Sectorakkoord 2021-2022 voor de pc118-arbeiders

25/11/2021

In het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid (PC 118) werd op 25 oktober 2021 een sectoraal akkoord voor de periode 2021 en 2022 gesloten.
Om het overzicht te bewaren beperkt dit artikel zich tot de koopkrachtmaatregelen die ten laste van de werkgever zijn. Voor de andere onderdelen van het sectoraal akkoord verwijzen we naar de tekst van dit akkoord (zie onderaan).

Het sociaal akkoord neemt niet alle technische modaliteiten over en zal niet algemeen verbindend worden verklaard. De sociale partners sluiten nog collectieve arbeidsovereenkomsten ter zake.

1.  Lineaire loonsverhoging

  • Per 1 januari 2022 verhogen de sectorale minimumlonen met 0,07 euro per uur  (met 0,06 euro per uur voor de kleine bakkerijen en banketbakkerijen (*)).
  • Per 1 januari 2022 verhogen ook de bovenbaremieke lonen met 0,07 euro per uur (met 0,06 euro per uur voor de kleine bakkerijen en banketbakkerijen (*)), behoudens een tijdig gesloten ondernemings-cao met gelijkwaardige alternatieve voordelen (zie kader).

(*) “kleine bakkerijen en banketbakkerijen” = de banketbakkerijen die verse producten vervaardigen voor onmiddellijke consumptie met zeer beperkte houdbaarheid en de verbruikszalen bij een banketbakkerij die gemiddeld minder dan 20 arbeiders tewerkstellen, uitgedrukt in voltijdsequivalenten.

2. Eenmalige premie van €150

Bij gebreke aan een tijdig gesloten ondernemings-cao met gelijkwaardige alternatieve voordelen – zie kader - wordt een eenmalige bruto premie toegekend van 150 euro in januari 2022. In principe geldt het voordeel ook voor de arbeiders die de onderneming verlieten in 2021. De arbeiders uit dienst getreden voor 2021 zijn uitgesloten van het toepassingsgebied.

De eenmalige wordt berekend volgens dezelfde modaliteiten als de eindejaarspremie, inbegrepen de toekenningsmodaliteiten. Bijgevolg:

  • moet een arbeider minstens één maand dienst in de onderneming hebben (effectief of gelijkgesteld);
  • heeft de arbeider die de onderneming in 2021 vrijwillig verliet tijdens het eerste dienstjaar of die in 2021 ontslagen werd om dringende redenen geen recht op de eenmalige premie.

Het referentiejaar is 2021.

Omzetting mogelijk met een ondernemings-cao
Men moet de verhoging van de bovenbaremieke lonen met 0,07/0,06 euro per uur en de eenmalige bruto premie van 150 euro niet toekennen op voorwaarde dat uw onderneming uiterlijk op 31 december 2021 een ondernemings-cao sluit die voorziet in de toekenning van een enveloppe. Deze enveloppe stemt overeen met 0,4% van de brutolonen van uw PC118-arbeiders, verhoogd met de werkgeversbijdragen, maar verminderd met de kost van de aangehaalde verhoging van de sectorale minimumlonen (0,07 of 0,06 euro/uur).
Voor de goede orde:
•    De andere koopkrachtmaatregelen, inclusief de eenmalige coronapremie van € 150, kunnen niet omgezet worden!
•    De verhoging van de sectorale minimumlonen geldt ook voor de ondernemingen die een ondernemings-cao sluiten. Ongeachte het bestaan en de inhoud van de ondernemings-cao moeten ook deze ondernemingen de verhoogde sectorale minimumlonen in elk geval respecteren vanaf 1 januari 2022.

3. Eenmalige coronapremie van € 150 in winstgevende ondernemingen

De ondernemingen (*) met winst in het laatste afgesloten boekjaar (bedrijfsresultaat EBIT overeenkomend met code 9901 in de jaarrekening) kennen ten laatste op 31 december 2021 een coronapremie toe aan de arbeiders die tijdens het referentiejaar 2020 effectieve of daarmee gelijkgestelde prestaties geleverd hebben bij de onderneming.
De arbeider heeft recht op een coronapremie van 150 euro voor een voltijds en volledig gewerkt en gelijkgesteld referentiejaar, toegekend onder de vorm van  consumptiecheques.
In principe geldt het voordeel ook voor de arbeiders die de onderneming verlieten in 2021. De arbeiders uit dienst getreden voor 2021 zijn uitgesloten van het toepassingsgebied.

De coronapremie wordt berekend volgens dezelfde modaliteiten als de eindejaarspremie, inbegrepen de toekenningsmodaliteiten. Bijgevolg:

  • moet een arbeider minstens één maand dienst in de onderneming hebben (effectief of gelijkgesteld);
  • heeft de arbeider die de onderneming in 2021 vrijwillig verliet tijdens het eerste dienstjaar of die in 2021 ontslagen werd om dringende redenen geen recht op de coronapremie.

Het referentiejaar is 2020.

De werkgever zorgt zo snel mogelijk voor een schriftelijke communicatie aan de arbeiders omtrent de toekenning van de coronapremie. In ondernemingen met een syndicale afvaardiging, gebeurt deze communicatie aan de syndicale afvaardiging.

(*) In de mate dat er sprake is van verbonden ondernemingen in de zin van artikel 1:20 Wetboek van vennootschappen en verenigingen, weliswaar beperkt tot die verbonden ondernemingen met zetel op Belgisch grondgebied, wordt de realisatie van de winst beoordeeld in functie van het globale samengevoegde resultaat van deze verbonden ondernemingen.

4. Ploegen- en nachtpremies

Per 1 januari 2022, wordt het minimumbedrag van de sectorale nachtpremie vastgesteld op € 2,13.

Per 1 januari 2022 worden de minimumbedragen van de sectorale ploegenpremies vastgelegd als volgt:

  • € 0,11 euro/uur voor de ploegenpremie in de grote bakkerijen (*);
  • € 0,54 euro/uur voor de ochtendploeg, uitgezonderd in de bakkerijen;
  • € 0,61 euro/uur voor de namiddagploeg, uitgezonderd in de bakkerijen.

(*) De ploegenpremie van de grote bakkerijen verhogen dus niet voor de periode 2021-2022. 'Grote bakkerij' = de bakkerijen en de banketbakkerijen die verse producten vervaardigen voor onmidellijke consumptie met zeer beperkte houdbaarheid en de verbruikszalen bij een banketbakkerij die gemiddeld 20 of meer arbeiders tewerkstellen (voltijdse equivalenten).

5. Aanvullende vergoeding tijdelijke werkloosheid

De aanvullende vergoeding in geval van tijdelijke werkloosheid zal vanaf 1 januari 2022:

  • € 9,06 bedragen voor de 1ste vijf werkloosheidsdagen en,
  • € 12,46 bedragen vanaf de 6de werkloosheidsdag.

6. Kledijvergoeding

De werkgevers dienen de werkkledij ter beschikking te stellen en te onderhouden. De kost voor de onderneming kan vanaf 1 januari 2022, per week, geschat worden op:

  • € 4,13 voor het ter beschikking stellen van de werkkledij;
  • € 4,88 voor het onderhoud.

7. Tussenkomst woon-werkverkeer met privévervoer

Vanaf 1 februari 2022 verhoogt de minimale werkgeverstussenkomst in vervoerskosten met privévervoer naar 70% van de prijs van de treinkaart in 2de klasse voor dezelfde afstand.

8. Aanvullende vergoeding in geval van beëindiging van de arbeidsovereenkomst wegens medische overmacht

De aanvullende vergoeding indien een einde aan de arbeidsovereenkomst wordt gemaakt door medische overmacht, bedraagt vanaf 1 januari 2022 € 11,85 per dag.

 

Bron: Sociale programmatie 2021-2022 van 25 oktober 2021, gesloten in paritair comité 118 voor de voedingsnijverheid

 

Betrokken sectoren

118.00.00-00.00 , 118.01.00-00.00 , 118.02.00-00.00 , 118.03.00-00.00 , 118.04.00-00.00 , 118.05.00-00.00 , 118.06.00-00.00 , 118.07.00-00.00 , 118.08.00-00.00 , 118.09.00-00.00 , 118.10.00-00.00 , 118.11.00-00.00 , 118.12.00-00.00 , 118.13.00-00.00 , 118.14.00-00.00 , 118.15.00-00.00 , 118.16.00-00.00 , 118.17.00-00.00 , 118.18.00-00.00 , 118.19.00-00.00 , 118.20.00-00.00 , 118.21.00-00.00 , 118.22.00-00.00