Protocol van akkoord 2023-2024 / Arbeiders & bedienden
20/11/2023Op 4 oktober 2023 werd in het paritair comité voor de stoffering en houtbewerking een protocol van akkoord 2023-2024 voor de arbeiders en de bedienden (PC 126) afgesloten.
We geven u hierna de grote lijnen van dit akkoord.
1. Koopkrachtpremie (consumptiecheque)
In deze sector wordt een koopkrachtpremie voorzien onder de vorm van elektronische consumptiecheques.
Bedragen :
Ondernemingen die in 2022 een hoge winst (Code 9901 op de jaarrekening) hebben verwezenlijkt, staan hun werknemers een koopkrachtpremie toe van :
- 125 € indien in 2022 de verhouding tussen de winst en het balanstotaal minstens 1,15 keer het gemiddelde van diezelfde breuk bedraagt tegenover de vijf voorafgaande boekjaren (2017-2021), en op voorwaarde dat de boekjaren met verlies niet worden meegeteld en in de jaren 2019, 2020 en 2021 er minstens 2 jaren met winst geweest zijn.
- 250 € indien in 2022 de verhouding tussen de winst en het balanstotaal minstens 1,25 keer het gemiddelde van diezelfde breuk bedraagt tegenover de vijf voorafgaande boekjaren (2017-2021), en op voorwaarde dat de boekjaren met verlies niet worden meegeteld en in de jaren 2019, 2020 en 2021 er minstens 2 jaren met winst geweest zijn.
Ondernemingen met uitzonderlijk hoge winst in 2022 (Code 9901 op de jaarrekening) geven hun werknemers een koopkrachtpremie van :
- 375 € als de verhouding winst in 2022 ten opzichte van het balanstotaal minstens 1,5 keer groter is dan het gemiddelde van diezelfde breuk bedraagt tegenover de vijf voorafgaande boekjaren (2017-2021), en mits boekjaren met verlies niet worden meegeteld en er in de jaren 2019, 2020 en 2021 minstens 2 jaren met winst geweest zijn.
De totale kost van de koopkrachtpremie (bruto + sociale lasten) en van een eventuele winstpremie moet worden beperkt tot 25% van de operationele winst (code 9901) van het jaar 2022. Zo nodig wordt het bedrag van de koopkrachtpremie geprorateerd.
Met 2022 wordt bedoeld het laatste boekjaar waarvan de rekeningen neergelegd zijn voor 31 oktober 2023.
De voorwaarden worden vastgelegd op basis van de jaarrekening en dus op het niveau van de juridische entiteit.
Toekenningsmodaliteiten :
De koopkrachtpremie wordt toegekend aan werknemers in dienst op 1 november 2023, met een anciënniteit van minstens 6 maanden.
De bovenstaande bedragen worden toegekend voor voltijdse tewerkstelling met volledige prestaties gedurende de referteperiode van 1 november 2022 tot 31 oktober 2023. De toekenning is evenredig aan de effectieve prestaties in de referteperiode. Worden gelijkgesteld:
- de periodes gedurende dewelke de arbeidsovereenkomst geschorst is naar aanleiding van de jaarlijkse vakantie, ongeacht of deze dagen gedekt worden door vakantiegeld of niet ;
- de dagen moederschapsverlof als bedoeld in artikel 39 van de arbeidswet van 16 maart 1971 ;
- de eerste maand van arbeidsongeschiktheid;
- de dagen van tijdelijke werkloosheid wegens economische redenen.
Er wordt een pro rata bedrag toegekend voor de deeltijds tewerkgestelde werknemers.
De koopkrachtpremie word uiterlijk in de loop van de maand december 2023 toegekend.
Een koopkrachtpremie toegekend op ondernemingsniveau wordt in mindering gebracht van de sectorale regeling.
Het al dan niet vervullen van de voorwaarden dient het gevolg te zijn van de normale bedrijfsvoering. Bij discussie kan de meest gerede partij dit voorleggen aan het paritair comité.
Juridische entiteiten die voor hun arbeiders ressorteren onder 2 of meer paritaire comités, passen de gunstigste sectorale regeling toe in hoofde van die betrokken werknemers.
2. Mobiliteit
Met ingang van 1 oktober 2023 wordt het bedrag van de fietsvergoeding in de CAO’s voor arbeiders en bedienden opgetrokken tot 0,27 €, met behoud van de bestaande modaliteiten.
Met ingang van 1 januari 2024 zal het bedrag van de jaarlijkse bruto grens voor de tegemoetkoming in het privé-vervoer aan de bedienden worden geïndexeerd.
3. Fonds voor bestaanszekerheid
- Aanpassing van de bedragen van de uitkeringen en vergoedingen die door het FBZ aan de arbeiders worden toegekend met ingang van 1 oktober 2023 (behalve het nieuwe bedrag van de “blijfpremie” dat ingaat vanaf de referteperiode die aanvangt op 1 juli 2023).
- De bedienden die in toepassing van artikel 3 van CAO nr. 170 een 1/5de landingsbaan starten, ontvangen een bijkomende uitkering voor rekening van het Fonds voor bestaanszekerheid, als aanvulling op het 4/5de loon, voor zover zij een 1/5de landingsbaan starten vanaf 55 jaar of later. Deze bijkomende vergoeding bedraagt 86,05 €. Het wordt jaarlijks op 1 januari geïndexeerd.
4. Klein verlet
Vanaf 1 januari 2024, verbeteringen van toepassing op arbeiders en bedienden voor de volgende gebeurtenissen: huwelijk van werknemer, plechtige communie/feest van de vrijzinnige jeugd en rouwverlof.
5. Opleiding
- De huidige CAO’s inzake opleidingen voor arbeiders en voor bedienden zullen worden aangepast om ze in overeenstemming te brengen met de bepalingen van de wet van 3 oktober 2022 houdende diverse arbeidsbepalingen.
- Het groeipad inzake opleidingen, van toepassing voor arbeiders en voor bedienden, zal in een aparte CAO worden ingeschreven.
- De inspanning voor risicogroepen ten belope van 0,15 % van de loonmassa voor de arbeiders en 0,10 % voor de bedienden wordt verder gezet voor de jaren 2023-2024.
6. Outplacement
De bestaande CAO’s inzake outplacement voor arbeiders en voor bedienden zullen worden verlengd tot 31 december 2024.
7. Arbeidsduur standenbouwers
Ondernemingen-standenbouwers kunnen tot en met 31 december 2024 gebruik maken van de bepalingen voorzien in de wet van 17 maart 1987 betreffende de invoering van nieuwe arbeidsregelingen in de onderneming en de CAO 42.
8. SWT
De sectorale SWT-stelsels zullen conform de mogelijkheden van de NAR-CAO’s worden verdergezet tot 30 juni 2025.
9. Landingsbanen
De sectorale cao’s tijdskrediet worden inzake landingsbanen verdergezet tot 30 juni 2025.
10. Tijdelijke werkloosheid om economische redenen
- Verlenging van het sectorale koninklijk besluit voor 2025 en 2026.
- Verlenging van de CAO « Regeling van de gedeeltelijke werkloosheid” tot eind 2026.
11. Verlenging van de CAO’s van bepaalde duur
Alle niet uitdrukkelijk in het protocol vermelde cao's van bepaalde duur worden voor de duur van dit akkoord verlengd.
Voor meer informatie, zie het hoofdstuk 01 van de sectorale documentatie.