0601 Jaarlijkse premie

Paritair (sub-)Comité nr.:
126.00.00-01.00

Bijwerking: 09/08/2023
Geldig vanaf: 01/01/2016

Bedrag

  • 2023: 307,94 EUR
  • 2022: 277,22 EUR
  • 2021: 267,64 EUR
  • 2020: 265,12 EUR
  • 2019: 263,02 EUR
  • 2018: 257,46 EUR
  • 2017: 252,83 EUR
  • 2016: 250 EUR

Voorwaarden

  • volledige referteperiode (01/06-31/05);
  • niet van toepassing op bedienden die een effectieve verhoging van het loon en/of andere gelijkwaardige voordelen in koopkracht toegekend krijgen;
  • niet van toepassing op bedienden die van een aanvullende pensioenregeling genieten (mits een specifieke collectieve arbeidsovereenkomst gesloten in het PC 200 uiterlijk op 31/10/2015).

Modaliteiten

  • Jaarlijkse premie uitbetaald in de loop van de maand juni.
  • Voor de deeltijdse bedienden en diegenen die in de loop van de referteperiode voor de uitbetaling uit dienst zijn gegaan (behalve omwille dringende reden) = pro rata regeling
  • Effectieve en gelijkgestelde dagen = de dagen effectieve prestaties en schorsingen van de arbeidsovereenkomst waarvoor loon is betaald + vaderschapsverlof/moederschapsverlof
  • De jaarlijkse premie wordt vanaf 2017 geïndexeerd.
  • De jaarlijkse premie kan omgezet worden in een gelijkwaardig voordeel

In het aanvullend Paritair Comité voor de bedienden werd op 9 juli 2015 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten in het kader van de wet van 28 april 2015 tot instelling van de maximale marge voor de loonkostontwikkeling voor de jaren 2015-2016 betreffende de koopkracht - jaarlijkse premie. Zij werd geregistreerd op de Griffie van de Dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen op 8 september 2015.

U kan de volledige tekst van de cao terugvinden door onderaan de pagina te klikken op het registratienummer.

Op basis van de info die wij van het VBO ontvingen, kan u hieronder een lijst terugvinden van FAQ's in verband met de toekenning en de omzetting van de jaarlijkse premie.

Enkele FAQ's in verband met de toekenning van de jaarlijkse premie en de omzetting ervan

1. Wat is het bedrag van de jaarlijkse premie?

Aan elke voltijds tewerkgestelde bediende met een volledige referteperiode wordt jaarlijks een premie toegekend van 250 € bruto.

Het dagbedrag van de premie is gelijk aan 0,96 € (bij een volledige referteperiode en voor een voltijdse tewerkstelling). Voor 2023 bedraagt het dagbedrag 1,18 €.

2. Heeft de onderneming nog onderhandelingsmarge over loon bovenop de jaarlijkse premie?

Het bedrag van 250 € omvat de maximale marge voor de loonkostenontwikkeling voor 2016 (0,5% van de brutoloonmassa, totale loonkosten voor de werkgever, alle lasten inbegrepen + 0,3% van de nettoloonmassa zonder bijkomende kosten voor de werkgever). Dit betekent dat er voor 2016 geen negotiatieruimte overblijft bovenop de jaarlijkse premie!

3. Hoe gebeurt de berekening voor deeltijdse werknemers?

Voor deeltijdse bedienden wordt de jaarlijkse premie toegekend in verhouding van hun deeltijdse arbeidsregeling overeenkomstig art. 9 van de cao 35 van NAR.

Berekeningsvoorbeeld voor een deeltijdse bediende: halftijds: 250 € x 50% = 125 € (153,97 € in 2023).

4. Wanneer moet de jaarlijkse premie worden betaald?

Elk jaar in de loop van de maand juni en voor de eerste maal in juni 2016.

5. Met welke prestaties moet rekening gehouden worden bij de berekening van de premie?

Er moet rekening gehouden worden met effectieve en gelijkgestelde dagen tijdens de referteperiode die loopt van juni van het voorgaande jaar tot en met mei van het jaar van uitbetaling.

Met effectieve en gelijkgestelde dagen worden bedoeld: de dagen effectieve prestaties en schorsingen van de arbeidsovereenkomst waarvoor loon is betaald, vermeerderd met de dagen vaderschapsverlof en moederschapsverlof.

Onbetaalde en niet-gelijkgestelde afwezigheden (zoals onbetaalde ziektedagen, dagen tijdskrediet, dagen toegestane of onwettige afwezigheid) worden niet gelijkgesteld met gewerkte periodes voor de toekenning van de jaarlijkse premie.

Berekeningsvoorbeeld in geval van onvolledige prestaties: ziek van 01/11/2022 tot 31/01/2023 (gewaarborgd loon tot 30/11/2022 - RIZIV-uitkeringen van 01/12/2022 tot 31/01/2023) -> Premie 307,94 € x 10/12 = 256,62 €.

6. Hebben bedienden die uit dienst gaan ook recht op de betaling van de premie?

De bedienden die in de loop van de referteperiode vóór de uitbetaling van de premie in juni uit dienst zijn gegaan, uitgezonderd voor de bedienden wiens arbeidsovereenkomst door de werkgever omwille van dringende reden werd beëindigd, hebben recht op een pro rata van de premie op basis van hun effectieve en gelijkgestelde dagen tijdens de referteperiode (zie vraag 5.). Aan de bedienden die uit dienst zijn gegaan voor de uitbetaling van de jaarlijkse premie in juni 2016 wordt een pro rata bedrag toegekend op basis van de effectieve en gelijkgestelde dagen in 2016.

Berekeningsvoorbeeld in geval van vertrek vóór 1 juni 2016:

Indiensttreding op 01/01/2010 en vertrek op 31/12/2015: premie van 0 €

Indiensttreding op 01/01/2010 en vertrek op 30/04/2016: premie van 250 € x 4/12 = 83 €

Indiensttreding op 01/01/2010 en vertrek op 31/05/2016: premie van 250 €

Berekeningsvoorbeeld in geval van vertrek na 1 juni 2016:

Indiensttreding op 01/01/2010 en vertrek op 31/10/2016: op 30/06/2016 recht op een premie van 250 € + op 31/10/2016 recht op een premie van 250 € x 5/12 = 104 €

Indiensttreding op 01/01/2010 en vertrek op 30/04/2023: op 30/06/2016 recht op een premie van 250 € (voor een volledige referteperiode van 1/6/2015 tot en met 31/05/2016) + op 30/06/2017 recht op een premie van 252,83 euro (voor een volledige referteperiode van 1/6/2016 tot en met 31/05/2017) + op 30/06/2018 recht op een premie van 257,46 euro (voor een volledige referteperiode van 1/6/2017 tot en met 31/05/2018) + op 30/06/2019 recht op een premie van 263,02 € (voor een volledige referteperiode van 1/6/2018 tot en met 31/05/2019) + op 30/06/2020 recht op een premie van 265,12 € (voor een volledige referteperiode van 1/6/2019 tot en met 31/05/2020) + op 30/06/2021 recht op een premie van 267,64 € (voor een volledige referteperiode van 1/6/2020 tot en met 31/05/2021) + op 30/06/2022 recht op een premie van 277,22 € (voor een volledige referteperiode van 1/6/2021 tot en met 31/05/2022) + op 30/04/2023 recht op een premie van 307,94 € x 11/12 = 282,28 €.

Het pro rata bedrag van de jaarlijkse premie wordt uitbetaald op het ogenblik van de uitdiensttreding samen met de normale loonafrekening.

7. Wordt de premie jaarlijks geïndexeerd?

Ja. Het bedrag van de jaarlijkse premie is vanaf 2017 gekoppeld aan de evolutie van de afgevlakte gezondheidsindex volgens de modaliteiten zoals bepaald in Hoofdstuk IV van de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 mei 1989 betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden gesloten in het Aanvullend Nationaal paritair Comité voor bedienden.

8. Is de jaarlijkse premie onderworpen aan RSZ-bijdragen en bedrijfsvoorheffing?

Ja. De jaarlijkse premie is onderworpen aan de normale RSZ-bijdragen (werkgevers- en werknemersbijdragen) en er moet bedrijfsvoorheffing worden ingehouden volgens de schalen van de exceptionele vergoedingen.

9. Kan de premie worden omgezet in een ander voordeel?

Ja. De jaarlijkse premie is niet van toepassing op de bedienden die in de looptijd van de cao volgens bedrijfseigen modaliteiten effectieve verhogingen van het loon en/of andere voordelen in koopkracht toegekend krijgen die gelijkwaardig zijn.

10. Wat is een gelijkwaardig voordeel bij omzetting?

Bij de omzetting zijn de verhogingen en/of voordelen in koopkracht van welke aard ook per bediende voor hun totale kost aan te rekenen op de loonkost (bruto + patronale RSZ) van de jaarlijkse premie.

Jaarlijkse loonsverhogingen die voortvloeien uit de toepassing van de op beroepservaring gebaseerde minimumloonschalen zoals bepaald in de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 september 2009 gesloten in het ANPCB betreffende de minimumloonschalen of uit de toepassing van een op beroepservaring en/of anciënniteit gebaseerde loonschaal verworven op ondernemingsvlak worden niet aangerekend op de jaarlijkse premie.

De loonsverhogingen die resulteren uit een evaluatie van de prestaties (verdienstesysteem) moeten wel op de jaarlijkse premie worden verrekend.

11. Hoe wordt de omzetting in een verhoging van het maandloon berekend?

Om de jaarlijkse premie van 250 € voor een voltijdse bediende volledig om te zetten in een verhoging van het maandloon, dient de werkgever het maandloon van de bediende vanaf 1 januari 2016 te verhogen met 18 € bruto. In dat geval moet hij hem geen jaarlijkse premie betalen in 2016. Vermits de patronale RSZ-bijdrage op het maandloon gelijk is aan de bijdrage op de jaarlijkse premie kan de berekening eenvoudigweg op het brutobedrag worden gedaan: 18 €/maand x 13,92 = 250 €.

Opgelet! Dit bedrag blijft 18 euro/maand voor de daaropvolgende jaren en ook voor de nieuwe indiensttredingen vanaf 1/1/2017. Aangezien de jaarlijkse premie onmiddellijk werd omgezet in een gelijkwaardig voordeel, is de indexatie gekoppeld aan de jaarlijkse premie niet meer van toepassing (zie punt 17 hieronder). Stel dat pas vanaf 2023 wordt gekozen voor een verhoging van het bruto maandloon ter omzetting van de jaarlijkse premie, dan zal wel rekening moeten gehouden worden met het op dat ogenblik geldende bedrag rekening houdend met indexatie (voor 2023: een verhoging van het bruto maandloon met 22,12 euro).

De werkgever kan ook beslissen om de jaarlijkse premie gedeeltelijk om te zetten in een verhoging van het maandloon door bvb. het maandloon van de voltijdse bediende te verhogen met 10 € bruto vanaf  1 januari 2016. In dat geval moet hij hem nog een jaarlijkse premie van 111 € bruto betalen in juni 2016 (250 € - 139 € (10 x 13,92)). De totale kosten van de verhoging van het maandloon met 10 € + de jaarlijkse premie van 111 € = de loonkosten van de jaarlijkse premie van 250 €.

In dit voorbeeld moet er in juni 2023 nog een saldo aan jaarlijkse premie van 168,94 euro betaald worden.

Voor een deeltijdse bediende moet eerst het bedrag van de premie worden bepaald in verhouding van de deeltijdse arbeidsregeling. Vervolgens dient bij de omzetting van deze premie in een verhoging van het maandloon van de deeltijdse bediende dezelfde berekeningswijze te worden gebruikt als voor de voltijdse bediende.

12. Hoe wordt de omzetting in een verhoging van het patronaal deel in de maaltijdcheques berekend?

In uitvoering van het IPA-ontwerp en tegelijk met de definitie van de loonnorm 2015-2016 heeft de regering beslist het maximale werkgeversaandeel in de maaltijdcheques dat vrijgesteld is van RSZ-bijdragen en belastingen vanaf 1 januari 2016 te verhogen met 1 € om te komen tot een maximum van 6,91 €. Bovendien werd het fiscaal aftrekbare gedeelte van de kosten van de maaltijdcheques eveneens verhoogd van 1 € naar 2 €.

Vanaf 1 januari 2016 kan de werkgever beslissen integraal in maaltijdcheques een bedrag toe te kennen dat evenwaardig is aan de loonkosten van de jaarlijkse premie van 250 €, namelijk 332 € (250 € + patronale RSZ 33%). Als men uitgaat van het principe dat elk jaar normaal 230 maaltijdcheques worden toegekend, komt dit neer op een werkgeverstussenkomst in de maaltijdcheques van 1,45 €/dag.

Opgelet! Dit bedrag blijft 1,45 euro/dag voor de daaropvolgende jaren en ook voor de nieuwe indiensttredingen vanaf 1/1/2017. Aangezien de jaarlijkse premie onmiddellijk werd omgezet in een gelijkwaardig voordeel, is de  indexatie gekoppeld aan de jaarlijkse premie niet meer van toepassing (zie punt 17 hieronder). Het is niet aan te raden in juni 2016 de jaarlijkse premie toe te kennen en in 2017 of later de jaarlijkse premie om te zetten in een verhoging van het patronaal deel van de maaltijdcheques. Zie verder punt 19.

Werkgevers die reeds maaltijdcheques toekennen met een nominale waarde van 7 € per cheque (5,91 € werkgeversaandeel en 1,09 € werknemersaandeel), kunnen beslissen om de patronale bijdrage in de maaltijdcheques vanaf 1 januari 2016 te verhogen met 1 €/dag. De totale jaarlijkse kosten van de maaltijdcheques kunnen worden geraamd op 1 €/dag x 230 dagen = 230 €/jaar. Dit bedrag van 230 € wordt dan verrekend op de totale kosten van de jaarlijkse premie, hetzij 332 €, zodat er 102 € aan loonkosten overblijft. Dit saldo van 102 € heeft dezelfde waarde als een jaarlijkse premie van 76 € bruto (102 €/1,33 = 76 €). Dit saldo kan op zijn beurt worden omgezet in een verhoging van het maandloon met 5,5 €/maand (76 €/13,92 = 5,5 €/maand) of een ander voordeel.

In dit voorbeeld moet er in juni 2023 nog een saldo aan jaarlijkse premie van 135 euro bruto betaald worden of moet er vanaf 1 januari 2023 een verhoging van het maandloon met 9,70 euro plaatsvinden.

13. Mogen ADV-dagen in mindering worden gebracht bij de berekening van de omzetting in maaltijdcheques?

Ja. Een werknemer heeft in principe recht op een maaltijdcheque per effectief gepresteerde dag. Rekening houdend met de dagen jaarlijkse vakantie, de feestdagen en de weekenddagen, bekomt men een saldo van 230 te presteren dagen op jaarbasis voor een voltijdse bediende.

Wanneer er inhaalrustdagen ingevolge arbeidsduurvermindering worden toegekend in de onderneming, mogen deze ook in mindering gebracht worden van het saldo van 230 dagen.

14. Wat als de onderneming een lagere patronale RSZ-bijdrage dan 33 % heeft?

Bij omzetting in een gelijkwaardig voordeel moet de jaarlijkse premie van 250 € op zijn totale kost worden aangerekend, dit is het bruto bedrag inclusief patronale RSZ-bijdragen. In het voorbeeld van de omzetting van de premie in een verhoging van het patronaal gedeelte in de maaltijdcheques, wordt uitgegaan van een patronale RSZ-bijdrage van 33 %.

Heeft de onderneming een lagere RSZ-bijdrage dan 33 %, dan mag met die lagere bijdrage rekening gehouden worden.

15. Kan de premie worden omgezet in een verhoging van het patronaal gedeelte in de groepsverzekering?

Ja. De cao bepaalt dat de jaarlijkse premie niet van toepassing is voor sectoren met bedienden binnen het PC 200 welke voor hun arbeiders een sectorale aanvullende pensioenregeling hebben en die een aan de jaarlijkse premie gelijkwaardige sectorale aanvullende pensioenregeling voor hun bedienden voorzien mits een specifieke collectieve arbeidsovereenkomst gesloten in het PC 200 uiterlijk op 31/10/2015.

Dergelijke cao werd in het PC 200 niet afgesloten.

Op 8 december 2022 werd in het PC 200 wel een cao afgesloten die voorziet in een sectoraal aanvullend pensioenplan voor de bedienden in de bouwsector maar aangezien deze cao later dan 31/10/2015 werd afgesloten, moet de jaarlijkse premie ook nog voor de bedienden die onder het toepassingsgebied van dit pensioenplan vallen, betaald worden. 

Bijgevolg kunnen ondernemingen de jaarlijkse premie omzetten in een verhoging van het patronaal gedeelte in de groepsverzekering.

Opgelet! In het kader van de wetgeving tot harmonisatie van de statuten arbeider en bediende zullen werkgevers die ook arbeiders tewerkstellen het voordeel van de jaarlijkse premie niet kunnen omzetten in een verhoging van het patronaal deel in de groepsverzekering voor de bedienden. Momenteel bevinden we ons immers in een standstillperiode waarin het strikt verboden is om nieuwe aanvullende pensioenplannen in te voeren die een onderscheid op grond van het werknemersstatuut (arbeider of bediende) bevatten.  Als de verschillen al bestonden vóór deze datum is het verboden ze te vergroten (behalve als het de bedoeling is het bestaande verschil af te schaffen).

16. Moet er bij omzetting in een gelijkwaardig voordeel nog rekening gehouden worden met de berekeningsregels van de jaarlijkse premie?

Algemeen

Neen. Eens de jaarlijkse premie is omgezet in een gelijkwaardig voordeel, gelden de berekeningsregels die van toepassing zijn voor het gelijkwaardig voordeel. Er moet dan geen rekening meer gehouden worden met de berekeningsregels van de jaarlijkse premie.

Dat betekent dus bijvoorbeeld dat bij omzetting van de jaarlijkse premie in een verhoging van het patronaal gedeelte in de maaltijdcheques, de regels voor de toekenning van maaltijdcheques van toepassing zijn. De bediende zal dus pas recht hebben op een maaltijdcheque per effectief gepresteerde dag. Er dient niet langer rekening gehouden te worden met de gelijkgestelde dagen die gelden voor de toekenning van de jaarlijkse premie. Ook bij uitdiensttreding van een bediende die in het systeem van de jaarlijkse premie recht zou hebben op een pro rata van 250 €, zal deze geen recht meer hebben op een jaarlijkse premie van zodra de werkgever het voordeel van de jaarlijkse premie heeft omgezet in maaltijdcheques.

Conclusie: de controle of het alternatief voordeel minstens gelijkwaardig is, vindt plaats op het ogenblik van de omzetting en niet (meer) op het ogenblik van de toekenning!

In het bijzonder: de referteperiode

De jaarlijkse premie van 250 euro bruto wordt berekend rekening houdend met effectieve en gelijkgestelde dagen tijdens de referteperiode die loopt van juni van het voorgaande jaar tot en met mei van het jaar van uitbetaling.

Bij de omzetting van de jaarlijkse premie in een gelijkwaardig voordeel (bvb. verhoging maandloon of verhoging patronaal deel van de maaltijdcheques) vanaf 2016, dient er geen afrekening van de jaarlijkse premie te gebeuren op basis van de prestaties van juni 2015 tot en met december 2015.

Immers, het bedrag van de jaarlijkse premie (250 euro) is een bedrag dat de werkgever in het kader van de maximale loonkostenontwikkeling voor 2016 in 2016 aan zijn werknemers mag toekennen. Door de jaarlijkse premie om te zetten in een ander gelijkwaardig voordeel vanaf 1 januari 2016 volstaat het dat de werknemers op 31 december 2016 een gelijkwaardig voordeel hebben ontvangen.

17. Wat met de indexatie bij de omzetting een gelijkwaardig voordeel?

Het bedrag van de jaarlijkse premie wordt vanaf 2017 geïndexeerd. Wordt de jaarlijkse premie omgezet in een gelijkwaardig voordeel, dan gelden de berekeningsregels die van toepassing zijn voor het gelijkwaardig voordeel. Dat betekent dat wanneer er geen indexatie van toepassing is op het gelijkwaardig voordeel ter omzetting van de jaarlijkse premie, er geen indexatie dient te gebeuren.

18. Welke procedure dient gevolgd te worden bij omzetting van de jaarlijkse premie?

Algemeen

Er zijn praktisch geen formaliteiten voor de omzetting van de jaarlijkse premie in een gelijkwaardig voordeel op ondernemingsniveau op voorwaarde dat dit voordeel, van welke aard ook, op haar totale kost kan geschat worden en/of voor elke werknemer afzonderlijk kan worden berekend.

In ondernemingen zonder syndicale afvaardiging beslist de werkgever vrij en is enkel vereist dat hij de bedienden tijdig informeert over de omzetting. Een schriftelijk bewijs van deze mededeling of een schriftelijk akkoord is hierbij aangewezen.

In ondernemingen met syndicale afvaardiging is de vakbondsafvaardiging bevoegd om toe te zien op de toepassing van het gelijkwaardig voordeel. Overeenkomstig cao nr. 5 van de NAR die de bevoegdheden van de vakbondsafvaardiging bepaalt, zal zij akkoord moeten gaan met de toepassing van het gelijkwaardig voordeel. Dit betekent dat de werkgever met de vakbond een cao dient af te sluiten.

Opgelet! Bestaat er enkel een syndicale afvaardiging voor de arbeiders en niet voor de bedienden, dan beslist de werkgever vrij en dient hij de bedienden schriftelijk te informeren over de omzetting.

Opgelet! Afhankelijk van het gelijkwaardig voordeel waarvoor geopteerd wordt, moeten de eventuele specifieke procedures die eigen zijn aan het gekozen voordeel worden gevolgd. Bvb. wanneer gekozen wordt voor een verhoging van het patronaal aandeel in de maaltijdcheques zullen de individuele overeenkomsten van de werknemers of de cao die werd afgesloten tot invoering van de maaltijdcheques moeten aangepast worden.

In het bijzonder

Voordelen van welke aard ook die niet op hun totale kost kunnen geschat worden en/of niet voor elke werknemer afzonderlijk kunnen worden berekend, kunnen enkel worden aangerekend op de totale loonkost van de premie als:

  1. in de onderneming met een vakbondsafvaardiging een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten wordt met alle vakbondsorganisaties die in de vakbondsafvaardiging vertegenwoordigd zijn en
  2. in de andere ondernemingen een collectieve arbeidsovereenkomst ter goedkeuring aan het paritair comité wordt voorgelegd.

Hierbij wordt het voorbeeld aangehaald van een onderneming in economische moeilijkheden die van deze afwijking kan gebruik maken indien het onmogelijk is de voorziene koopkrachtverhoging van 250 euro bruto toe te passen, noch om andere voordelen toe te kennen die op hun kost kunnen worden geschat en individualiseerbaar zijn.

Dergelijke onderneming zou op basis van deze bepaling immateriële voordelen kunnen toekennen als verrekening zoals bvb. de toekenning van bijkomende opleidingsdagen, bepaalde vormen van werkzekerheid, ...

19. Moet de omzetting van de premie gebeuren vóór een bepaalde datum?

Er is in principe geen deadline voorzien voor de omzetting.

Opgelet! Opteert de werkgever voor een omzetting in maaltijdcheques, dan is het van belang om zekerheid te hebben dat deze door de RSZ niet als een vervanging of een omzetting van een bestaand loon worden beschouwd en dat zij dus vrijgesteld zijn van sociale zekerheidsbijdragen. In dat kader heeft de RSZ bevestigd dat zij geen sociale zekerheidsbijdragen zal opeisen op maaltijdcheques die als alternatieve koopkrachtverhoging van de jaarlijkse premie van PC 200 zouden worden toegekend op voorwaarde dat de werkgever de beslissing tot toekenning ervan heeft genomen vóór 1 juni 2016. Wanneer de beslissing tot toekenning van maaltijdcheques genomen zou zijn na 1 juni 2016, dan zou de jaarlijkse premie al moeten betaald geweest zijn vóór deze beslissing. In dat geval wordt de toekenning van de maaltijdcheques wel als een vervanging van een bestaand loon beschouwd en zouden de maaltijdcheques dus wel onderworpen zijn aan sociale zekerheidsbijdragen.

20. Moet de onderneming nog ecocheques toekennen?

Ondernemingen die in overeenstemming met de cao van 16/07/2009 ecocheques toekennen aan hun personeel, dienen ook de jaarlijkse premie (of de omzetting in een gelijkwaardig voordeel) toe te kennen aan hun personeel. De cao van 09/07/2015 inzake de toekenning van de jaarlijkse premie en de cao van 16/07/2009 inzake de toekenning van ecocheques bestaan naast elkaar.

De cao van 16/07/2009 inzake de toekenning van ecocheques voorziet eveneens in een omzettingsmogelijkheid van de ecocheques in een gelijkwaardig voordeel. Ondernemingen die van die mogelijkheid gebruik hebben gemaakt door bvb. het patronaal deel in de maaltijdcheques te verhogen, hebben wel de mogelijkheid om de jaarlijkse premie van 250 € (gedeeltelijk) om te zetten in ecocheques maar de beslissing hiertoe moet wel vóór 1 juni 2016 genomen worden. Zoniet wordt de toekenning van de ecocheques als een vervanging van een bestaand loon beschouwd en worden zij onderworpen aan sociale zekerheidsbijdragen. Dezelfde opmerking als hierboven in punt 19. moet dus gemaakt worden.

21. Moet de jaarlijkse premie in de berekeningsbasis van de opzeggingsvergoeding opgenomen worden?

Ja. Voor een voltijdse bediende moet het bedrag van de jaarlijkse premie van 250 euro in rekening worden genomen bij de berekening van een opzeggingsvergoeding. Dit bedrag stemt dan overeen met een opzeggingsvergoeding van 12 maanden loon. Voor deeltijdse bedienden moet het bedrag dat in de berekeningsbasis van de opzeggingsvergoeding moet worden opgenomen, berekend worden in functie van hun deeltijdse arbeidsregeling.

Opgelet! Naar aanleiding van een uitdiensttreding hebben bedienden ook nog recht op een pro rata bedrag dat wordt toegekend op basis van de effectieve en gelijkgestelde dagen in 2016, tenzij bij uitdiensttreding wegens dringende reden in welk geval er geen recht is op de betaling van een jaarlijkse premie.

22. Hoe tewerk gaan bij nieuwe indiensttredingen (vanaf 1 juni 2016)?

Voor nieuwe indiensttredingen vanaf 1 juni 2016 moet hetzelfde systeem worden toegepast als voor de reeds in dienst zijnde werknemers. Dat betekent ofwel de toekenning van de jaarlijkse premie ofwel de toekenning van het gelijkwaardig voordeel bij omzetting van de jaarlijkse premie.

Opgelet! In geval er werd gekozen voor de omzetting van de jaarlijkse premie in een gelijkwaardig voordeel, moet dit worden meegedeeld aan de nieuwe werknemer zodat hij hiervan op de hoogte is. Zo niet, bestaat het risico dat hij de jaarlijkse premie opeist terwijl deze reeds werd omgezet in een gelijkwaardig voordeel. Het is bijgevolg aangewezen om dit contractueel te bepalen. Dit kan in de arbeidsovereenkomst of bvb. in de individuele overeenkomst tot toekenning van maaltijdcheques in geval van omzetting van de jaarlijkse premie in een verhoging van het patroneel deel van de maaltijdcheques.

Toekenning van de jaarlijkse premie

Berekeningsvoorbeeld in geval van een nieuwe indiensttreding op 1/6/2022: deze bediende zal slechts in juni 2023 een jaarlijkse premie ontvangen gebaseerd op zijn effectieve en gelijkgestelde prestaties tijdens de referteperiode die loopt van 1 juni 2022 tot en met 31 mei 2023. In geval van volledige prestaties tijdens deze referteperiode zal de voltijdse bediende recht hebben op een jaarlijkse premie van 307,94 euro in juni 2023.

Berekeningsvoorbeeld in geval van een nieuwe indiensttreding op 1/1/2023: deze bediende zal in juni 2023 een jaarlijkse premie ontvangen gebaseerd op zijn effectieve en gelijkgestelde prestaties tijdens de referteperiode die loopt van 1 juni 2022 tot en met 31 mei 2023. In geval van volledige prestaties tijdens de periode van 1/1/2023 tot en met 31/5/2023 zal de voltijdse bediende recht hebben op een jaarlijkse premie van 128,31 euro in juni 2023.

Omzetting in een verhoging van het maandloon

Berekeningsvoorbeeld in geval van een nieuwe indiensttreding op 1/6/2022: deze bediende zal vanaf het ogenblik van zijn indiensttreding recht hebben op dezelfde maandelijkse verhoging van zijn brutoloon zoals voorzien voor de reeds in dienst zijnde bedienden. Bij een volledige omzetting van de jaarlijkse premie van 250 euro in een maandelijkse verhoging van het brutoloon met 18 euro in 2016, zal deze voltijdse bediende dus vanaf 1/6/2022 ook recht hebben op een maandelijkse verhoging van zijn brutoloon met 18 euro.

Berekeningsvoorbeeld in geval van een nieuwe indiensttreding op 1/1/2023: deze bediende zal vanaf het ogenblik van zijn indiensttreding recht hebben op dezelfde maandelijkse verhoging van zijn brutoloon zoals voorzien voor de reeds in dienst zijnde bedienden. Bij een volledige omzetting van de jaarlijkse premie van 250 euro in een maandelijkse verhoging van het brutoloon van 18 euro in 2016, zal deze voltijdse bediende dus vanaf 1/1/2023 ook recht hebben op een maandelijkse verhoging van zijn brutoloon van 18 euro.

Opgelet! Er zal in deze gevallen geen recht zijn op een verhoging van het bruto maandloon met respectievelijk 19,92 euro/maand in 2022 en 22,12 euro/maand in 2023 rekening houdend met het op respectievelijk 1/1/2022 geïndexeerde bedrag van jaarlijkse premie van 277,22 euro en het op 1/1/2023 geïndexeerde bedrag van jaarlijkse premie van 307,94 euro. Aangezien er van in het begin (2016) werd gekozen voor een volledige omzetting van de jaarlijkse premie in een gelijkwaardig voordeel, moet er geen rekening gehouden worden met het principe van indexatie (zie punt 17. hierboven).

Volledige omzetting in een verhoging van het patronaal deel van de maaltijdcheques

Berekeningsvoorbeeld in geval van een nieuwe indiensttreding op 1/6/2022: deze bediende zal vanaf het ogenblik van zijn indiensttreding recht hebben op dezelfde verhoging van zijn maaltijdcheques zoals voorzien voor de reeds in dienst zijnde bedienden. Bij een volledige omzetting van de jaarlijkse premie van 250 euro in een verhoging van de maaltijdcheques met 1,45 euro per dag in 2016, zal deze bediende dus vanaf 1/6/2022 ook recht hebben op een verhoging van zijn maaltijdcheques met 1,45 euro per dag.

Berekeningsvoorbeeld in geval van een nieuwe indiensttreding op 1/1/2023: deze bediende zal vanaf het ogenblik van zijn indiensttreding recht hebben op dezelfde verhoging van zijn maaltijdcheques zoals voorzien voor de reeds in dienst zijnde bedienden. Bij een volledige omzetting van de jaarlijkse premie van 250 euro in een verhoging van de maaltijdcheques met 1,45 euro per dag in 2016, zal deze bediende dus vanaf 1/1/2023 ook recht hebben op een verhoging van zijn maaltijdcheques met 1,45 euro per dag.

Opgelet! Dezelfde opmerking als hierboven in geval van omzettting in een verhoging van het maandloon moet gemaakt worden. Het bedrag waarmee de maaltijdcheques moeten verhoogd worden blijft dus 1,45 euro. Er moet dus geen rekening gehouden worden met het principe van indexatie (zie punt 17. hierboven).

Omzetting in een verhoging van het patronaal deel van de maaltijdcheques en een saldo aan jaarlijkse premie

Berekeningsvoorbeeld in geval van een nieuwe indiensttreding op 1/6/2022: deze bediende zal vanaf het ogenblik van zijn indiensttreding recht hebben op dezelfde verhoging van zijn maaltijdcheques en het saldo aan jaarlijkse premie zoals voorzien voor de reeds in dienst zijnde bedienden. Voor het saldo aan jaarlijkse premie dient wel rekening gehouden te worden met het op 1/1/2023 geïndexeerde bedrag van 307,94 euro. Bij een omzetting van de jaarlijkse premie van 250 euro in een verhoging van de maaltijdcheques met 1 euro per dag en een saldo aan jaarlijkse premie van 76 euro in 2016 (= bedrag voor een voltijdse bediende met een volledige tewerkstelling tijdens de referteperiode van 1/6/2015 tot en met 31/5/2016), zal deze voltijdse bediende dus vanaf 1/6/2022 ook recht hebben op een verhoging van zijn maaltijdcheques met 1 euro per dag en een saldo aan jaarlijkse premie van 135  bij een volledige tewerkstelling van 1/6/2022 tot en met 31/5/2023 en te betalen in juni 2023. Voor 2022 zal er geen recht meer zijn op een saldo aan jaarlijkse premie.

Opgelet! Het saldo aan jaarlijkse premie is in principe te betalen in de maand juni van elk jaar en niet op het einde van elk jaar.

Berekeningsvoorbeeld in geval van een nieuwe indiensttreding op 1/1/2023: deze bediende zal vanaf het ogenblik van zijn indiensttreding recht hebben op dezelfde verhoging van zijn maaltijdcheques en het saldo aan jaarlijkse premie zoals voorzien voor de reeds in dienst zijnde bedienden. Voor het saldo aan jaarlijkse premie dient wel rekening gehouden te worden met het op 1/1/2023 geïndexeerde bedrag van 307,94 euro. Bij een omzetting van de jaarlijkse premie van 250 euro in een verhoging van de maaltijdcheques met 1 euro per dag en een saldo aan jaarlijkse premie van 76 euro in 2016 (= bedrag voor een voltijdse bediende met een volledige tewerkstelling tijdens de referteperiode van 1/6/2015 tot en met 31/5/2016), zal deze voltijdse bediende dus vanaf 1/1/2023 ook recht hebben op een verhoging van zijn maaltijdcheques met 1 euro per dag en een saldo aan jaarlijkse premie te betalen in juni 2023 op basis van zijn effectieve en gelijkgestelde prestaties tijdens de periode van 1/1/2023 tot en met 31/5/2023. In geval van volledige prestaties tijdens deze periode geeft dit recht op een bedrag van 135 euro x 5/12 = 56,25 euro.

23. Hebben studenten ook recht op de jaarlijkse premie?

Ja, ook studenten hebben recht op de jaarlijkse premie in functie van hun effectieve en gelijkgestelde prestaties tijdens de referteperiode.

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
09/07/2015
Registratienr
128828
Geldig van
01/01/2016
Geldig tot
-
Neerleggingsdatum
10/07/2015
Registratiedatum
08/09/2015
Onderwerp
jaarlijkse premie
BS Bericht van neerlegging
18/09/2015
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
01/04/2016
Gepubliceerd in het B.St. van
17/05/2016
Keywords
LONEN, SOCIALE VREDE

Historiek
01/01/2016 31/12/2999 0601 Jaarlijkse premie