Er wordt een reglementaire wijziging verwacht inzake het voordeel van alle aard dat voortvloeit uit de kosteloze terbeschikkingstelling van een woning door een rechtspersoon.
Als een woning ter beschikking wordt gesteld van een werknemer (of een bedrijfsleider), moet een voordeel in natura worden verrekend.
De werknemer heeft namelijk recht op dit voordeel ingevolge zijn dienstbetrekking waardoor het dus onderworpen is aan socialezekerheidsbijdragen en belastingen. De volgende vraag die dan rijst is hoe deze voordelen moeten gewaardeerd worden.
1. Aspecten van sociale zekerheid
Een woning die kosteloos ter beschikking wordt gesteld, is een voordeel in natura dat onderworpen is aan de bijdragen van de sociale zekerheid, zowel in hoofde van de werkgever als van de werknemer.
Deze bijdragen worden berekend op de vermoedelijke huurwaarde van het goed. De werkelijke huurwaarde in verhouding tot de marktprijs van de woning moet dan ook als berekeningsbasis worden genomen.
Opmerking : de raming van het voordeel in natura huisvesting voor een conciërge is gebaseerd op de forfaitaire raming die de fiscus toepast (zie hierna).
2. Fiscale behandeling
De terbeschikkingstelling van een woning uit hoofde of naar aanleiding van het uitoefenen van de beroepswerkzaamheid van een werknemer of bedrijfsleider vormt een belastbaar voordeel van alle aard. Dit voordeel wordt forfaitair vastgesteld op basis van het kadastraal inkomen van de woning en is afhankelijk van de hoedanigheid van de werkgever die ze ter beschikking stelt.
2.1. Wettelijke bepalingen
Aard van het onroerend goed |
Vaststelling van het voordeel |
---|---|
Ongebouwd onroerend goed |
100/90 van het geïndexeerd kadastraal inkomen |
Onroerend goed, gebouwd en dat ter beschikking wordt gesteld door een natuurlijk persoon
|
|
Onroerend goed, gebouwd en dat ter beschikking wordt gesteld door een rechtspersoon |
Niet-geïndexeerd kadastraal inkomen ≤ 745 EUR :
|
Niet-geïndexeerd kadastraal inkomen > 745 EUR :
|
2.2. Rechtspraak
Het Hof van Beroep van Gent en van Antwerpen hebben geoordeeld dat deze berekeningswijze in strijd is met het gelijkheidsbeginsel. Het voordeel wordt immers anders berekend al naargelang de terbeschikkingstelling door een natuurlijke persoon dan wel een rechtspersoon gebeurt. Het Hof is van oordeel dat dit verschil in behandeling niet kan worden gerechtvaardigd door een kennelijk objectieve en redelijke verantwoording.
2.3. Standpunt van de belastingadministratie
In een recente circulaire heeft de fiscus verklaard dat ze besloten hebben de hierboven vermelde rechtspraak te volgen.
In het geval dat een rechtspersoon een onroerend goed ter beschikking stelt aan een werknemer of een bedrijfsleider zal het belastbaar voordeel bijgevolg worden geraamd op 100/60 of 100/90 van het geïndexeerd kadastraal inkomen van dit onroerend goed (gebouwd of ongebouwd), in voorkomend geval verhoogd met 2/3 wanneer het een bemeubelde woning is.
Er wordt nu nog gewacht op een wijziging van de wettelijke bron om de berekening van dit belastbaar voordeel te kunnen wijzigen. We volgen dit dossier van nabij op en houden u op de hoogte van de ontwikkeling ervan.
Bron : Circulaire 2018/C/57 over de forfaitaire raming van de voordelen van alle aard voor de kosteloze terbeschikkingstelling van een woning, 15 mei 2018.