118 Hoofdelijke aansprakelijkheid voor sociale en fiscale schulden: ook van toepassing in de vleessector

29/11/2013

Om deze nieuwe regelgeving te begrijpen moeten we teruggaan naar de regels die al sedert 2008 van toepassing zijn in de bouwsector en die nu vanaf 1 september 2013 van toepassing zullen in de bewakingssector

1. Verplichting van inhouding bij bestaan van sociale en fiscale schulden.

- Sociale schulden

Sedert 1 januari 2008 zijn de opdrachtgevers ertoe gehouden, wanneer zij voor werken van onroerende aard in de zin van de BTW een deel of het geheel van de prijs betalen, aan een aannemer die op het ogenblik van die betaling sociale schulden heeft, 35% van het factuurbedrag zonder BTW, in te houden en door te storten aan de RSZ.

Op de portaalsite van de sociale zekerheid (www.socialsecurity.be) kan er worden nagegaan of de inhouding moet worden gedaan bij de betaling van een factuur aan een medecontractant. Op verzoek levert de RSZ een attest af dat zegt of er al dan niet een inhoudingsverplichting op de facturen rust.  

Wanneer er een inhoudingsverplichting op factuur is en als het factuurbedrag 7.143,00 € of groter is dan kan de aannemer bij de RSZ een attest bekomen met opgave van de bedragen van de sociale schuld zodat eventueel het in te houden bedrag beperkt wordt tot het bedrag van de sociale schulden die bestaan op het ogenblik dat de factuur wordt betaald.

- Fiscale schulden

Volgens artikel 403 van het Wetboek op de Inkomstenbelasting is de opdrachtgever die voor werken van onroerende aard in de zin van de BTW, een deel of het geheel van de prijs betaalt aan een aannemer die op het ogenblik van de betaling fiscale schulden heeft, verplicht bij die betaling 15 % van het door hem verschuldigde bedrag, exclusief belasting over de toegevoegde waarde, in te houden en door te storten.

In de databank « My Minfin » kan worden nagegaan of er al dan niet een inhoudingsverplichting bestaat voor een aannemer.

Wanneer de opdrachtgever in die databank vaststelt dat hij de inhoudingsplicht moet nakomen en dat het bedrag van de factuur die hem wordt voorgelegd gelijk is aan 7.143 EUR of groter, dan vraagt hij aan zijn medecontractant een attest dat het bedrag van zijn schuld vaststelt. Het bewuste attest houdt rekening met de schuld op datum waarop het wordt opgesteld.

- Sanctie

Het niet naleven van die inhoudingsverplichtingen wordt op de volgende manier bestraft:

  • als de stortingen niet gedaan worden, dan wordt het bedrag verdubbeld;
  • de opdrachtgever wordt bovendien hoofdelijk aansprakelijk  voor de sociale en fiscale schulden van zijn medecontractant (cf hierna).

2. Hoofdelijke aansprakelijkheid van de opdrachtgever

De opdrachtgever die voor uitvoering van een onroerend werk een beroep doet op een aannemer met sociale en/of fiscale schulden is hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van die sociale en/of fiscale schulden van zijn medecontractant.

De hoofdelijke aansprakelijkheid van de opdrachtgever voor de sociale schulden is evenwel beperkt  tot de totale prijs der werken, exclusief BTW, gegund aan de aannemer. (Zij is tevens beperkt tot 65 % van de totale prijs der werken, exclusief BTW wanneer de hoofdelijke aansprakelijkheid voor fiscale schulden werd toegepast op dezelfde opdrachtgever). De hoofdelijke aansprakelijkheid voor fiscale schulden  is van haar kant beperkt tot 35 % van de totale prijs der werken, exclusief BTW.

De hoofdelijke aansprakelijkheid zal echter niet worden toegepast wanneer de opdrachtgever de inhoudingen en doorstortingen waartoe hij gehouden is, correct heeft uitgevoerd. De doorstorting van de ingehouden sommen zal dus bevrijdend zijn.

3. Uitbreiding naar de vleessector

Een koninklijk besluit van 22 oktober 2013 verruimt vanaf 1 september  2013 het toepassingsgebied van het mecanisme van aansprakelijkheid voor sociale en fiscale schulden naar de volgende werken of diensten in de vleessector:

• Voor de uitsnijderijen:
- ontvangst grondstoffen, hulpgrondstoffen en verpakkingsmateriaal;
- primaire opslag;
- productie;
- finale opslag;
- verpakken en etiketteren van het eindproduct;
- opslag (gekoeld) en distributie (logistiek);

• Voor de vleesbereidingen en vleesproducten:
- ontvangst grondstoffen, hulpgrondstoffen en verpakkingsmateriaal;
- primaire opslag;
- grondstofvoorbereiding;
- productie van (verse) vleesbereidingen;
- productie van vleesproducten;
- finale opslag;
- verpakken en etiketteren van het eindproduct;
- opslag (gekoeld) en distributie (logistiek);

• Voor het slachten van hoefdieren, gevogelte en konijnen:
- primaire opslag, wassen en ontsmetting van veewagens en kisten;
- slachtproces (onreine deel);
- afwerking van het slachtproces (reine deel);
- enkel bij gevogelte of konijnen, verpakken en etiketteren van het eindproduct;
- opslag (gekoeld) en distributie (logistiek).

Het koninklijk besluit bepaalt voortaan wie wordt beschouwd als al dan niet betaalplichtige van sociale en fiscale schulden, hoe de sommen moeten worden toegewezen, gestort…

4. Trapsgewijze hoofdelijke aansprakelijkheid voor sociale en fiscale schulden

Volledigheidshalve moet erop worden gewezen dat de programmawet van 29 maart 2012 het systeem van de trapsgewijze aansprakelijkheid opnieuw instelt (destijds afgeschaft). Die trapsgewijze aansprakelijkheid betreft evenwel niet de opdrachtgever maar slecht aannemers en hun onderaannemers. Zij maakt het mogelijk telkens een trap verder te gaan en zulks om ‘spookfirma’s’ of ‘fictieve firma’s’ feller te bestrijden. Uiteraard zal de aannemer die een beroep gedaan heeft op de wanbetaler-onderaannemer, eerst worden aangesproken. Met andere woorden, als de RSZ een vordering heeft op een aannemer dan gaat hij de onderaannemer van de werkgever kunnen aanspreken bij gebrek aan betaling binnen de 30 dagen na de betekening van het betalingsbevel, aan de onderaannemer van de onderaannemer enz.

5. Verplichte aangifte van werken

Merk ten slotte op dat de verruiming waarvan sprake hierboven voor elke aannemer die een werk aanvat de verplichting meebrengt de werken aan te geven aan de RSZ. Deze verplichting geldt niet voor de aannemers die geen beroep doen op een onderaannemer, voor de hen toegekende werken met een totaal bedrag van minder dan 25.000 € (exclusief BTW).