Vrijstellling van prestaties : nieuwe activeringsbijdrage vanaf 1 januari 2018

Van 
87828

wanneer werkgevers hun werknemers vrijstellen van prestaties zullen zij een activeringsbijdrage moeten betalen.

Context

De activeringsbijdrage is het gevolg van de vaststelling dat sommige werkgevers beroep doen op een mechanisme waarbij werknemers worden vrijgesteld van prestaties om niet in het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT) te moeten stappen dat de laatste jaren werd verstrengd. De wetgever verkiest "oude" werknemers te heroriënteren via opleidingen in plaats van ze de arbeidsmarkt vroegtijdig te laten verlaten. Deze activeringsbijdrage heeft dan ook een ontradend karakter.

Op welke werkgevers is dit van toepassing?

Het betreft:

  • de werkgevers die onderworpen zijn aan de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités;
  • de autonome overheidsbedrijven als bedoeld in de wet van  21 maart 1991.

Voor wie?

Algemeen principe

Deze maatregel is van toepassing op alle werknemers die tijdens een volledig kwartaal geen prestaties bij de werkgever hebben behalve als het gebrek aan prestaties tijdens het kwartaal het gevolg is van:

  • een wettelijke volledige schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst zoals een geval van schorsing bepaald in de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten (ziekte en ongeval, ...), een volledige onderbreking in het kader van tijdskrediet of een volledige onderbreking in het kader van een  thematische verlof;
  • een regeling van vrijstelling van prestaties tijdens de opzeggingsperiode.

Uitsluitingen

In bepaalde gevallen is deze activeringsbijdrage niet verschuldigd:

  1. als de regeling van volledige vrijstelling van prestaties vóór 28 september 2017 aanving;
  2. als de regeling van volledige vrijstelling van prestaties plaatsheeft in toepassing van een collectieve arbeidsovereenkomst van bepaalde duur en neergelegd op de griffie van de Algemene Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen van de FOD WASO vóór 28 september 2017;
  3. in de autonome overheidsbedrijven in toepassing van een regeling afgesloten in het paritair comité in de zin van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven vóór 28 september 2017;
  4. als de werknemer gedurende de eerste 4 kwartalen van vrijstelling van prestaties verplicht was een opleiding georganiseerd door zijn werkgever te volgen waarvan de kostprijs minstens 20% van het brutojaarloon bedraagt (hierbij wordt het loon dat voor de vrijstelling van kracht was in aanmerking genomen). De werkgever moet aan de Algemene Directie van het Toezicht op de Sociale Wetten van de FOD WASO het bewijs leveren dat de werknemer de opleiding daadwerkelijk heeft gevolgd. Eenmaal per jaar stelt deze dienst de RSZ hiervan in kennis.;
  5. als tijdens gans het kwartaal een nieuwe, minstens 1/3- tewerkstelling wordt aangevat:
    • hetzij bij een of meer andere werkgevers;
    • hetzij als zelfstandige.

Hoeveel bedraagt de bijdrage?

Algemene regel

Het bedrag van de bijdrage is afhankelijke van de leeftijd bij het begin van de vrijstelling van prestaties en neemt de vorm aan van een percentage van het brutokwartaalloon met een minimumbedrag in functie van de schijf. We verduidelijken dit aan de hand van een tabel:

Leeftijd bij het begin van de vrijstelling van prestaties

Percentage op het brutokwartaalloon

Minimum per kwartaal

< 55 jaar

20%

300 EUR

< 58 jaar

18%

300 EUR

< 60 jaar

16%

300 EUR

< 62 jaar

15%

225,60 EUR

>= 62 jaar tot pensioen

10%

225,60 EUR

De bijdrage is niet verschuldigd op een ontslagpremie of een gouden handdruk

Vermindering van de bijdrage in geval van opleiding

Het bedrag van de activeringsbijdrage wordt met 40% verminderd als de werknemer verplicht was een door de werkgever georganiseerde opleiding te volgen:

  • van minstens 15 dagen gedurende een periode van 4 opeenvolgende kwartalen (de vermindering is van toepassing voor de 4 kwartalen);
  • zoals bedoeld in de artikelen 9 a) en b) en 17 van de wet van 5 maart 2017 betreffende werkbaar en wendbaar werk (formele en informele opleiding, opleiding inzake welzijn).

De werkgever moet aan de Algemene Directie van het Toezicht op de Sociale Wetten van de FOD WASO het bewijs leveren dat de werknemer de opleiding daadwerkelijk heeft gevolgd. Eenmaal per jaar stelt deze dienst de RSZ hiervan in kennis.

Doelgroepvermindering oudere werknemers in Vlaanderen : geen recht erop indien geen effectieve prestaties

Vanaf 1 januari 2018 moet de oudere werknemer in het volledige kwartaal effectieve arbeidsprestaties leveren om recht te geven op de Vlaamse doelgroepvermindering oudere werknemers. Lees meer hierover in ons artikel daaromtrent.

Aangifte van de vrijgestelde prestaties

De klanten van Group S - sociaal secretariaat vzw worden verzocht om de vrijgestelde prestaties die geviseerd worden door deze activeringsbijdrage aan hun dossierbeheerder mee te delen zodat deze op een correcte wijze kunnen aangegeven worden aan de RSZ.

Wettelijke bron : Artikel 66 en 67 van de programawet van 25 december 2017 (BS van 29 december 2017).