13 Klein verlet
Paritair (sub-)Comité nr.:
118.00.00-00.00,
118.01.00-00.00,
118.02.00-00.00,
118.03.00-00.00,
118.04.00-00.00,
118.05.00-00.00,
118.06.00-00.00,
118.07.00-00.00,
118.08.00-00.00,
118.09.00-00.00,
118.10.00-00.00,
118.11.00-00.00,
118.12.00-00.00,
118.13.00-00.00,
118.14.00-00.00,
118.15.00-00.00,
118.16.00-00.00,
118.17.00-00.00,
118.18.00-00.00,
118.19.00-00.00,
118.20.00-00.00,
118.21.00-00.00,
118.22.00-00.00
Bijwerking: 19/07/2022
Geldig vanaf: 25/07/2021
Geldig tot: 24/05/2023
De werknemer heeft het recht van het werk afwezig te zijn, met behoud van zijn loon ter gelegenheid van enkele gebeurtenissen. Deze sector heeft gunstigere bepalingen voorzien dan het wettelijk minimum.
De werknemer heeft het recht van het werk afwezig te zijn, met behoud van zijn loon ter gelegenheid van familiegebeurtenissen, voor de vervulling van de staatsburgerlijke verplichtingen of van burgerlijke opdrachten en in geval van verschijning voor het gerecht. Deze gebeurtenissen worden opgesomd in het KB van 28 augustus 1963. Dit KB legt bovendien voor iedere gebeurtenis die wordt opgesomd, het aantal dagen toegestane afwezigheid vast alsook de periode waarin zij moeten genomen worden.
De hierboven uiteengezette basisreglementering heeft een aanvullend karakter. De verschillende sectoren kunnen gunstigere bepalingen voorzien dan deze die zij voorziet (betaald klein verlet gedurende langere periodes of om andere redenen).
In het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid werd op 25 november 2013 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende het kort verzuim (nr. 119123/CO/118) die geldt voor alle subsectoren van PC 118.
1. Tabel
Zie in blauw de specifieke regels.
Gebeurtenis |
Duur van afwezigheid |
1. Huwelijk van de arbeider |
2 dagen door de werknemer te kiezen tijdens de week waarin de gebeurtenis plaatsgrijpt of tijdens de daaropvolgende week PC 118: 3 dagen, door de werknemer te kiezen tijdens de week waarin de gebeurtenis plaatsvindt, of tijdens de daarop volgende week |
2. Huwelijk van een kind van de arbeider of van zijn echtgeno(o)t(e) of wettelijk samenwonende partner, van een (half)broer, (half)zuster, schoonbroer, schoonzuster, van de vader, moeder, schoonvader, stiefvader, schoonmoeder, stiefmoeder, van een kleinkind van de werknemer |
De dag van het huwelijk |
3. Priesterwijding of intrede in het klooster van een kind van de arbeider of van zijn echtgeno(o)t(e) of wettelijke samenwonende partner, van een (half)broer, (half)zuster, schoonbroer of schoonzuster van de werknemer |
De dag van de plechtigheid |
4.1. Overlijden van de echtgeno(o)t(e) of (wettelijk of feitelijk) samenwonende partner, van een kind van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e) of (wettelijk of feitelijk) samenwonende partner
4.2. Overlijden van een pleegkind van de arbeider in het kader van een langdurige pleegzorg op het moment van het overlijden of in het verleden |
10 dagen waarbij 3 dagen door de werknemer te kiezen tijdens de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt de dag van de begrafenis en 7 dagen door de arbeider te kiezen binnen het jaar na de dag van het overlijden PC 118: 10 dagen waarbij 3 dagen door de arbeider te kiezen tijdens de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt 6 maanden vanaf de dag van het overlijden en 7 dagen door de arbeider te kiezen binnen het jaar na de dag van het overlijden
10 dagen waarbij 3 dagen door de arbeider te kiezen tijdens de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt de dag van de begrafenis en 7 dagen door de arbeider te kiezen binnen het jaar na de dag van het overlijden |
5. Overlijden van de vader, moeder, schoonvader, stiefvader, schoonmoeder, stiefmoeder van de arbeider of van zijn echtgeno(o)t(e) of (wettelijk of feitelijk) samenwonende partner |
3 dagen door de arbeider te kiezen tijdens de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt de dag van de begrafenis PC 118: 5 dagen op te nemen binnen de zes maand vanaf de dag van het overlijden |
6. Overlijden van de pleegvader of pleegmoeder van de arbeider in het kader van langdurige pleegzorg op het moment van het overlijden |
3 dagen door de arbeider te kiezen tijdens de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt de dag van de begrafenis |
7. Overlijden van een (half)broer, (half)zuster, schoonbroer, schoonzuster, van de grootvader, de grootmoeder, van een kleinkind, van de overgrootvader, van de overgrootmoeder, van een achterkleinkind, schoonzoon, of schoondochter van de arbeider of van zijn echtgeno(o)t(e) of (wettelijk of feitelijk) samenwonende partner, die bij de werknemer inwoont |
2 dagen door de arbeider te kiezen in de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt met de dag van de begrafenis |
8. Overlijden van een (half)broer, (half)zuster, schoonbroer, schoonzuster, van de grootvader, de grootmoeder, van een kleinkind, van de overgrootvader, van de overgrootmoeder, van een achterkleinkind, schoonzoon, of schoondochter van de arbeider of van zijn echtgeno(o)t(e) of (wettelijk of feitelijk) samenwonende partner, die niet bij de werknemer inwoont |
De dag van de begrafenis |
9. Overlijden van een pleegkind van de arbeider of van zijn echtgeno(o)t(e) of (wettelijk of feitelijk) samenwonende partner in het kader van een kortdurende pleegzorg op het moment van overlijden
|
De dag van de begrafenis |
10. Plechtige communie van een kind van de arbeider of zijn echtgeno(o)t(e) of wettelijke samenwonende partner |
De dag van de plechtigheid of wanneer die dag samenvalt met een zondag, een feestdag of een gewone inactiviteitsdag, de gewone activiteitsdag die deze gebeurtenis onmiddellijk voorafgaat of erop volgt |
11. Deelneming van een kind van de arbeider of van zijn echtgeno(o)t(e) of wettelijke samenwonende partner aan het feest van de vrijzinnige jeugd daar waar dit feest plaats heeft |
De dag van het feest of wanneer die dag samenvalt met een zondag, een feestdag of een gewone inactiviteitsdag, de gewone activiteitsdag die deze gebeurtenis onmiddellijk voorafgaat of erop volgt |
12. Verblijf van de dienstplichtige arbeider in een rekruterings- en selectiecentrum of in een militair hospitaal ten gevolge van zijn verblijf in een rekruterings- en selectiecentrum |
De nodige tijd met een maximum van 3 dagen |
13. Verblijf van de arbeider gewetensbezwaarde op de Administratieve Gezondheidsdienst of in één van de verplegingsinrichtingen, die overeenkomstig die wetgeving houdende het statuut van de gewetensbezwaarden door de Koning zijn aangewezen |
De nodige tijd met een maximum van 3 dagen |
14. Bijwonen van een bijeenkomst van een familieraad, bijeengeroepen door de vrederechter |
De nodige tijd met een maximum van 1 dag |
15. Deelneming aan een jury, oproeping als getuige voor de rechtbank of persoonlijke verschijning op aanmaning van de arbeidsrechtbank |
De nodige tijd met een maximum van 5 dagen |
16. Uitoefening van het ambt van bijzitter in een hoofdstembureau of enig stembureau bij de parlements-, provincieraads- en gemeenteraadsverkiezingen |
De nodige tijd |
17. Uitoefening van het ambt van bijzitter in één van de hoofdbureaus bij de verkiezing van het Europees Parlement |
De nodige tijd met een maximum van 5 dagen |
18. Uitoefening van het ambt van bijzitter in een hoofdbureau van stemopneming bij de parlementen, provincieraads- en gemeenteraadsverkiezingen |
De nodige tijd met een maximum van 5 dagen |
2. Commentaar
2.1. Deeltijdse werknemers
De deeltijdse arbeiders hebben het recht van het werk afwezig te zijn, met behoud van hun normaal loon, gedurende de dagen en periodes die samenvallen met de dagen en periodes waarop zij normaal gewerkt zouden moeten hebben. Zij mogen de afwezigheidsdagen kiezen binnen dezelfde grenzen.
2.2. Wettelijk en feitelijk samenwonende werknemers
1. De wettelijk samenwonende werknemers genieten altijd dezelfde rechten als de gehuwde arbeiders in het kader van het klein verlet m.b.t. de familiegebeurtenissen.
De wettelijke samenwoning is de situatie waarbij twee personen een verklaring van wettelijke samenwoning hebben afgelegd door middel van een geschrift dat tegen ontvangstbewijs aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeenschappelijke woonplaats overhandigd wordt.
2. De feitelijk samenwonende partners genieten alleen dezelfde rechten als gehuwde arbeiders in de gevallen zoals vermeld in 4., 5., 7., 8. en 9. van de bovenvermelde tabel.
2.3. Kinderen
Voor de toepassing van deze reglementering wordt het geadopteerd of erkend natuurlijk kind steeds gelijkgesteld met het wettig of gewettigd kind.
Wat pleegkinderen betreft, is er alleen een recht op:
- 10 dagen klein verlet bij overlijden van een pleegkind van de arbeider (of van zijn echtgeno(o)t(e) of wettelijk of feitelijk samenwonende partner) in het kader van een langdurige pleegzorg op het moment van het overlijden of in het verleden (zie 4. van bovenvermelde tabel);
- 1 dag klein verlet bij overlijden van een pleegkind van de arbeider (of van zijn echtgeno(o)t(e) of wettelijk of feitelijk samenwonende partner) in het kader van een kortdurende pleegzorg op het moment van overlijden (zie 9. van bovenvermelde tabel).
Halfbroers en halfzusters worden gelijkgesteld met broers en zussen.
Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.
Datum CAO
25/11/2013 |
Registratienr
119123 |
Geldig van
01/12/2013 |
Geldig tot
- |
Neerleggingsdatum
03/12/2013 |
Registratiedatum
30/01/2014 |
||
Onderwerp
kort verzuim |
|||
BS Bericht van neerlegging
18/02/2014 |
Algemeen verbindend verklaring
- |
||
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
02/07/2014 |
Gepubliceerd in het B.St. van
28/11/2014 |
||
Keywords
KLEIN VERLET |
Historiek | ||
---|---|---|
25/05/2023 | 31/12/2050 | 13 Klein verlet |
25/07/2021 | 24/05/2023 | 13 Klein verlet |
01/12/2013 | 24/07/2021 | 13 Klein verlet |