Verlenging van de vermindering eerste aanwervingen: het is officieel!

article image Van 

De volledige vrijstelling van patronale basisbijdragen wordt verlengd voor de eerste aanwerving.

 

Zoals al vermeld in een eerder artikel (Vermindering eerste aanwervingen: verlenging van de volledige vrijstelling van patronale basisbijdragen voor 2021?) wordt de doelgroepvermindering voor de eerste aanwerving in 2021 verlengd.

De regeerakkoord en de tussentijdse instructies van de RSZ van 15 december 2020 worden bevestigd door het Koninklijk Besluit van 5 januari 2021.

Eerste aanwerving: quid voor 2021 en de daaropvolgende jaren?

Aanwerving van de 1ste werknemer

Alle nieuwe werkgevers die een eerste werknemer aanwerven, worden vrijgesteld van patronale sociale basisbijdragen voor de aanwerving van deze eerste werknemer en dit voor onbepaalde duur:

1e aanwerving ! geen patronale sociale basisbijdragen voor aanwervingen voor een onbepaalde duur !
 + betaling door de RSZ van de administratieve aansluitingskosten bij een erkend sociaal secretariaat (36,45 EUR per kwartaal)

Bovendien zal er misschien in de loop van het jaar 2021 in samenspraak met de sociale partners een evaluatie van de doelgroepvermindering eerste aanwervingen plaatsvinden die eventueel een wijziging van de maatregel tot gevolg kan hebben na 2021. We volgen dit op.

Aanwerving van de 2de, 3de, 4de, 5de en 6de werknemer

De aanwerving van de 2e tot de 6e werknemer wordt eveneens bevorderd via een vermindering van de patronale socialezekerheidsbijdragen voor een beperkte duur:

  Van 1ste kwartaal tot en met 5de kwartaal  Van 6de kwartaal tot en met 9de kwartaal  Van 10de kwartaal tot en met 13de kwartaal
2de aanwerving 1.550 euros 1.050 euros 450 euros
3de, 4de, 5de en 6de aanwerving 1.050 euros 1.050 euros 450 euro

      
Aandachtspunten

De patronale basisbijdragen

De doelgroepvermindering (DGV) is van toepassing op de driemaandelijkse patronale basisbijdrage en de loonmatiging.

Naast de patronale basisbijdragen betaalt de werkgever andere bijdragen die niet onder de toepassing van de vermindering eerste aanwervingen vallen en dus verschuldigd blijven.

We denken aan de volgende bijdragen:

•    bijdrage jaarlijkse vakantie voor arbeiders;

•    bijzondere bijdrage arbeidsongevallen;

•    bijdrage sluiting van onderneming;

•    bijdrage tijdelijke werkloosheid;

•    bijzondere bijdrage werkloosheid;

•    bijdrage aan een fonds voor bestaanszekerheid;

•    enz.

De begrippen 'nieuwe werkgever' en 'technische bedrijfseenheid'

De gewone regels voor de vermindering eerste aanwervingen blijven van toepassing (vermindering niet nominatief, minimum aantal van prestaties, etc.). We hernemen er hierna twee.

Wie kan als nieuwe werkgever worden gekwalificeerd?

Onder nieuwe werkgever verstaat men de werkgever die:

•    hetzij nooit onderworpen is geweest aan de wet van 27 juni 1969. Bijvoorbeeld mevrouw Janssens die een winkel opent;

•    hetzij gedurende ten minste 4 opeenvolgende kwartalen niet meer onderworpen was aan de wet van 27 juni 1969 voor de tewerkstelling van werknemers. Bijvoorbeeld een zelfstandige winkel die zijn activiteit gedurende twee jaar stopzet. Hij kan de vermindering opnieuw bekomen als hij weer een activiteit opstart.

Het begrip van technische bedrijfseenheid

Naast het feit dat het om een nieuwe werkgever moet gaan, moet men voor de toepassing van de vermindering ook nagaan of verschillende werkgevers samen geen zelfde technische bedrijfseenheid uitmaken.

De eerste, tweede, derde, ...werknemer mag immers geen werknemer vervangen die in de loop van de 12 maanden (dag tot dag) die het indienstneming voorafgaan in dezelfde technische bedrijfseenheid tewerkgesteld was.

Voorbeeld:

Onderneming X en onderneming Y maken deel uit van dezelfde technische bedrijfseenheid (bijvoorbeeld zelfde economische groep, zelfde activiteiten, zelfde bestuur of zelfde adres, ... ). Onderneming X heeft 2 werknemers in dienst. Op 1 januari neemt onderneming Y die nog geen werknemers tewerkstelt een werknemer over van onderneming X zonder andere werknemers in dienst te nemen. De nieuw aangeworvene van onderneming Y vervangt een werknemer van onderneming X (die deel uitmaakt van dezelfde technische bedrijfseenheid) voor wie al een vermindering werd toegekend. Onderneming Y kan de doelgroepvermindering eerste aanwervingen dan ook niet genieten voor de aanwerving van zijn eerste werknemer op 1 januari.

De RSZ kan van oordeel zijn dat verschillende juridische entiteiten één enkele technische bedrijfseenheid vormen wanneer kan bewezen worden dat (cumulatief):

•    twee (of meerdere) juridische entiteiten (ondernemingen, verenigingen, ...) verbonden zijn door minstens één gemeenschappelijke persoon; dit kan een werknemer zijn, maar ook de bedrijfsleider, ...;

•    EN deze juridische entiteiten een gemeenschappelijke socio-economische basis hebben; elementen die daarop kunnen wijzen zijn:

o    plaats: wanneer de gebouwen waar de activiteiten worden uitgeoefend op dezelfde plaats of in elkaars nabijheid liggen;
o    activiteiten: gaat het om verwante en/of aanvullende activiteiten
o    bedrijfsmateriaal: geheel of gedeeltelijk hetzelfde
o    klandizie

Hoe gaat de RSZ controleren of er al dan niet vervanging is?

De RSZ gaat als volgt te werk:

•    men bepaalt het maximumaantal werknemers dat gelijktijdig in dezelfde technische bedrijfseenheid was tewerkgesteld in de loop van de vier kwartalen die de aanwerving voorafgaan (A);

•    men neemt het totale aantal werknemers dat door de nieuwe werkgever op de eerste dag van zijn bestaan wordt aangeworven, verhoogd met het aantal werknemers dat eventueel nog is tewerkgesteld door andere werkgevers in dezelfde technische bedrijfseenheid (B).

Als (B) gelijk is aan (A) is er vervanging en dus geen recht op een vermindering eerste aanwerving voor B.
We hernemen bovenvermeld voorbeeld:

•    A = 2;

•    B = 1 (bij Y) + 1 (bij X)= 2

Gezien A = B is er vervanging en dus geen recht op een vermindering eerste aanwerving bij werkgever Y.

 

Bron:
- KB van 5 januari 2021 tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 mei 2003 tot uitvoering van het Hoofdstuk 7 van Titel IV van de programmawet van 24 december 2002 (I), betreffende de harmonisering en vereenvoudiging van de regelingen inzake verminderingen van de sociale zekerheidsbijdragen, met het oog op de maatregel "plan plus één" te verlengen, BS 12 januari 2021.