Ziekte tijdens vakantie: werknemer verliest niet langer zijn vakantiedagen (update)
Van op 17 Augustus 2023Een werknemer die ziek wordt tijdens zijn vakantie, zal de resterende vakantiedagen vanaf 2024 kunnen omzetten in ziektedagen. De werknemer is zijn vakantiedagen niet langer ‘kwijt’ en kan deze op een later moment (maar uiterlijk binnen 24 maanden na het vakantiejaar) opnemen. Deze regelgeving is ook van toepassing op andere bepaalde vormen van arbeidsonderbreking. Inmiddels verscheen de wet van 17 juli 2023 waarin de modaliteiten worden uiteengezet voor een werknemer die gebruik wil maken van zijn recht op behoud van jaarlijkse vakantie na een ziekteperiode.
Een koninklijk besluit van 8 februari 2023 wijzigde onlangs een aantal regels over de ‘opname van jaarlijkse vakantie’ om deze in overeenstemming te brengen met de Europese rechtspraak en de arbeidsrichtlijn. Het Europees Hof van Justitie oordeelde namelijk in 2012 al dat een werknemer het recht heeft om zijn vakantiedagen later op te nemen indien hij ziek wordt tijdens een periode van betaalde vakantie. De redenering hierachter is dat een werknemer per jaar minstens 4 weken vakantie moet krijgen om uit te rusten en te ontspannen. Dit is niet mogelijk tijdens een ziekteperiode aangezien ziekteverlof uitsluitend gericht is op genezing en herstel.
Het recht op vakantiedagen wordt opgebouwd op basis van prestaties in het vakantiedienstjaar. Deze vakantiedagen kunnen worden opgenomen in het vakantiejaar. Het vakantiejaar is dus het jaar na het vakantiedienstjaar. Deze begrippen worden niet gewijzigd in het nieuwe koninklijk besluit.
1. Huidige regeling
1.1 Samenloop van jaarlijkse vakantie met ziekte
Tot eind 2023 moet er nog een onderscheid gemaakt worden naargelang de startdatum van de ziekte.
- Als een werknemer ziek wordt tijdens de vakantieperiode, blijft de arbeidsovereenkomst geschorst wegens vakantie. Het principe “de eerste schorsing primeert” wordt namelijk toegepast. Aangezien de vakantie de eerste schorsingsgrond is, primeert deze op de ziekte en wordt de werknemer beschouwd als zijnde met vakantie. Bijgevolg kan een werknemer deze vakantiedagen niet op een later tijdstip opnemen en is hij deze dagen kwijt.
- Als een werknemer ziek wordt vóór de aanvang van zijn vakantie, stelt zich in principe geen probleem. Deze regel verandert dus ook niet en blijft van toepassing. De volledige periode wordt beschouwd als ziekte volgens hetzelfde principe “de eerste schorsing primeert” en de vakantiedagen kunnen op een later tijdstip worden opgenomen.
1.2 Overdracht van de niet-opgenomen vakantiedagen
Daarnaast geldt momenteel de regel dat vakantiedagen niet mogen worden overgedragen naar een volgend vakantiejaar. Werknemers die hun vakantiedagen vanwege een bepaalde schorsingsgrond (bv. Ziekte) niet kunnen opnemen voor het einde van het vakantiejaar, verliezen deze vakantiedagen. De werkgever betaalt de niet opgenomen vakantiedagen van bedienden uiterlijk 31 december van het vakantiejaar. Arbeiders ontvangen het vakantiegeld via de vakantiekas.
2. Nieuwe regeling vanaf 2024
2.1 Samenloop van jaarlijkse vakantie met ziekte of andere bepaalde dagen van arbeidsonderbreking
Vanaf 2024 moet bovenstaand onderscheid niet langer worden gemaakt. Werknemers die ziek worden tijdens hun vakantieperiode, zullen de geplande vakantiedagen ook op een later tijdstip kunnen opnemen.
De wet van 17 juli 2023 brengt nu de nodige wijzigingen aan in het arbeidsrecht om deze nieuwe regel verder uit te werken.
Zo zal de arbeidsovereenkomstenwet van 3 juli 1978 voortaan bepalen dat een werknemer die zijn vakantiedagen wilt uitstellen, zijn werkgever onmiddellijk op de hoogte moet brengen van zijn verblijfsadres indien hij zich niet op zijn thuisadres bevindt. (bv. indien hij op reis is in het buitenland).
Daarnaast moet de werknemer binnen twee werkdagen een medisch attest voorleggen aan zijn werkgever, zelfs als dit niet vereist is op basis van een collectieve arbeidsovereenkomst of op basis van het arbeidsreglement (tenzij een andere termijn bij cao of arbeidsreglement werd bepaald). In geval van overmacht (bv. ziekenhuisopname) moet het medisch attest binnen een redelijke termijn worden voorgelegd. Het attest vermeldt de arbeidsongeschiktheid, de waarschijnlijke duur ervan, en of de werknemer zich al dan niet naar een andere plaats mag begeven.
Indien de werknemer zijn vakantiedagen direct na de periode van arbeidsongeschiktheid wilt opnemen, moet hij zijn werkgever hiervan op de hoogte brengen. De arbeidsongeschiktheid impliceert dus niet automatisch een verlenging van die vakantieperiode, maar is wel mogelijk mits akkoord van de werkgever.
Deze formaliteiten moeten worden vastgelegd in het arbeidsreglement. Een wijziging van het arbeidsreglement kan worden doorgevoerd zonder de normale procedure voor de wijziging van het arbeidsreglement te volgen. Er kan ook een bepaling worden opgenomen over de vertaling van het medisch attest in een vreemde taal.
De werkgever moet deze vakantiedagen dan omboeken naar ziekteverlof en is bovendien gewaarborgd loon verschuldigd voor de dagen ziekte volgens de normale regels. Bijgevolg zou dit voor arbeiders betekenen dat zij in geval van arbeidsongeschiktheid tijdens een collectieve vakantieperiode geen recht hebben op gewaarborgd loon (volgens de normale regels), maar uitkeringen via het ziekenfonds ontvangen. Momenteel bestaat hier echter nog discussie over, wij volgen dit dus verder op. Een werknemer kan zijn gewaarborgd loon ook verliezen wanneer hij zijn medisch attest laattijdig bezorgt (behoudens overmacht) of wanneer hij zijn verblijfadres niet meedeelt waardoor controle onmogelijk wordt.
Voorbeeld: een werknemer plant vakantie van maandag 8 januari 2024 tot t.e.m. vrijdag 12 januari 2024. Hij wordt ziek op dinsdag 9 januari. Van dinsdag 9 januari tot en met vrijdag 12 januari kan er ziekteverlof worden aangevraagd. Deze vier vakantiedagen kunnen op een later tijdstip worden opgenomen.
Deze nieuwe regeling zal niet enkel toegepast worden wanneer er sprake is van een ziekte. Ook in geval van volgende schorsingen mogen de afwezigheidsdagen niet als jaarlijkse vakantie worden beschouwd: arbeidsongevallen/beroepsziektes, andere ongevallen, moederschapsrust, vaderschapsverlof (= omgezette moederschapsrust), afwezigheid ingevolge deelname aan cursussen of studiedagen gewijd aan sociale promotie, profylactisch verlof, geboorteverlof, adoptieverlof, pleegzorgverlof en pleegouderverlof.
2.2 Overdracht van de niet-opgenomen vakantiedagen
2.2.1 Algemeen
Wanneer een werknemer zijn vakantiedagen onmogelijk kan opnemen vóór het einde van het jaar wegens ziekte of een van bovenstaande schorsingsgronden vermeld in punt 2.1, heeft hij het recht om deze vakantiedagen alsnog op te nemen binnen 24 maanden na het einde van het vakantiejaar. Enkel de “deelname aan cursussen of studiedagen gewijd aan sociale promotie” valt niet onder deze regeling.
Voorbeeld: een werknemer heeft op 1 december 2024 nog 7 vakantiedagen over en wenst deze op te nemen rond de kerstperiode. De werknemer wordt uiteindelijk ziek van 16 t.e.m. 31 december 2024 en kan deze dagen dus onmogelijk opnemen in 2024. Deze 7 dagen kunnen nog opgenomen worden tot 31 december 2026.
Een uitzondering hierop is de volledige werkverwijdering als maatregel van moederschapsbescherming. In dit geval blijft de huidige regel van toepassing en zal de werknemer de vakantiedagen moeten opnemen voor 31 december van het vakantiejaar. Deze schorsingsgrond zou namelijk niet verhinderen dat het recht op vakantie kan worden uitgeoefend. Indien de werknemer daarentegen een geneeskundig getuigschrift bezorgt aan de werkgever waaruit blijkt dat gezondheidsredenen verhinderen dat de vakantie wordt opgenomen, kunnen de vakantiedagen alsnog binnen 24 maanden worden opgenomen.
De vakantiedagen die worden overgedragen, moeten bijkomend vermeld worden op het vakantieattest (ten vroegste eind 2024). Een werknemer kan deze overgedragen vakantiedagen dus ook opnemen bij een nieuwe werkgever indien hij van job verandert. Dit kan tot gevolg hebben dat een werknemer vanaf 2025 meer dan 4 weken wettelijke vakantie heeft.
2.2.2 Betaling van vakantiegeld
Wat arbeiders betreft, ontvangen zij het vakantiegeld van de vakantiekas in de loop van het vakantiejaar. De overgedragen vakantiedagen worden dus op dat moment al uitbetaald en niet wanneer de arbeider de overgedragen vakantiedagen effectief opneemt.
Wat bedienden betreft, zal de werkgever deze dagen moeten vooruitbetalen in de maand december van het vakantiejaar als blijkt dat er op 31 december nog over te dragen vakantiedagen zijn. De bediende zal het vakantiegeld dus ook op voorhand ontvangen en niet op het moment dat hij de vakantiedagen opneemt.
Zoals reeds vermeld, ontvangt een werknemer volgens de huidige regelgeving enkel het vakantiegeld voor de resterende vakantiedagen, zonder dat de vakantie zelf mag worden overgedragen naar een volgend jaar. Het louter toekennen van een financiële compensatie zal dus niet langer volstaan vanaf 2024.
3. In werking
De nieuwe regelgeving is voor de eerste keer van toepassing op de vakantiedagen opgenomen vanaf het vakantiejaar 2024, genomen op basis van de prestaties van het vakantiedienstjaar 2023.
Bronnen:
Koninklijk besluit van 8 februari 2023 tot wijziging van de artikelen 3, 35, 46, 60, 64, 66 en 68 en de invoering van een artikel 67bis in het koninklijk besluit van 30 maart 1967 tot bepaling van de algemene uitvoeringsmodaliteiten van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers (BS 16 maart 2023).
Wet van 17.07.2023 tot wijziging van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten en de wet van 8 april 1965 tot instelling van de arbeidsreglementen met betrekking tot de samenloop van jaarlijkse vakantie en arbeidsongeschiktheid (BS 31 juli 2023).