Vanaf 1 juli 2016 kan u kiezen om een student al dan niet met een solidariteitsbijdrage te werk te stellen. Voorheen moest u eerst de 50 dagen met solidariteitsbijdrage gebruiken en vervolgens de andere dagen.
Een student kan gedurende 50 dagen per jaar tewerkgesteld worden zonder onderwerping aan de normale sociale zekerheidsbijdragen. Er is slechts een solidariteitsbijdrage (5,42 % voor de werkgever en 2,71 % voor de student) verschuldigd.
Vóór 1 juli 2016 moest u eerst deze 50 dagen met solidariteitsbijdrage gebruiken en vervolgens de andere dagen. In de sectoren waar gelegenheidswerk mogelijk is (Horeca, land- en tuinbouw) moesten eerst deze 50 dagen met solidariteitsbijdrage gebruikt worden en pas dan kon beroep gedaan worden op de dagen gelegenheidswerk.
Vanaf 1 juli 2016 kan u – wanneer de student aan de voorwaarden voldoet – kiezen om een student al dan niet met een solidariteitsbijdrage te werk te stellen. U kiest dus wanneer u de student aangeeft met een solidariteitsbijdrage en de dagen waarop u hem of haar aangeeft met normale sociale zekerheidsbijdragen. Dit betekent ook dat een student in de sectoren waar gelegenheidswerk mogelijk is (Horeca, land- en tuinbouw) aan de slag kunnen zonder dat eerst zijn / haar studentencontingent is uitgeput.
Omdat dit zowel voor de werknemer als de werkgever gevolgen heeft, raden we aan om deze keuze schriftelijk en voorafgaandelijk aan de tewerkstelling, bijvoorbeeld in de studentenovereenkomst, overeen te komen.
Terwijl de arbeidsovereenkomst steeds een studentenovereenkomst blijft, moet de Dimona-aangifte voortaan als volgt gebeuren:
- Dimona STU voor een student met de solidariteitsbijdrage;
- Dimona EXT voor een student die een gelegenheidswerknemer is;
- Dimona OTH voor een student zonder solidariteitsbijdrage en die evenmin een gelegenheidswerknemer is.