Wanneer uw werknemer een kind adopteert in zijn gezin, heeft hij recht op maximum 4 of 6 weken adoptieverlof afhankelijk van de leeftijd van het geadopteerd kind. Dit verlof moet tijdig worden aangevraagd en wordt de eerste drie dagen vergoed door de werkgever en nadien door een uitkering van het ziekenfonds.
Duur
De werknemer die een kind adopteert, heeft recht op een adoptieverlof gedurende een aaneengesloten periode van:
- maximum 6 weken wanneer het kind bij het begin van het verlof nog geen 3 jaar is,
- maximum 4 weken wanneer het kind 3 jaar of ouder is.
Deze maximumduur wordt verdubbeld (dus tot maximum 12 of 8 weken) wanneer het kind getroffen is door een lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid zoals gedefinieerd in de wetgeving kinderbijslag.
De uitoefening van het recht op adoptieverlof eindigt op het moment waarop het kind de leeftijd van 8 jaar bereikt (ook tijdens de opname van het verlof).
Het adoptieverlof moet minstens één week duren en moet in een veelvoud van een week worden opgenomen. Zo is het bijgevolg niet mogelijk om bijvoorbeeld een periode van 3 weken en 4 dagen op te nemen. De werknemer is niet verplicht om het verlof volledig op te nemen.
Het verlof moet opgenomen worden in een aaneengesloten periode. Dit houdt bijvoorbeeld in dat de werknemer niet de mogelijkheid heeft om eerst twee weken adoptieverlof te nemen en enkele maanden later nog eens twee weken. Dit betekent ook dat de werknemer die ervoor kiest om de maximale duur van het adoptieverlof niet volledig te benutten, het resterende niet-opgenomen deel verliest.
Het adoptieverlof moet aanvangen binnen de 2 maanden die volgen op de inschrijving van het kind als lid van het gezin van de werknemer in het bevolkingsregister of in het vreemdelingenregister van de gemeente waar hij zijn woonplaats heeft.
Aanvraagprocedure
De werknemer die van plan is zijn recht op adoptieverlof uit te oefenen, moet zijn werkgever hiervan één maand op voorhand schriftelijk op de hoogte brengen.
Hij doet dit door middel van een aangetekend schrijven of door overhandiging van een geschrift, waarvan het dubbel door de werkgever voor ontvangst wordt ondertekend. Deze kennisgeving moet de begin- en einddatum van het adoptieverlof vermelden.
De werknemer moet zijn werkgever uiterlijk op het moment dat het adoptieverlof aanvangt, de documenten bezorgen die aantonen dat hij het recht heeft om adoptieverlof te nemen, namelijk:
- het bewijs van inschrijving van het kind in het bevolkingsregister of vreemdelingenregister,
- en de documenten die aantonen dat er voor het kind een adoptieprocedure werd gevoerd.
Vergoeding
Gedurende de eerste drie dagen geniet de werknemer het behoud van zijn normaal loon ten laste van de werkgever. Voor de daaropvolgende dagen ontvangt de werknemer een uitkering van het ziekenfonds in het kader van de ZIV-wet. De uitkering bedraagt 82 % van het begrensde brutoloon (sinds 1 januari 2018 bedraagt dit 139,7388 EUR in een zesdagenweek en 167,6866 EUR in een vijfdagenweek).
Ontslagbescherming
Inhoud van de bescherming
De werkgever mag geen handeling stellen die ertoe strekt eenzijdig een einde te stellen aan de arbeidsovereenkomst van de werknemer die gebruik maakt van zijn recht op adoptieverlof. Hij mag enkel overgaan tot ontslag van de werknemer om redenen die vreemd zijn aan de opname van het adoptieverlof. De bewijslast van deze redenen rust op de werkgever.
Beschermingsperiode
De ontslagbescherming vangt aan twee maanden vóór de opname van het adoptieverlof en eindigt één maand na het einde ervan.
Beschermingsvergoeding
De werkgever die toch overgaat tot ontslag zonder gewettigde redenen moet de werknemer een forfaitaire vergoeding betalen gelijk aan het loon van drie maanden die tevens cumuleerbaar is met de opzeggingsvergoeding.