Wel of niet werken als het te koud is?


49422

Welke gevolgen heeft het koude weer voor het werk? Als het nu echt heel koud is, mag er dan nog gewerkt worden?

Hierna volgt een overzicht van de maatregelen die de werkgever moet nemen in geval de temperatuur daalt onder bepaalde minimumdrempels, alsook van de toepasselijke regels in geval van een tijdelijke schorsing van de arbeidsovereenkomst wegens weerverlet.

1. Minimumtemperaturen

1.1. Waar bevindt zich de regelgeving?

De regels over werken in de kou staan in het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming, het zogenoemde A.R.A.B. Hierin wordt bepaald wat de werkgever moet doen als de temperatuur waarden bereikt waaronder niet meer mag gewerkt worden.

Speciale maatregelen tegen de kou moeten overwogen worden ten behoeve van werknemers die werken:

  • in openlucht
  • in open lokalen
  • in koelcellen.

1.2. Zijn er minimum temperatuurdrempels?

Koude wordt, omwille van technische redenen, een hinder wanneer de temperatuur daalt onder de onderstaande minimumtemperaturen. Die minimumtemperatuur wordt bepaald door de aard van het geleverde werk.

In gesloten werklokalen die permanent bezet zijn 

Aard van het werk kcal/h Minimumtemperatuur
Zeer licht werk 90 kcal/u 20° C
Licht werk 150 kcal/u 18° C
Halfzwaar werk 250 kcal/u 15° C
Zwaar werk 350 kcal/u 12° C

De minimumtemperatuur wordt gemeten met een droge thermometer. 

1.3. Wat moet er gedaan worden in geval van hevige koude?

In de gesloten werkruimten die permanent bezet zijn

Wanneer de minimum temperatuurdrempels worden bereikt, moeten de volgende maatregelen worden genomen:

  • de werknemers moeten voorzien worden van gepaste beschermingskleding;
  • die beschermingskleding moet uitgerust zijn met een ingebouwd verwarmingssysteem ingeval een dergelijk systeem zich opdringt;
  • de snelheid van de luchtstroom in de gekoelde lokalen moet worden beperkt tot een niveau dat verenigbaar is met de werking van de installaties.

Bovendien kan de preventieadviseur/arbeidsgeneesheer in alle gevallen een rusttijd opleggen die moet worden genomen in behoorlijk verwarmde ontspanningsruimten.

In de lokalen die slechts bij tussenpozen door personeel bezet zijn

Van de in de tabel vermelde temperaturen mag worden afgeweken indien aan volgende voorwaarden is voldaan:

  • alleen na advies van de preventieadviseur/arbeidsgeneesheer en na akkoord van de vertegenwoordigers in het Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk of, bij ontstentenis van dit Comité, van de vakbondsafvaardiging van het personeel;
  • de werknemers moeten zich regelmatig kunnen terugtrekken in verwarmde lokalen;
  • de werknemers moeten over aangepaste beschermingsmiddelen beschikken;

In de open werklokalen of op werkplaatsen in open lucht

Tussen 1 november en 31 maart moeten die plaatsen uitgerust zijn met een voldoende aantal verwarmingsapparaten. Onder 5° C moeten die apparaten in werking gezet worden.

Als het Comité voor Preventie en Bescherming het ermee eens is, dan mogen die verwarmingsapparaten geplaatst worden in lokalen of voorlopige constructies zodat het personeel zich regelmatig kan gaan verwarmen.

Bijzonder geval: winkelbanken in open lucht

    Temperatuur onder 5° C:

De exploitanten van winkels voor detailverkoop mogen geen personeel laten plaatsnemen aan toonbanken of togen die in openlucht vlakbij de winkel zijn opgesteld.

    Temperatuur onder 10° C:

Het personeel dat aan dergelijke voorzieningen werkt moet:

  • of kunnen beschikken over een doeltreffend verwarmingstoestel;
  • of moet de gelegenheid krijgen zich regelmatig te gaan verwarmen.

Bovendien moet dat personeel over een plankenvloer beschikken, waardoor rechtstreeks contact met de grond wordt voorkomen en moet het zoveel mogelijk tegen weer en wind worden beschermd.

Dit personeel mag niet aan die taken worden tewerkgesteld vóór 8 uur of na 19 uur, noch langer dan twee uur zonder onderbreking van minstens één uur, noch meer dan 4 uur per dag.

2. Tijdelijke werkloosheid ingevolge slecht weer

Deze schorsing van de arbeidsovereenkomst beperkt zich tot arbeiders en geldt bijgevolg niet voor bedienden.

2.1. Begrip

Onder slecht weer worden de weersomstandigheden verstaan waarvan de werkgever, door middel van een mededeling aan de RVA, kan bewijzen dat deze, gezien de aard van het werk, de uitvoering van het werk onmogelijk maken.

De volgende voorwaarden moeten dus gelijktijdig vervuld zijn:

1) het moet gaan om ongunstige weersomstandigheden zoals regen, vorst, hitte, sneeuw, ijzel, …;

2) de weersomstandigheden moeten in verband staan met het uit te voeren werk;

3) de omstandigheid dat het slechte weer het werk bemoeilijkt of het rendement verlaagt, is niet voldoende. De weersomstandigheden moeten van die aard zijn dat zij de uitvoering van het werk onmogelijk maken;

4) de onmogelijkheid om te werken moet rechtstreeks voortvloeien uit de slechte weersomstandigheden.

2.2. Verwittiging van de arbeiders en mededeling aan de RVA

De werkgever is verplicht om:

1) voorafgaandelijk de werknemers te verwittigen dat ze zich niet moeten aanbieden op het werk. Dit kan op eender welke manier: per brief, per fax, per telefoon, … 

In geval van een laattijdige verwittiging waardoor de arbeiders zich toch op het werk aanbieden, is de werkgever voor deze volledige dag loon verschuldigd. Op deze regel bestaat echter een afwijking voor de bouwsector. Indien de bouwarbeiders, bij aankomst op de werf, vaststellen dat zij het werk niet kunnen aanvatten, is de werkgever geen gewaarborgd loon verschuldigd en kunnen zij nog tijdelijk werkloos gesteld worden;

2) een mededeling te versturen naar de RVA op de 1ste effectieve werkloosheidsdag van elke kalendermaand en uiterlijk op de eerste normale activiteitsdag die erop volgt. Deze mededeling kan aangetekend, per fax of elektronisch via de portaalsite van de RSZ gebeuren.

Bij gebrek aan een mededeling of bij een laattijdige mededeling moet de werkgever gedurende 7 dagen vanaf de eerste effectieve werkloosheidsdag het loon betalen aan 100 %. Voor de daaropvolgende periode van tijdelijke werkloosheid (in geval van een laattijdige mededeling, loopt deze periode tot de dag vóór de verzending van de laattijdige mededeling), is het loon dat de werkgever moet betalen geplafonneerd.