410101 1501 Uitzendarbeid

Paritair (sub-)Comité nr.:
118.00.00-00.00, 118.01.00-00.00, 118.02.00-00.00, 118.03.00-00.00, 118.04.00-00.00, 118.05.00-00.00, 118.06.00-00.00, 118.07.00-00.00, 118.08.00-00.00, 118.09.00-00.00, 118.10.00-00.00, 118.11.00-00.00, 118.12.00-00.00, 118.13.00-00.00, 118.14.00-00.00, 118.15.00-00.00, 118.16.00-00.00, 118.17.00-00.00, 118.18.00-00.00, 118.19.00-00.00, 118.20.00-00.00, 118.21.00-00.00, 118.22.00-00.00

Bijwerking: 31/12/2015
Geldig vanaf: 01/01/2014
Geldig tot: 31/12/2014

In het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid werd 21 januari 2014 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende uitzendarbeid. Zij werd neergelegd op de Griffie van de Dienst der collectieve Arbeidsbetrekkingen en geregistreerd op 18 februari 2014 onder het nr. 119522/CO/118. Het bericht van neerlegging verscheen in het Belgisch Staatsblad van 10 maart 2014. 

Wij geven u hierna de integrale tekst van deze CAO.

Tekst van de CAO

HOOFDSTUK I - Toepassingsgebied

Artikel 1

§1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de arbeiders van de voedingsnijverheid.

§ 2. Met "arbeiders" worden de mannelijke en de vrouwelijke arbeiders bedoeld.

HOOFDSTUK II

Artikel 2

De sociale partners vertegenwoordigd in het PC 118 — arbeiders voedingsindustrie stellen vast dat de sector een van de grootste gebruikers is van werknemers onder statuut van uitzendkracht, misschien zelfs de grootste. Dit feit is gerelateerd aan de grote flexibiliteit die bestaat in de sector.

Artikel 3

De sociale partners vertegenwoordigd in het PC 118 — arbeiders voedingsindustrie benadrukken dat uitzendarbeid uitsluitend is toegestaan wegens een van de vier motieven voorzien in de wetgeving:

• De tijdelijke vervanging van een werknemer,
• De tijdelijke vermeerdering van werk,
• De uitvoering van een uitzonderlijk werk,
• De invulling van een vacante betrekking (instroom).

Artikel 4

De sociale partners zijn van oordeel dat een normaal gebruik van uitzendarbeid moet gebaseerd zijn op een van deze vier motieven, met voorafgaandelijk respect voor de informatie- en raadplegingsprocedures die voorzien zijn.

Artikel 5

De sociale partners menen dat de volgende situaties niet stroken met een normaal gebruik van uitzendarbeid:

• Excessief gebruik (aantal uren gepresteerd door uitzendkrachten in verhouding tot het aantal uren gepresteerd door vaste werknemers)
• Langdurige tewerkstelling van een werknemer onder statuut van uitzendkracht
• Oneigenlijk gebruik van opeenvolgende dagcontracten.

Artikel 6

§ 1. De ondernemingsraad, en bij ontstentenis, de syndicale afvaardiging moet de nodige informatie ontvangen teneinde het gebruik van uitzendkrachten driemaandelijks te kunnen evalueren:

• per werkpost,
• per motief,
• per duur.

§ 2. Deze evaluatie zal gebeuren in het licht van de in artikels 3 en 4 hernomen principes. De sociale partners vestigen in dat kader de aandacht op artikel 41 van de collectieve arbeidsovereenkomst nummer 108 van de Nationale Arbeidsraad (collectieve arbeidsovereenkomst van 16 juli 2013) betreffende de tijdelijke arbeid en de uitzendarbeid.

Artikel 7

De sociale partners herinneren eraan dat het afsluiten van dagcontracten beperkt moet zijn tot het strikt noodzakelijke en gerechtvaardigd (bewezen) moet zijn door een dwingende noodzaak van flexibiliteit. Het afsluiten van dagcontracten kan enkel na overleg overeenkomstig artikel 34 van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 108 betreffende de tijdelijke arbeid en de uitzendarbeid, en na aldword van de vakbondsafvaardiging.

Artikel 8

De sociale partners ondersteunen ten volle de sectorale commissie voor goede diensten van de voedingsnijverheid (opgericht via de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 september 2007 — registratienummer 85574) en zullen deze samenroepen om specifieke ondernemingsomstandigheden te bekijken, dit zowel op vraag van de werknemers- als de werkgeversvertegenwoordigers. De sociale partners zullen zich in deze commissie laten leiden door bovenstaande principes en zullen in geval van inbreuk aanbevelen om een contract van onbepaalde duur aan te bieden aan de betrokken uitzendkracht.

HOOFDSTUK III - Geldigheid

Artikel 9

Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2014 en is van onbepaalde duur met uitzondering van artikel 7 dat van bepaalde duur is en ophoudt van kracht te zijn op 31 december 2014. De partijen kunnen deze collectieve arbeidsovereenkomst opzeggen mits een aanzegging van drie maanden gericht per aangetekende brief aan de voorzitter van het paritair comité.

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
21/01/2014
Registratienr
119522
Geldig van
01/01/2014
Geldig tot
01/01/2015
Neerleggingsdatum
10/02/2014
Registratiedatum
18/02/2014
Onderwerp
beperkt beroep doen op de uitzendarbeid
BS Bericht van neerlegging
10/03/2014
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
04/09/2014
Gepubliceerd in het B.St. van
28/11/2014
Keywords
TIJDELIJKE ARBEID EN UITZENDARBEID

Historiek
01/10/2023 31/12/2050 410101 Uitzendarbeid
01/01/2022 30/09/2023 410101 Uitzendarbeid
01/01/2019 31/12/2021 410101 Uitzendarbeid
13/06/2017 31/12/2018 410101 1501 Uitzendarbeid
01/01/2015 12/06/2017 410101 1501 Uitzendarbeid
01/01/2014 31/12/2014 410101 1501 Uitzendarbeid