijging 5 tot 10% bedraagt
  • 250 EUR als de stijging minstens 10% bedraagt

De stijging moet op autonome wijze zijn behaald, niet door bijzondere gebeurtenissen zoals een fusie of overname.

Pro rata 

  • op basis van de effectieve en gelijkgestelde prestaties tussen 01/12/2020 en 30/11/2021 (gelijkgestelde prestaties = prestaties die worden gelijkgesteld voor de eindejaarspremie + de periodes van werkloosheid wegens corona)
  • op basis van de arbeidsregeling van deeltijdse bedienden op 30/11/2021

Aftrek van de coronapremie die al werd toegekend op ondernemingsvlak

Schriftelijke mededeling van de werkgever aan de vakbondsafvaardiging of, bij ontstentenis ervan, aan de bedienden over de toekenning van de premie uiterlijk op 15/12/2021

Betalingsdatum: uiterlijk op 31/12/2021

3. Tijdelijke jaarpremie in aanloop naar een aanvullende pensioenregeling (hoofdstuk 0601)

Aanpassing van de cao van 1/7/2019 betreffende de koopkracht – bijzondere regeling  (hoofdstuk 0602): behoud tot 1/1/2030 (in plaats van 1/1/2025) van de verplichting om de tijdelijke jaarpremie in aanloop naar een aanvullende pensioenregeling te betalen met het loon van december

4. Eindejaarspremie (hoofdstuk 05)

Voor de vereiste anciënniteit van 6 maanden voor de eindejaarspremie wordt rekening gehouden met de periode van tewerkstelling als uitzendkracht die aan de aanwerving in een gelijkaardige functie voorafgaat. Inactiviteitsperiodes van maximum 7 dagen worden meegeteld in de periode van tewerkstelling als uitzendkracht.  

5. SWT (hoofdstuk 21)

Verlenging van de volgende regelingen tot 30/6/2023  (overgang naar 60 jaar):

  • SWT zwaar beroep (hoofdstuk 2102): 60 jaar – 35 loopbaanjaren 
  • SWT nachtarbeid/zwaar beroep (hoofdstuk 2103) : 60 jaar – 33 loopbaanjaren
  • SWT lange loopbaan (hoofdstuk 2104) : 60 jaar – 40 loopbaanjaren

6. Vrijstelling van de verplichting inzake aangepaste beschikbaarheid 

Toetreding van de sector tot de cao's betreffende de toekenningsvoorwaarden van de vrijstelling van de verplichting inzake aangepaste beschikbaarheid (cao 153 en 155 van de NAR)

7. Tijdskrediet (hoofdstuk 28)

Verlenging tot 31/12/2023 van de cao tijdskrediet (hoofdstukken 2803, 2804 en 2805) met inbegrip van tijdskrediet met motief (hoofdstuk 2801)

Verlenging tot 30/6/2023 van de cao tijdskrediet lange loopbaan (hoofdstuk 2802): 55 jaar  (1/5 vermindering en ½ vermindering) voor lange loopbaan 35 jaar, zwaar beroep en 20 jaar nachtarbeid

Verlenging tot 30/6/2023 van de premie van het sociaal fonds voor 1/5 prestatieverminderingen eindeloopbaan vanaf 60 jaar en 1/5 vanaf 55 jaar (lange loopbaan 35 jaar, zwaar beroep en 20 jaar nachtarbeid) (hoofdstuk 280602)

Verlenging van de aanmoedigingspremies van de Vlaamse Gemeenschap (hoofdstuk 280603).

8. Telewerk

Aanbeveling aan ondernemingen die telewerk toepassen om het onderwerp te bespreken in het kader van de sociale dialoog op ondernemingsvlak.

Aanbeveling aan ondernemingen om in het CPBW de discussie over de connectie op gang te brengen en de actoren bewust te maken van het risico van buitensporige connectiviteit.

9. Opleiding  (hoofdstuk 48)

Verlenging van de cao van 1/7/2019 inzake opleiding voor de periode 2022-2023:

  • toekenning van een gemiddelde van 6 opleidingsdagen per VTE in ondernemingen met 20 werknemers of meer 
  • toekenning van een gemiddelde van 4,5 opleidingsdagen per VTE in ondernemingen met minstens 10 en minder dan 20 werknemers
  • toekenning van een gemiddelde van 4 opleidingsdagen per VTE in ondernemingen met minder dan 10 werknemers

10. Bijdrage Sociaal Fonds (hoofdstuk 1902)

Verlenging tot 31/12/2023 van de werkgeversbijdrage van 0,23% van de brutolonen van de bedienden

Verlenging van de akkoorden voor risicogroepen

11. Mobiliteit (hoofdstuk 1202)

Vanaf 1/7/2022, toekenning van een fietsvergoeding van 20 cent per effectief afgelegde km tussen de woonplaats en de plaats van tewerkstelling, met een maximum van 8 EUR (max. 40 km heen en terug) per arbeidsdag. Cumulatie met tussenkomst in het openbaar vervoer mogelijk.

Vanaf 1/1/2022, bruto jaarlijkse loongrens voor de werkgeverstussenkomst in de vervoerskosten voor privévervoer = 29.680 EUR.

Voor meer informatie, zie het hoofdstuk 01 van de sectorale documentatie.