Wanneer u veelvuldig gebruik maakt van economische werkloosheid voor uw bouwarbeiders, riskeert u twee financiële sancties:
Responsabiliseringsbijdrage RSZ
Sinds 1 juli 2005 moet u aan de RSZ een bijdrage betalen van zodra u aan de RSZ voor één van uw bouwarbeiders of leerlingen meer dan 110 dagen economische werkloosheid per jaar (berekend in een vijfdagenstelsel) aangeeft.
Het bedrag van deze jaarlijkse responsabiliseringsbijdrage wordt bekomen door een forfait van 46,31 euro te vermenigvuldigen met het totale aantal aangegeven dagen economische werkloosheid dat de grens van 110 dagen overschrijdt.
Elk jaar berekent de RSZ de bijdrage op basis van de DMFA-gegevens van het voorgaande kalenderjaar en deelt u het bedrag mee onder de vorm van een debet bericht. De berekening gebeurt per arbeider of leerling waarvoor u in de loop van het betreffende kalenderjaar een DMFA-aangifte heeft verricht.
U dient de bijdrage aan de RSZ te betalen samen met en binnen dezelfde termijnen als de gewone sociale zekerheidsbijdragen die betrekking hebben op het kwartaal waarbinnen het bedrag u werd meegedeeld.
Terugvordering forfaitair bedrag inhaalrustdagen
Voor de jaren 2015, 2016 en 2017 zal het dagbedrag van de uitkeringen die uw arbeiders van het Fonds ontvangen voor de 6 collectieve rustdagen die vallen tijdens de hoofdperiode die aanvangt op het einde van het betrokken jaar, worden geproratiseerd indien zij tijdens de referteperiode meer dan 75 dagen economisch werkloos worden gesteld. De referteperiode loopt van het 4de kwartaal van het vorige jaar tot en met het 3de kwartaal van het jaar waarin de hoofdperiode van de rustdagen op het einde van het jaar een aanvang neemt.
Deze rustdagen worden pro rata berekend volgens de volgende formule:
(baremiek dagbedrag x gepresteerde dagen in referteperiode) / 229
Sinds 1 januari 2015 vordert het Fonds van u ook een forfaitair bedrag van 60 euro per vergoede rustdag tijdens de hoofdperiode terug, indien u uw arbeiders tijdens de referteperiode die loopt van 1 januari tot en met 31 december van het betrokken jaar, minstens 50 dagen economisch werkloos heeft gesteld.
Voor meer informatie, zie het hoofdstuk 1102 en 1103 van de sectorale documentatie.