35 Nieuwe arbeidsregelingen in de voedingsnijverheid

Paritair (sub-)Comité nr.:
118.00.00-00.00, 118.01.00-00.00, 118.02.00-00.00, 118.03.00-00.00, 118.04.00-00.00, 118.05.00-00.00, 118.06.00-00.00, 118.07.00-00.00, 118.08.00-00.00, 118.09.00-00.00, 118.10.00-00.00, 118.11.00-00.00, 118.12.00-00.00, 118.13.00-00.00, 118.14.00-00.00, 118.15.00-00.00, 118.16.00-00.00, 118.17.00-00.00, 118.18.00-00.00, 118.19.00-00.00, 118.20.00-00.00, 118.21.00-00.00, 118.22.00-00.00

Bijwerking: 16/05/2001
Geldig vanaf: 01/01/1999

In dit paritair comité, is het mogelijk om af te wijken van volgende regelingen :

  • arbeid in overbruggingsploegen of zondagsarbeid voor andere ondernemingen
  • Feestdagen (met uitzondering van de sector van de bakkerijen en de artisanale banketbakkerijen)
  • Arbeidsduur

Deze drie bestaande procedures om die afwijkinen in te voeren zijn: op vrijwillige basis, met vakbondsafvaardiging (ondernemingsCAO gesloten tussen de werkgever en alle representatieve werknemersorganisaties) of zonder vakbondsafvaardiging (ondernemingsCAO).

In het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid werd op 30 maart 1988 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de invoering van nieuwe arbeidsregelingen in de ondernemingen. Deze collectieve arbeidsovereenkomst werd algemeen verbindend verklaard en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 2 februari 1989.

De CAO van 30 maart 1988 werd aangevuld en gewijzigd door :

  • een CAO gesloten op 30 april 1999 (51282/CO/118), Belgisch Staatsblad van 4 november 2000.
  • een CAO van 20 december 1999 (54506/CO/118), Belgisch Staatsblad van 17 januari 2001.

Deze CAO'S hebben uitwerking met ingang  van 1 januari 1999 en worden gesloten voor onbepaalde duur.

Zie ook onze omzendbrieven Hfdst :

  • 0701 Arbeidsduur
  • 0703 Arbeidsduur voor sommige arbeiders en overschrijding van de grenzen van de arbeidsduur
  • 0704 Nachtarbeid
  • 0705 Spreiding van de wekelijkse arbeidsduur

1. Toepassing

1.1 Welke werknemers? 

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de arbeiders van de voedingsnijverheid.

Met arbeiders worden de mannelijke en de vrouwelijke arbeiders bedoeld.

1.2. Verhouding tegenover wettelijke regeling

Deze collectieve arbeidsovereenkomst doet geen afbreuk aan de arbeidswet van 16 maart 1971 en haar uitvoeringsbesluiten, alsook aan de collectieve arbeidsovereenkomsten gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, die bepalingen bevatten inzake arbeidsduur. De werkgevers verbinden er zich toe om vooraleer op deze collectieve arbeidsovereenkomst een beroep te doen, gebruik te maken van de bestaande mogelijkheden in het kader van de arbeidswet van 16 maart 1971 en in het bijzonder op artikel 20bis van voornoemde wet.

2. Gemiddelde wekelijkse arbeidsduur 

De effectieve conventionele arbeidsduur is vastgesteld op gemiddeld 37 of 38 uur per week. Deze laatste is bepaald in functie van de keuze gedaan zoals voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 februari 1983, gesloten in het Paritair Comité van de voedingsnijverheid en in het Paritair Comité voor de bedienden uit de voedingsnijverheid betreffende de aanwending van de bijkomende loonmatiging voor de tewerkstelling algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 2 augustus 1983 (Belgisch Staatsblad van 6 oktober 1983).

  •  Voor de sector van de groenteconservennijverheid mag de gemiddelde wekelijkse conventionele effectieve arbeidsduur in de ondernemingen 39 uren niet overschrijden en niet lager liggen dan 38 uren, onder voorbehoud van uitzonderlijke gevallen zoals bepaald in artikel 6 van de collectieve arbeidsovereenkomsten van 28 januari 1985 en 5 december 1985 betreffende de bevordering van de werkgelegenheid in de groenteconservennijverheid, gesloten in het Paritair Comité voor de voedings-nijverheid, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 5 september 1986 (Belgisch Staatsblad van 27 september 1986).
  • Voor de bakkerijen, banketbakkerijen (met uitzondering van Subparitair comité nr. 118.05) en verbruikszalen bij een banketbakkerij mag de gemiddelde wekelijkse conventionele effectieve arbeidsduur de 39 uur niet overschrijden. Nochtans mag de gemiddelde wekelijkse conventionele effectieve arbeidsduur in de bakkerijen, banketbakkerijen (met uitzondering van Subparitair comité nr. 118.05) en verbruikszalen bij een banketbakkerij, die minstens tien werknemers tewerkstellen, de 38 uur niet overschrijden. (CAO van 20 december 1999).
  •  Voor de suikernijverheid en haar bijproducten mag onder voorbehoud van uitzonderlijke gevallen de gemiddelde wekelijkse conventionele effectieve arbeidsduur in de sector en de suikernijverheid en haar bijproducten de 38 uren niet overschrijden en niet lager liggen dan 37 uren, zoals bepaald in de collectieve arbeidsovereenkomsten van 28 januari 1985 en 5 december 1985, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, betreffende de bevordering van de werkgelegenheid in de suiker-nijverheid en haar bijproducten, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 30 juni 1986 (Belgisch Staatsblad van 19 augustus 1986).
  • Volgens de collectieve arbeidsovereenkomsten van 28 januari 1985 en 5 december 1985, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, betreffende de bevordering van de werkgelegenheid in de slachthuizen en de pluimveeslachterijen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 23 juli 1986 (Belgisch Staatsblad van 9 september 1986), wordt de conventionele arbeidsduur vastgesteld op gemiddeld 38 uur per week.

3. Spreiding van de arbeidsduur 

De wekelijkse arbeidsduur wordt over vijf dagen gespreid.

De referteperiode voor de berekening van de gemiddelde arbeidsduur en de toekenning van de inhaalrust wordt krachtens de wettelijke regeling (wet van 16 maart 1971) vastgesteld op 12 maanden. Deze periode loopt telkens van 1 januari tot 31 december behoudens vaststelling van een andere periode van 12 maanden in het arbeidsreglement.

Bij elke definitieve betaling ontvangen de arbeiders een staat van hun prestaties in verhouding met de dagelijkse en wekelijkse arbeidsduur die zij gehouden zijn te presteren, zoals het koninklijk besluit van 18 januari 1964 betreffende de informatie van de werknemers over de staat van hun prestaties het voorschrijft.

De toepassing van dit artikel doet geen afbreuk aan de betaling van supplementen voor eventuele overuren krachtens de toepasselijke wettelijke bepalingen.

4. Drie arbeidsregelingen en keuze door de werkgever

De werkgever die cumulatief een beroep wil doen voor eenzelfde arbeid(st)er of eenzelfde categorie van arbeid(st)er op de twee systemen, moet een voorafgaande toelating vragen aan het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid.

Voor de bijkomende arbeidslast, sociale, familiale en andere nadelen bepaalt de collectieve arbeidsovereenkomst de compensatie terzelfder tijd met de bespreking van het afwijkend arbeidssysteem.

4.1 Arbeid in overbruggingsploegen

De dagelijkse arbeidsduur op zaterdag en zondag kan voor de toepassing van dit artikel op ten hoogste 12 uren worden gebracht.

Voor de werklieden en werksters die in overbruggingsploegen werken, overeenkomstig dit artikel, kan afgeweken worden van de reglementering betreffende de feestdagen.

Dergelijke afwijking kan dan voorzien dat een feestdag die samenvalt met een activiteitsdag, ofwel 's zaterdags, ofwel 's zondags, kan vervangen worden door een inactiviteitsdag.

Indien niet alle werklieden en werksters van de onderneming of van een afdeling van de onderneming bij de invoering van de nieuwe arbeidsregelingen zijn betrokken, mag de inschakeling van de werklieden en werksters in die regelingen slechts op vrijwillige basis geschieden. De instelling van overbruggingsploegen mag niet tot gevolg hebben dat er zich een daling van het arbeidsvolume voordoet in het normaal ploegen-systeem waarvan het overbruggingsploegen een vervolg zijn. Daarenboven, wanneer een vermindering van het effectief voorzien wordt in het ploegensysteem, wordt eerst het aantal werklieden en werksters van de overbruggingsploegen verminderd.

4.2 Zondagsarbeid

Er kan nooit meer dan drie zondagen per kalenderjaar door eenzelfde arbeid(st)er gewerkt worden en er mag nooit meer dan twaalf zondagen per kalenderjaar worden gewerkt. In de collectieve arbeids-overeenkomst wordt het aantal zondagen opgenomen waarop gewerkt worden.

De arbeid(st)ers die zondagarbeid verrichten in toepassing van dit artikel hebben naar keuze en met inachtneming van de organisatorische omstandigheden, in de loop van de maand die op de bewuste zondag volgt. De inhaalrust dient op de arbeidsduur aangerekend te worden.

Per bedrijf zal met de ondernemingsraad, of bij ontstentenis van ondernemingsraad, met de vakbondsafvaardiging overeengekomen worden hoeveel arbeid(st)ers er worden tewerkgesteld op zondag.

Wanneer door een onderneming of afdeling van onderneming een beroep wordt gedaan op dit artikel, kan voor deze werklieden of werksters afgeweken worden van artikel 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 maart 1980 betreffende de vijfdagenweek, en van de procedure zoals voorzien in artikel 3 van dezelfde collectieve arbeidsovereenkomst.

4.3 Arbeid op feestdagen

De in aanmerking komende ondernemingen kunnen in geval van tijdelijke vermeerdering van werk afwijken van het verbod van tewerkstelling op feestdagen zoals bepaald in de wet van 4 januari 1974.

5. Maximale arbeidsduur en afwijkingen

5.1 Principe 

De arbeidsduur mag nooit meer dan 10 uren per dag, noch 50 uren per week overschrijden.

In uitvoering van dit artikel mag gedurende een periode van maximum drie maanden gemiddeld niet langer worden gewerkt dan de wekelijkse arbeidsduur vastgesteld bij collectieve arbeidsovereenkomst van toepassing voor de onderneming.

De inhaalrustdagen toegekend in uitvoering van dit artikel moeten in volledige of halve dagen opgenomen worden, naar keuze van de werklieden en werksters, rekening houdend met de organisatorische noodwendigheden.

Als bijzondere en/of bijkomende vervoerskosten door de werklieden en werksters moeten worden gemaakt, dient de onderneming in de kosten hiervan tussen te komen. 

5.2 Voorwaarden m.b.t. invoering van afwijkingen

De bovenvermelde afwijkingen kunnen enkel ingevoerd worden in de mate dat de werkgevers voldoen aan :

  1. de bij artikel 6 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 42 betreffende de invoering van nieuwe arbeids-regelingen in de ondernemingen gestelde voorwaarden ;
  2. de collectieve arbeidsovereenkomsten betreffende de bevordering van de tewerkstelling in de voedingsnijverheid (1).
  3. de bij de invoering van de nieuwe arbeidsregeling betrokken werklieden en werksters moeten zijn tewerkgesteld in het kader van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur. Zij mogen evenwel worden tewerkgesteld in het kader van een arbeidsovereenkomst voor een bepaalde duur of voor een duidelijk omschreven werk in de bedrijfstakken, de ondernemingen en voor de categorieën van werklieden en werksters waarvoor deze vorm van arbeidsovereenkomst strookt met het gebruik.

(1) Met andere woorden: aanpassingen van de arbeidstijd beogen het bevorderen van de werkgelegenheid door aanwervingen, door verminderen van het aantal dagen werkloosheid door verminderen van het aantal in het vooruitzicht gestelde ontslagen in het kader van de procedure die voor collectief ontslag is vastgesteld.

6.Toepassingsmodaliteiten bij invoering van nieuwe arbeidsregelingen

6.1 Werking

De inschakeling van de werklieden en werksters in de nieuwe arbeidsregelingen zoals hierboven vermeld mag slechts op vrijwillige basis geschieden indien niet alle werklieden en werksters van de onderneming of van een afdeling van de onderneming bij de invoering van de nieuwe arbeidsregelingen betrokken zijn.

Bij het invoeren van een nieuwe arbeidsregeling overeenkomstig deze collectieve arbeidsovereenkomst, moet de volgende procedure worden nageleefd :

  1. De nieuwe arbeidstijdregelingen zoals voorzien in deze collectieve arbeidsovereenkomst kunnen op het vlak van de onderneming ingevoerd worden door een collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten tussen de werkgever en alle representatieve werknemersorganisaties die vertegenwoordigd zijn in de vakbonds-afvaardiging van de onderneming.
  2. Bij ontstentenis van een vakbondsafvaardiging in de onderneming kunnen de nieuwe arbeidstijdregelingen zoals voorzien in deze collectieve arbeidsovereenkomst op het vlak van de onderneming ingevoerd worden door een collectieve arbeidsovereenkomst.(CAO van 30 april 1999)

De nieuwe arbeidsregelingen treden in werking op grond van de collectieve arbeidsovereenkomst die gesloten wordt in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid. Het paritair comité beschikt over een termijn van zes weken vanaf de datum van het aanhangig maken van de vraag bij de voorzitter van het paritair comité om zich over het ontwerp inzake organisatie van een nieuwe arbeidsregeling uit te spreken.

Opgelet ! Indien na onderhandelingen de partijen niet tot een akkoord komen binnen de termijn, treedt het nieuw arbeidsstelsel niet in werking.

Wanneer de representatieve werknemersorganisaties niet aanwezig zijn op de onderhandelingen en hierdoor geen akkoord mogelijk is binnen de bepaalde termijn, treedt het nieuwe arbeidsstelsel in werking.

Wanneer de representatieve werkgeversorganisatie niet aanwezig is op de onderhandelingen en hierdoor geen akkoord mogelijk is binnen de bepaalde termijn, treedt het nieuwe arbeidsregime in werking.

Het paritair comité kan deze taak toevertrouwen aan een door hem opgericht beperkt comité.

6.2 Betwisting

Bij betwisting betreffende de uitvoering van deze collectieve arbeidsovereenkomst kunnen, na uitputting van alle onderhandelingsmogelijkheden op ondernemingsvlak, partijen een beroep doen op het nationaal verzoeningscomité.

Alle collectieve arbeidsovereenkomsten gesloten in uitvoering van deze collectieve arbeidsovereenkomst worden meegedeeld aan de werkgeversorganisatie vertegenwoordigd in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, die ze neerlegt op het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid en die ze overmaakt aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid en aan de ondertekenende partijen.

6.3 Andere bijzondere regelingen en overgang

Andere regelingen dan die vermeld in deze CAO kunnen overeengekomen worden in een CAO op ondernemingsniveau indien een specifieke noodzaak eigen aan een onderneming zich aandient waarbij de bestaande afwijkingen niet zouden volstaan. 

Arbeidsregelingen die gedeeltelijk of geheel beantwoorden aan de voorwaarden aangehaald in de artikelen 7, 8 en 9 van deze collectieve arbeidsovereenkomst en die reeds ingevoerd werden in onderling overleg voor de inwerkingtreding van deze collectieve arbeidsovereenkomst moeten aangepast worden bij hun vervaldatum.

7. Geldigheid nieuwe arbeidsregelingen

De nieuwe arbeidsregelingen ingevoerd in de ondernemingen overeenkomstig deze collectieve arbeids-overeenkomst worden ingevoerd voor een bepaalde tijd van tenminste zes maanden en met een maximumduur van ten hoogste twee jaar, met beding van stilzwijgende verlenging. Deze collectieve arbeidsovereenkomsten moeten in een opzeggingstermijn voorzien.

8. Inwerkingtreding

De bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 1999 en 20 december 1999 zijn in werking getreden op 1 januari 1999 en gelden voor onbepaalde duur.

Zij kan, door één der partijen worden opgezegd mits een opzegging van drie maanden gericht, per aangetekende brief aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid en aan de erin vertegenwoordigde organisaties.

Commentaar

Zoals boven vermeld kan men door het sluiten van een collectieve arbeidsovereenkomst betreffende nieuwe arbeidsregelingen afwijken van de wettelijke bepalingen inzake zondagsarbeid, nachtarbeid, arbeidsduur en tewerkstelling tijdens feestdagen. Het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid heeft evenwel een tamelijk strikt kader bepaald, waarbinnen men van de wettelijke regels inzake zondagsarbeid, arbeidsduur en tewerk-stelling tijdens feestdagen kan afwijken. Afwijkingen van de regels inzake nachtarbeid zijn dus niet mogelijk.

Onze aangeslotenen mogen steeds het advies inwinnen van onze juridische dienst om een naar vorm en inhoud correcte overeenkomst betreffende nieuwe arbeidsregelingen af te sluiten.


Historiek
01/01/1999 31/12/2050 35 Nieuwe arbeidsregelingen in de voedingsnijverheid