119.03 Verplichte aanwezigheidsregistratie in de vleessector vanaf 1 juli 2015 ?

18/08/2015

De programmawet van 10 augustus 2015 (BS van 18 augustus 2015) voorziet vanaf 1 juli een verplichte aanwezigheidsregistratie in de vleessector. De uitvoeringsbesluiten moeten wel nog verschijnen in het Belgisch Staatsblad.

Deze maatregel is van toepassing op arbeidsplaatsen waar activiteiten worden verricht die vallen onder het paritair comité voor de voedingsnijverheid of het paritair comité voor de handel in voedingswaren en waarvan de contractuele relaties bij de RSZ moeten worden aangegeven op basis van artikel 30ter, §7 RSZ-wet.

Het betreft slachthuizen, uitsnijderijen of bedrijven voor vleesbereidingen en/of bereidingen van vleesproducten en die daarvoor een erkenning van het Federaal Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen hebben bekomen.

Wie moet er worden geregistreerd?

De registratie heeft niet enkel betrekking op de werknemers (en daarmee gelijkgestelden), maar ook op de zelfstandigen en de gedetacheerde werknemers en zelfstandigen.

Hierbij moet wel vermeld worden dat het toepassingsgebied zich zal beperken tot zij die de beoogde activiteiten uitoefenen. De aanwezigheidsregistratie geldt dus niet voor een toevallige bezoeker, een verkoper of een administratieve medewerker die om bepaalde redenen aanwezig is op de werkplaats.

Hoe gebeurt de registratie?

De registratie gebeurt via een elektronisch aanwezigheidssysteem of door een andere automatische registratiewijze met gelijkwaardige waarborgen als het elektronische systeem.

Wanneer gebeurt de registratie?

De registratie moet gebeuren vooraleer de beoogde personen zich op de arbeidsplaats aanbieden. Deze verplichting geldt uiteraard dagelijks.

Wie is verantwoordelijk?

Het is de opdrachtgever die het registratieapparaat ter beschikking moet stellen van iedere aannemer waarop hij een beroep doet. De aannemer moet het door de opdrachtgever ter beschikking gestelde apparaat gebruiken en op zijn beurt ter beschikking stellen van iedere onderaannemer waarop hij zelf een beroep doet. Voor iedere onderaannemer geldt opnieuw diezelfde dubbele verplichting.

Ook de tewerkgestelde zelf draagt de verantwoordelijkheid om zich te registreren en kan hiervoor gesanctioneerd worden indien hij die verplichting niet nakomt.

Toezicht en sancties?

De sociale inspectiediensten zijn belast met het toezicht op de naleving van de verplichte aanwezigheidsregistratie.
De tewerkgestelde die zich aanbiedt op een werkplaats en zijn aanwezigheid niet onmiddellijk en dagelijks registreert kan worden bestraft met een administratieve geldboete van 60 tot 600 EUR (sanctie niveau 1).

De opdrachtgever, aannemer, onderaannemer of werkgever die deze regels niet naleven kunnen worden beboet met een administratieve geldboete van 300 tot 3.000 EUR of met een strafrechtelijke boete van 600 tot 6.000 EUR (sanctie niveau 3). Deze geldboeten worden vermenigvuldigd met het aantal personen dat betrokken is bij de inbreuk.

Inwerkingtreding

De maatregel is in werking getreden op 1 juli 2015. Er zijn wel nog een aantal uitvoeringsbesluiten nodig vooraleer deze maatregel effectief kan worden ingevoerd en dit zonder terugwerkende kracht.

Wij houden u op de hoogte van de effectieve inwerkingtreding van deze maatregel.