Coronavirus: gelegenheidswerk in land- en tuinbouw – wijzigingen voor 2021

11/01/2021

Wegens de coronapandemie wordt het aantal dagen waarvoor werkgevers van de land- en tuinbouwsector gebruik kunnen maken van het voordeligere systeem van gelegenheidswerk (bijdragen berekend op een forfaitair dagbedrag in plaats van op het werkelijke brutoloon) voor 2021 gewijzigd.

Verhoging van het aantal dagen gelegenheidswerk voor land- en tuinbouw

De quota voor gelegenheidswerk voor 2021 zijn als volgt:

  • voor de landbouw: maximum 60 dagen (in plaats van 30) per kalenderjaar;
  • voor de tuinbouw: maximum 100 dagen (in plaats van 65) per kalenderjaar.

Specifieke regel voor de fruitteelt

Voor de fruitteelt wordt voorzien in een extra quotum van 35 dagen (bovenop de 65 dagen) en dit voor 33 % van het aantal gelegenheidswerknemers die u als werkgever in 2020 hebt aangegeven, voor zover gelijktijdig aan de volgende voorwaarden is voldaan:

  • voor het jaar 2021 een tewerkstellingsvolume, uitgedrukt in voltijds equivalent, aantonen dat minstens gelijk is aan het gemiddelde van de vier multifunctionele aangiften bij de RSZ voor het kalenderjaar 2019;
  • uiterlijk op 15 april 2021 een schriftelijke aanvraag richten aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf en aan het Waarborg- en Sociaal Fonds voor het tuinbouwbedrijf. Deze aanvraag moet een verklaring bevatten waarbij de werkgever zich ertoe verbindt om:
    • de sociale wetgeving en de collectieve arbeidsovereenkomsten correct toe te passen;
    • geen gebruik te maken van detacheringsconstructies;
    • geen beroep te doen op schijnzelfstandigen;
    • niet aan sociale dumping te doen;
    • niet te werken met constructies van aannemings- of dienstverleningscontracten met Belgische of buitenlandse ondernemingen om de Belgische wetgeving betreffende de verboden terbeschikkingstelling te omzeilen.

Indien de voorzitter van het Paritair Comité het verzoek voor extra-dagen aanvaardt, zijn 100 dagen gelegenheidswerk mogelijk voor het jaar 2021 voor maximaal 33% van de gelegenheidswerknemers binnen een bedrijf.Opgelet: deze verhoging is niet van toepassing op uitzendkrachten.

Het Waarborg- en Sociaal Fonds voor het tuinbouwbedrijf stelt een modelaanvraag ter beschikking van de betrokken werkgevers.

Er werd een werkgroep "Fruitteelt" opgericht om de aanvragen voor 10 mei 2021 te onderzoeken. Bovendien berekent het Waarborg- en Sociaal Fonds voor het tuinbouwbedrijf het aantal gelegenheidswerknemers waarvoor de werkgever gebruik kan maken van het uitgebreide stelsel.

Wijziging van de 180-dagenregel

In het kader van gelegenheidswerk mag een werknemer tijdens de 180 dagen die de tewerkstelling voorafgaan niet onder een ander statuut dan dat van gelegenheidswerknemer in de land- en tuinbouwsector werken.

Deze regel werd versoepeld. De werknemer mag tijdens de 180 dagen die de tewerkstelling voorafgaan niet in dezelfde onderneming werken in plaats van in de gehele land- en tuinbouwsector.

Voor de berekening van de 180 dagen wordt geen rekening gehouden met tewerkstelling in het kader van een overeenkomst voor bepaalde duur of voor een duidelijk omschreven werk van maximaal 6 opeenvolgende kalenderweken. De 180-dagenregel is ook niet van toepassing voor een werknemer die de wettelijke pensioenleeftijd bereikt heeft en daarna als gelegenheidwerknemer wordt tewerkgesteld in dezelfde onderneming.

Inwerkingtreding?

De regels zijn vanaf 1 januari 2021 van toepassing en treden buiten werking op 31 december 2021.  Bron:- Wet van 20 december 2020 houdende tijdelijke ondersteuningsmaatregelen ten gevolge van de COVID-19-pandemie, BS van 30 december 2020- Koninklijk besluit van 28 december 2020  tot aanpassing van diverse bepalingen inzake sociale zekerheid en vrijwilligerswerk in het kader van de bestrijding van de sociaal-economische gevolgen van de coronaviruspandemie, BS van 31 december 2020.

 

Betrokken sectoren

144.00.00-00.00