Single permit: in werking vanaf januari 2019!

Van 
92887

Krachtens het samenwerkingsakkoord van 2 februari 2018 dat het beleid inzake de toekenning van arbeids- en verblijfsvergunningen tussen de regio’s coördineert, treedt de procedure van de single permit in januari 2019 in werking.

I. Inleiding

Als gevolg van de zesde staatshervorming zijn de gewesten bevoegd geworden voor de tewerkstelling van buitenlandse werknemers, met uitzondering van de regels  betreffende de arbeidskaart uitgereikt in functie van de bijzondere verblijfssituatie (momenteel arbeidskaart C) en voor jonge au pairs.

Zoals aangekondigd in onze artikelen van 28 maart en 16 oktober werd ingevolge deze regionalisering van het migratiebeleid op 2 februari 2018 een samenwerkingsakkoord tussen de regio’s gesloten met betrekking tot de coördinatie tussen het beleid inzake de arbeidsvergunningen en het beleid inzake de verblijfsvergunningen en inzake de normen betreffende de tewerkstelling en het verblijf van buitenlandse arbeidskrachten.

De voornaamste nieuwigheid op het vlak van tewerkstelling van buitenlandse werknemers is de invoering van één procedure voor de toekenning van de verblijfs- en arbeidsvergunning voor elke aanvraag van een verblijfsvergunning om te komen werken voor een periode van meer dan 90 dagen. Dit is de zogenaamde "single permit".

2. Wat is de “single permit”?

Ter herinnering, voor iemand die in België wenst te werken, is de procedure tot op heden in twee delen opgesplitst. Hij moet namelijk eerst over een geldige verblijfsvergunning beschikken. Hiertoe moet hij zich richten tot de Dienst Vreemdelingenzaken. Daarna, om te kunnen werken, moet hij zich richten tot de bevoegde regionale instellingen die een arbeidskaart zullen afleveren.

De single permit bestaat uit een verblijfsdocument dat eveneens toegang tot de arbeidsmarkt verleent.

3. Procedure

De Dienst Vreemdelingenzaken en de gewesten behandelen de aanvragen gezamenlijk, elke autoriteit voor wat haar bevoegdheid betreft. De Dienst Vreemdelingenzaken behandelt de aanvragen voor verblijfsvergunningen terwijl de regionale overheden de aanvragen voor arbeidsvergunningen behandelen.

De regels inzake verblijfsvergunningen blijven de bevoegdheid van de federale Staat. Zij zijn dus identiek voor heel België. De voorwaarden en procedures voor het indienen van de aanvraag van een werkvergunning worden echter door de gewesten zelf bepaald.

Concreet betekent dit dat men zich tot één loket moet richten dat door de bevoegde regionale overheid zal worden ingericht. Vervolgens beslissen de regionale overheid en de Dienst Vreemdelingenzaken elk van hun kant respectievelijk over de arbeids- en verblijfsvergunning. Als beide beslissingen positief zijn, worden ze opgenomen in één administratieve beslissing. Deze beslissing wordt daarna aan de werknemer meegedeeld en de werkgever wordt hierover geïnformeerd.
Beide beslissingen zijn in ieder geval met elkaar verbonden aangezien de verblijfsvergunning van een onderdaan van een derde land die geen toestemming meer heeft om te werken, van rechtswege eindigt 90 dagen na het einde van de toelating om te werken.

We komen in ons volgende artikel meer in detail terug op de inhoud van deze nieuwe procedures. We nodigen u dan ook uit om voor meer info hierover regelmatig onze website te raadplegen.

4. Inwerkingtreding en overgangsmaatregelen

a) U heeft een aanvraag ingediend in 2018

 - Elke in 2018 ingediende aanvraag zal worden verwerkt overeenkomstig de in 2018 geldende regelgeving.

 - Elke arbeidskaart blijft geldig tot haar vervaldatum.

b) U gaat een aanvraag indienen in 2019

Voor elke ingediende aanvraag (eerste aanvraag of hernieuwingsaanvraag) zijn de procedure en/of de documenten gewijzigd.

 

Nuttige linken :