Terugbetaling verplaatsingskosten woonwerkverkeer : Cao nr. 19octies ook van toepassing op verplaatsingen met de Waterbus

Van 
87858

De bepalingen betreffende de patronale tussenkomst in de vervoerskosten is eveneens van toepassing op de Waterbus

De Minister van Werk, Kris Peeters, heeft aan de Nationale Arbeidsraad advies gevraagd of het artikel 4 van de cao nr. 19octies ook van de toepassing op de “Waterbus Antwerpen”.

In de adviesaanvraag wordt de “Waterbus Antwerpen” omschreven als een openbaar vervoermiddel waarmee men zich over de Schelde langs de kades van Antwerpen kan verplaatsen. De “Waterbus” wordt gebruikt voor woon-werkverkeer en voor verplaatsingen in het kader van vrijetijdsbesteding en toerisme. Het Havenbedrijf heeft de uitbating van de “Waterbus” toevertrouwd aan “Aqualiner”, een Nederlandse privé-onderneming.

De NAR stelt vast dat artikel 4 van de cao nr. 19octies de bijdrage bepaalt in de prijs van de abonnementen voor het gemeenschappelijk openbaar vervoer, met uitzondering van het treinvervoer. Deze bepaling is niet restrictief verwoord en vermeldt niet specifiek dat het om trein-, tram-, metro of busabonnementen gaat. Artikel 4 van de cao nr. 19octies is dus van toepassing op de “Waterbus Antwerpen”. Het artikel is eveneens van toepassing op de “Waterbus Brussel” die reeds bestaat sinds 2013.

In artikel 4 van de cao nr. 19octies maakt men een onderscheid al naargelang de prijs van het vervoer in verhouding tot de afstand staat of de prijs een eenheidsprijs is, ongeacht de afstand. Momenteel ligt de prijs van het vervoer met de “Waterbus” vast, ongeacht de afstand, maar vanaf volgend jaar zal de prijs van het vervoer in verhouding tot de afstand staan.