Sectorakkoord 2023-2024

06/12/2023

In het paritair subcomité voor de bosontginningen werd op 4 december 2023 een protocol van sectorakkoord voor 2023-2024 gesloten (PSC 125.01).

Opgelet ! Het gaat om een protocol van akkoord. De verschillende cao’s ter uitvoering moeten nog gesloten worden. De betrokken hoofdstukken van onze sectorale documentatie zullen ten gepaste tijden aangepast worden.

We houden eraan uw aandacht te vestigen op volgende voordelen die in het kader van dit akkoord aan de werknemers toegekend moeten worden:

1. Koopkrachtpremie (consumptiecheque)

Dit voordeel moet worden toegekend volgens de voorwaarden die door de sector werden bepaald. Er is geen omzetting mogelijk.

! De collectieve arbeidsovereenkomst betreffende de toekenning van een eenmalige koopkrachtpremie heeft een suppletief karakter. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is bijgevolg niet van toepassing op de werkgevers en hun werknemers die uiterlijk op 31 december 2023 een ondernemingscao afsluiten betreffende de koopkrachtpremie die gunstiger is dan wat op het niveau van de sector wordt bepaald.

1.1. Definities

Ondernemingen met hoge winst: ondernemingen waarvan de nettowinst van het boekjaar 2022 (code 9905 op de jaarrekeningen) positief is.

Ondernemingen met uitzonderlijk hoge winst: ondernemingen waarvan de operationele bedrijfswinst (code 9901 op de jaarrekeningen) voor het boekjaar dat afgesloten wordt in 2022 1,75 keer de operationele bedrijfswinst van het voorgaande boekjaar bedraagt.

Indien het boekjaar niet met een kalenderjaar overeenstemt, wordt de winst die tijdens het in 2022 afgesloten boekjaar behaald werd in beschouwing genomen.

1.2. Bedragen

Ondernemingen met hoge winst: 250 euro.

Ondernemingen met uitzonderlijk hoge winst: 500 euro.

Plafond: indien de som van de uit te betalen premies meer bedraagt dan 25% van de operationele bedrijfswinst van 2022 (code 9901 van de jaarrekeningen), wordt de premie verhoudingsgewijs verminderd tot de som van de uit te betalen premies deze 25% bereikt.

De door de onderneming reeds toegekende koopkrachtpremie of reeds toegekende premies met betrekking tot het bedrijfsresultaat van het jaar 2022 (enkel op basis van parameters van de jaarrekeningen) worden van de sectorale koopkrachtpremie afgetrokken.

1.3. Berekeningsregels

De bedragen zijn van toepassing op de werknemers met voltijdse prestaties in een referteperiode die loopt van 1 december 2022 tot en met 30 november 2023 onder de volgende voorwaarden:

  • minstens 1 effectieve prestatiedag hebben tijdens de referteperiode;
  • de koopkrachtpremie wordt aan de betrokken arbeiders toegekend op basis van het aantal daadwerkelijk gepresteerde dagen/uren tijdens de referteperiode;
  • pro rata het gemiddelde arbeidsregime tijdens de referteperiode, berekend op basis van het contractuele arbeidsregime op het einde van elke maand;
  • assimilaties in daadwerkelijk gepresteerde dagen/uren: de dagen/uren die gelijkgesteld zijn met effectieve prestaties in de wetgeving inzake jaarlijkse vakantie worden echter ook met effectieve prestaties gelijkgesteld in dit kader.

1.4. Betalingsdatum

De koopkrachtpremie zal vóór eind 2023 worden besteld en ten laatste op 31 januari 2024 aan de werknemers worden uitbetaald.

De premie zal worden toegekend aan werknemers die in dienst op het moment van de bestelling zijn.

1.5. Vorm

De koopkrachtpremie zal worden toegekend in papiervorm (cheques) of in elektronische vorm.

2. Indexering van de lonen

De reële lonen in PSC 125.01 zullen vanaf 1 januari 2024 geïndexeerd worden.

3. Mobiliteit

1 januari 2024

De terugbetaling van de verplaatsingsonkosten per fiets wordt verhoogd tot 0,27 euro/km (hoofdstuk 1201).

4. Vergoedingen bestaanszekerheid

  • PSC 125.01: van onbepaalde duur en vanaf de in 2024 uitgevoerde stortingen, invoering van een permanente opleidingsvergoeding voor gepresteerde dagen conform de regelingen in PSC125.02 en PSC 125.03, maar beperkt van 0,44 euro;
  • periode 2023-2024 (PSC 125.01, 02 en 03 – hoofdstuk 2002): toekenning van een bestaanszekerheidsvergoeding vanaf de 1ste dag bij tijdelijke werkloosheid wegens overmacht;
  • vanaf 1 juli 2023 (hoofdstuk 2003): verhoging van het bedrag van de premie bij dodelijk ongeval: 3.300 euro (in plaats van 3000 euro).

5. Anciënniteitspremie

Van onbepaalde duur en vanaf de in 2024 uitgevoerde stortingen: invoering van een anciënniteitspremie van 200 euro bij 15 jaar voor dezelfde onderneming, verhoging van de anciënniteitspremies naar 450 euro (in plaats van 400 euro) bij 25 jaar en 900 euro (in plaats van 800 euro) bij 35 jaar voor dezelfde onderneming. (hoofdstuk 2000201 Fonds).

6. Stelsels van werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT) en tijdskrediet

Verlenging van de volgende stelsels tot 30/06/2025:

  • SWT zwaar beroep (hoofdstuk 2102): 60 jaar – 35 jaar loopbaan;
  • SWT nachtarbeid/zwaar beroep (hoofdstuk 2103): 60 jaar – 33 jaar loopbaan;
  • SWT lange loopbaan (hoofdstuk 2104): 60 jaar – 40 jaar loopbaan;
  • SWT algemeen stelsel (hoofdstuk 2101): 62 jaar – 40 jaar loopbaan (mannen)/37 jaar (2021)-38 jaar (2022) loopbaan (vrouwen) + voorwaarde tussenkomst Fonds.
  • SWT medische reden (hoofdstuk 2105) : 58 jaar – 35 jaar loopbaan.
  • Tijdskrediet eindeloopbaan (hoofdstuk 2803): 55 jaar (vermindering 1/5 en vermindering ½) in kader van zwaar beroep of lange loopbaan.

7. Opmerking

Een aantal beoogde toepassingen in dit akkoord zijn niet meer tijdig in voege kunnen treden gelet het tijdstip van dit akkoord, meer bepaald voor de punt 4. De sociale partners zullen betrokken instanties (RSZ) en Fondsen van Bestaanszekerheid PC125 verzoeken om het bereikte akkoord alsnog met terugwerkende kracht toe te passen. Indien dit voor deze instanties niet mogelijk is, zullen de niet tijdig geïmplementeerde verhogingen (van de sociale voordelen – punt 4) worden verrekend tijdens de voor het RSZ en de Fondsen voor Bestaanszekerheid technisch eerst mogelijk latere période.

Voor meer informatie, zie het hoofdstuk 01 van de sectorale documentatie.