In het aanvullend paritair comité voor de werklieden werd op 13 november 2019 een sectoraal akkoord voor 2019-2020 gesloten (PC 100).
Opgelet ! Het gaat om een akkoord. De verschillende cao’s ter uitvoering moeten nog gesloten worden. De betrokken hoofdstukken van onze sectorale documentatie zullen ten gepaste tijden aangepast worden.
We houden eraan uw aandacht te vestigen op volgende voordelen die in het kader van dit akkoord aan de werknemers toegekend moeten worden:
I. Koopkracht
Verhoging van het minimumuurloon en van het effectieve uurloon
1 november 2019 (hoofdstukken 0401 en 0402)
- Verhoging van het minimumuurloon en van het effectieve uurloon: 1,1%.
De verhoging van het effectieve uurloon is niet van toepassing in de mate dat gelijkwaardige effectieve verhogingen van het loon/en of andere voordelen, aan dezelfde kost (bruto + patronale RSZ-bijdrage), in 2019-2020 op ondernemingsvlak worden toegekend, uitgezonderd bonussen in het kader van cao nr. 90 en automatische verhogingen van het loon in toepassing van een collectief vastgestelde loonschaal op ondernemingsvlak.
Ondernemingen waarin geen regeling van loonindexering bestaat
1 januari 2020 en 1 januari 2021 (hoofdstukken 0401 en 0402)
Voor de arbeiders van de ondernemingen waarin geen regeling van loonindexering bestaat en van wie het uurloon hoger is dan het minimumuurloon wordt naast de verhoging van het effectieve uurloon:
- het uurloon (referentie 31/12/2018) verhoogd met 1,98% op 1 januari 2020, mits verrekening van effectieve verhogingen van het loon en/of andere voordelen die in 2019 op ondernemingsvlak werden of worden toegekend, aan dezelfde kost (bruto + patronale RSZ-bijdrage), uitgezonderd bonussen in het kader van cao nr. 90 en automatische verhogingen van het loon in toepassing van een collectief vastgestelde loonschaal op ondernemingsvlak.
- het uurloon (referentie 31/12/2019) verhoogd met 1,44% op 1 januari 2021, mits verrekening van effectieve verhogingen van het loon en/of andere voordelen die in 2020 op ondernemingsvlak worden toegekend, aan dezelfde kost (bruto + patronale RSZ-bijdrage), uitgezonderd bonussen in het kader van cao nr. 90 en automatische verhogingen van het loon in toepassing van een collectief vastgestelde loonschaal op ondernemingsvlak.
De sectorale CAO-verhogingen van de reële lonen per 01.01.2019 en 01.11.2019 mogen evenwel niet verrekend worden.
II. Arbeidsduur
Hoofdstuk 0701:
- gemiddelde wekelijkse arbeidsduur: 38 uur;
- toekenning van compensatiedagen: 12 compensatiedagen bij een wekelijks arbeidsrooster van 40 uur op basis van gepresteerde en gelijkgestelde dagen;
- reeds bestaande regelingen op ondernemingsvlak blijven ongewijzigd.
III. Overuren
Verlenging 2020-2021 (hoofdstuk 070302):
- interne grens van de arbeidsduur die moet worden nageleefd: 156 uren;
- aantal overuren waarvan de werknemer kan afzien van inhaalrust: 143 uren.
IV. Stelsels van werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT)
Verlenging van de volgende stelsels:
- SWT nachtarbeid/zwaar beroep (hoofdstuk 2103): 59 jaar – 33 jaar loopbaan (mits toetredingsakte en anciënniteit van 5 jaar in de onderneming);
- SWT lange loopbaan (hoofdstuk 2104) : 59 jaar – 40 jaar loopbaan (mits toetredingsakte en anciënniteit van 5 jaar in de onderneming).
V. Tijdskrediet
- Tijdskrediet eindeloopbaan (hoofdstuk 2803): 55 jaar (vermindering 1/5) – 57 jaar (vermindering½) in kader van zwaar beroep of lange loopbaan (2019-2020). Zij worden niet toegerekend op de drempel van 5% van gelijktijdige afwezigheden.
-
Tijdskrediet met motief: periode 2020-2021 (hoofdstuk 2801):
- 24 maanden voor arbeiders met minder dan 8 jaar anciënniteit in de onderneming;
- 36 maanden (motief vorming)/51 maanden (andere motieven) voor arbeiders met minstens 8 jaar anciënniteit in de onderneming. - Vlaamse aanmoedigingspremies: sectorakkoord vanaf 1 januari 2020 tot 31 december 2021.
VI. Mobiliteit
1 juli 2020 (nieuw):
- Fietsvergoeding (hoofdstuk 1201): 0,10 EUR/km - maximum 4 EUR per dag - maximum 40 km per dag;
- modaliteiten zijn te bepalen op ondernemingsvlak;
- de vergoeding is niet cumuleerbaar met andere tussenkomsten op het woon-werktraject, met uitzondering van de tussenkomst voor openbaar vervoer.
VII. Opleiding
Periode 2019-2020 in het kader van de interprofessionele doelstelling (hoofdstuk 4801):
- Ondernemingen -50 werknemers:
- ondernemingen met 1-4 arbeiders: mogelijkheid om beroep te doen op open aanbod van Fonds vorming;
- ondernemingen met 5-19 arbeiders: op ondernemingsvlak gemiddeld 2 dagen opleiding per VTE in periode 01/01/2019-31/12/2020;
- ondernemingen +20 arbeiders: op ondernemingsvlak gemiddeld 4 dagen opleiding per VTE in periode 01/01/2019-31/12/2020 (vóór: 3 dagen). - Ondernemingen +50 werknemers: op ondernemingsvlak gemiddeld 4 dagen opleiding per VTE in periode 01/01/2019-31/12/2020 (vóór: 3 dagen).
VIII. Risicogroepen
0,10% risicogroepen: verlenging cao tot financiering Fonds voor vorming voor de periode van 01/01/2020 tot 31/12/2021
Voor meer informatie, zie het hoofdstuk 01 van de sectorale documentatie.