Regeerakkoord Di Rupo I: De belangrijkste maatregelen op sociaal gebied


55014

Het regeerakkoord opgesteld door Elio Di Rupo en de andere partijvoorzitters kent een groot aantal hervormingsmaatregelen op arbeidsrechtelijk en sociaalrechtelijk vlak. Gezien de beperkte resterende regeerperiode zijn er op korte tijd veel veranderingen op til. Sommige aanpassingen zullen ingang vinden vanaf 1 januari 2012, andere dossiers liggen eerst ter studie voor en zullen een langere weg afleggen. Wij lichten de meest in het oog springende maatregelen eruit. De overige maatregelen kunt u zelf hier terugvinden in het regeerakkoord Di Rupo I.

 

Bedrijfswagens

Als een firmawagen ook privé mag worden gebruikt, vormt dit een voordeel van alle aard waarop belastingen verschuldigd zijn. Om de waarde van dat voordeel te kennen, gebruikt men een specifieke formule. Deze formule zal vanaf 2012 veranderen.

Waar men tot hiertoe rekening hield met de afgelegde afstand en de CO2 uitstoot, zal men in de toekomst rekening houden met de catalogusprijs en de CO2 uitstoot van de wagen. De (forfaitair bepaalde) afgelegde kilometers verdwijnen uit de berekeningsformule.

De kosten van dit vernieuwde fiscaal stelsel zullen deels gedragen worden door de werkgever en deels door de werknemer , namelijk  6/7e door de werknemer en  1/7e door de werkgever.

Deze nieuwe berekeningsformule zou enkel voor kleinere bedrijfswagens goedkoper uitkomen. Middenklassewagens en luxewagens worden fors duurder. Een uitgebreidere bijdrage over de nieuwe regeling voor bedrijfswagens is hier terug te vinden op onze website.

 

(Brug)pensioenen

Brugpensioen

De naam brugpensioen verdwijnt. Vanaf 2012 zullen we het hebben over werkloosheid met bedrijfstoeslag. Deze werkloosheid met bedrijfstoeslag zal pas mogelijk zijn vanaf 60 jaar en na een loopbaan van 40 jaar. Nieuwe cao’s zullen vanaf 1 januari 2012 rekening moeten houden met deze regeling. Voor bestaande cao’s (en cao’s die hernieuwd worden) geldt de regeling pas vanaf 1 januari 2015.

Bij collectief ontslag blijven andere regels van kracht:

-          Voor de bedrijven in moeilijkheden zal de afwijkende minimumleeftijd in 2012 op 52 jaar komen, en geleidelijk aan op 55 jaar in 2018 (door een jaarlijkse verhoging met 6 maanden tussen 2012 en 2018).

-          Voor de bedrijven in herstructurering zal de afwijkende minimumleeftijd in 2013 op 55 jaar komen. Indien het collectief ontslag minstens 20% van de werknemers van het bedrijf treft, en alle werknemers betreft van een technische bedrijfseenheid of van een volledig activiteitensegment wordt de herstructurering gelijkgesteld aan de situatie van een bedrijf in moeilijkheden.

De werkgeversbijdragen inzake brugpensioen en pseudo-brugpensioen zullen worden aangepast rekening houdend met de leeftijd van de bruggepensioneerde.

Voor het halftijds brugpensioenstelsel zal er een uitdovend kader worden ingevoerd. Vanaf 2012 zal dit systeem geen nieuwkomers meer aanvaarden.

De regering houdt de mogelijkheid open om tegen 2020 de leeftijdvereiste op 62 jaar te leggen. De regering behoudt zich evenzeer de mogelijkheid voor om de afwijkende stelsels van brugpensioen die verbonden zijn met het interprofessioneel akkoord te verlengen.

Vervroegd pensioen

De minimumleeftijd voor het vervroegd pensioen gaat van 60 naar 62 jaar. Vanaf januari 2013 zal de minimumleeftijd elk jaar met zes maanden toenemen om in 2016 op 62 jaar uit te komen.

De minimumloopbaanduur zal tegen 2015 40 jaar bedragen (nu: 35 jaar). Voor lange loopbanen (40+ jaar) zijn beperkte uitzonderingen voorzien.

Bijverdienen na pensionering

Wie 65 jaar is en minstens 42 loopbaanjaren op de teller heeft, zal vanaf 2013 onbeperkt mogen bijverdienen na pensionering. Voor de gepensioneerden die niet onder bovenstaande regel vallen, zullen de toegelaten bedragen geïndexeerd worden en zullen overtredingen gesanctioneerd worden in verhouding tot de inbreuk. Het blijft onmogelijk om bijkomende pensioenrechten op te bouwen indien men al een pensioen krijgt.

Aanpassingen tweede en derde pensioenpijler

Er komt een aanpassing van de 80% regel (aftrek premies als kost door werkgever) om onbedoelde effecten te vermijden. Verder zullen de bijdragen gedaan in een tweede pensioenpijler enkel nog aftrekbaar zijn indien de som van het aanvullend pensioen en het wettelijk pensioen niet hoger is dan het hoogste overheidspensioen. Tenslotte zal de fiscaliteit bij uitkering van het pensioenkapitaal stijgen: 20% bij uitkering op 60 jaar, 18% op 61 jaar, 16,5% van 62-64 jaar en 10 % op 65 jaar.

 

Tewerkstelling bevorderen

De nieuwe regering wil de werkzaamheidsgraad met 5 % omhoogkrikken. Daartoe worden maatregelen genomen in verschillende domeinen.

De wachtuitkering gaat beroepsinschakelingsuitkering heten. De wachttijd zal langer duren (12 maanden). De beroepsinschakelingsuitkering zal men maximaal drie jaar kunnen ontvangen en ze zal gekoppeld zijn aan persoonlijke evaluaties.

De werkloosheidsuitkering wordt (nog sterker) degressief met de tijd. Wie lang werkloos is, zal na verloop van tijd  maximaal een forfaitair bedrag van 898,30€ (alleenstaande) kunnen ontvangen. De voorgestelde degressiviteit zal niet gelden voor o.a. volgende categorieën: werklozen die 20 jaar gewerkt hebben, tijdelijke en deeltijdse werklozen, samenwonende werklozen met gezinslast, alleenstaanden die 55 jaar of ouder zijn.

De minimale afstand om een baan te zoeken wordt gevoelig verhoogd: van 25km naar 60km, en dit ongeacht de verplaatsingstijd. Voor de aanwerving van de eerste drie werknemers zal een werkgever vanaf 2013 nog een sterkere doelgroepvermindering eerste aanwervingen genieten dan vandaag het geval is.

Het activavoordeel wordt uitgebreid vanaf 2012 naar bruggepensioneerden.

Ondernemingen zullen vanaf 2012 meer aandacht aan oudere werknemers moeten gaan besteden. Zo zal de sociale balans een uitsplitsing moeten maken volgens de leeftijd van werknemers. Indien een onderneming overgaat tot een collectief ontslag, zal de leeftijdspiramide gerespecteerd moeten worden. Elke onderneming zal – rekening houdend met haar aard en grootte – een werkgelegenheidsplan voor oudere werknemers moeten opstellen.

Aanpassingen en moderniseringen zullen plaatsvinden aan de regeling inzake tijdelijk werk, deeltijds werk, overuren, thuiswerk, telewerk en schoolbelcontracten.

Het zal verplicht worden om een deeltijdse werknemer, als die daarom verzoekt, voorrang te geven indien er in dezelfde onderneming een voltijdse job vrijkomt.

 

Tijdskrediet

De hieronder vermelde nieuwe regelingen inzake tijdskrediet zullen gelden vanaf 2012 voor alle tijdskredieten waarvoor de aanvraag (nieuw of verlenging) na 20 november 2011 gebeurt/gebeurde.

Tijdskredieten in de privé-sector

Het niet-gemotiveerde gewone tijdskrediet met uitkering zal beperkt worden tot één jaar voltijds equivalent (= één jaar voltijds, twee jaar halftijds of vijf jaar één vijfde).

De voorwaarden voor dit gewone tijdskrediet worden strenger. Men zal reeds 5 jaar aan de slag moeten zijn, waarvan 2 jaar in de huidige onderneming.

Dit gewone tijdskrediet zal niet meer door cao’s uitgebreid kunnen worden.

Het huidige stelsel van het 1/5-tijdskrediet wordt afgeschaft.

Het gemotiveerd tijdskrediet zal een maximumduur kennen van drie jaar over het geheel van de loopbaan en dit ongeacht het stelsel (deeltijds of voltijds). Aan de voorwaarden voor het gemotiveerd tijdskrediet verandert niets. De lijst met motiveringen zal worden aangepast, zonder echter te raken aan het zorgkrediet voor een ziek kind.

Het bijzondere tijdskrediet voor oudere werknemers met verhoogde uitkeringen wordt strenger. De leeftijdsvoorwaarde gaat naar 55 jaar en de loopbaanvoorwaarde naar 25 jaar. Zware beroepen behouden een andere regeling.

Tijdkrediet en gelijkstellingsregels pensioen

De periodes van vrijwillige werkonderbreking, buiten het gemotiveerde tijdskrediet en de thematische verloven, zullen bij de pensioenberekening nog voor maximum een jaar gevaloriseerd worden. In geval van een arbeidsduurvermindering van 1/5de tijd zal deze gelijkstelling in dagen kunnen worden geteld.

Loopbaanonderbreking in de publieke sector

Vanaf 2012 zullen de voltijdse en de halftijdse loopbaanonderbreking tot maximum 60 maanden worden beperkt. Na deze eerste fase zal het loopbaanonderbrekingsstelsel geleidelijk met dat van het tijdskrediet worden gelijkgeschakeld. Deze gelijkschakeling moet in 2020 rond zijn.

Ouderschapsverlof

De Europese richtlijn over het ouderschapsverlof zal tegen maart 2012 worden omgezet (= o.a. min. 4 maanden ouderschapsverlof).

Loopbaanrekening

Er komt een onderzoek naar hoe alle stelsels van loopbaanonderbreking in de brede zin in een individuele loopbaanrekening kunnen worden geïntegreerd.

 

Sociale fraude aanpakken

Prioriteit zal vanaf 2012 o.a. uitgaan naar:

  • Schijnzelfstandigen: invoeren van een weerlegbaar vermoeden van ondergeschiktheid indien bepaalde criteria vervuld zijn
  • Schijnwerknemers
  • Horecawerknemers registreren via een geregistreerd kassasysteem
  • Invoeren na overleg in het paritair comité van o.a. aanwezigheidsregistratie en hoofdelijke aansprakelijkheid in risicosectoren als de bouw, vleeshandel, schoonmaak en dienstencheques
  • Aanpassen van de wetgeving terbeschikkingstelling
  • Vennootschappen: aanpakken van het niet legitiem gebruik ervan
  • Deeltijds werken: aanpakken van misbruik door werkgevers
  • Aanpakken sociale fraude in land- en tuinbouw
  • Het verduidelijken van het loonbegrip om misbruiken zoals het betalen van premies via derden stop te zetten
  • Aanpakken van misbruiken inzake forfaitaire onkosten

 

Overheveling naar deelstaten

principe: arbeidsrechtelijke regels blijven steeds federaal

  • Controle op beschikbaarheid (ook bestraffing)
  • Rsz kortingen voor doelgroepen (rsz en rva blijven bevoegde administratieve operatoren)
  • Regionalisering dienstencheques
  • Overheveling ervaringsfonds
  • Betaald educatief verlof
  • Industrieel leerlingenwezen (gemeenschappen)
  • Arbeidskaarten A, B en arbeidskaart zelfstandigen (met arbeidskaart van één gewest moet men ook in andere gewesten aan de slag kunnen, behalve voor arbeidskaart zelfstandige: zelfstandige kan activiteiten ontplooien in andere gewesten maar er zich niet vestigen)
  • Startbaanovereenkomsten ikv globale programma’s, start- en stagebonus uit het alternerend onderwijs, werkhervattingstoeslag voor eenoudergezinnen en oudere werklozen, resterende programma’s sociale economie

 

Varia

Het aantal opleidingsuren voor het betaald educatief verlof zal worden verhoogd.

Het stelsel van de jaarlijkse vakantie wordt aangepast om tegemoet te komen aan de ingebrekestelling van België door de Europese Commissie. Meer concreet moet België reeds vakantiedagen toekennen aan werknemers vanaf het eerste werkjaar. Zie hierover ook ons artikel verschenen op 2 december 2011 op onze website.

De bescherming van de gezondheid en van de veiligheid van de werknemers zal worden verbeterd. Meer specifiek zal er bijzondere aandacht gaan naar deeltijdse werknemers, interimarbeiders en de activiteiten uitgevoerd in onderaanneming.

De strijd tegen onderaangiftes van arbeidsongevallen wordt verscherpt.

De eenmaking van het statuut arbeiders-bedienden zal worden afgerond tegen de door het arrest van het Grondwettelijk Hof bepaalde einddatum (8 juli 2013).

Er komt een vereenvoudiging in het landschap van de paritaire comités. Doel is om bedrijven met een gelijkaardige activiteit op een gelijkaardige manier te behandelen.

Het stelsel van de havenarbeid wordt in overleg met de verschillende actoren gemoderniseerd.

In 2012 wordt het Generatiepact verder geëvalueerd en worden eventuele correctiemaatregelen getroffen. De pensioenbonus wordt verlengd en eventueel versterkt.

Er komt een belastingverhoging op de stock options: de forfaitaire evaluatie van de optie op het moment van de toekenning gaat van 15 naar 18%.

De individuele pensioentoezeggingen voor de zelfstandige bedrijfsleiders zullen moeten worden uitbesteed aan een verzekeringsmaatschappij of een pensioenfonds en zullen niet meer kunnen worden opgebouwd via een interne pensioenvoorziening van het bedrijf. De verzekeringspremies op die toezeggingen zullen worden onderworpen aan de belasting van 4,4% op de verzekeringsovereenkomsten.

De regels die van toepassing zijn op opeenvolgende arbeidscontracten worden ook van toepassing voor bijlagen die de arbeidsduur van de overeenkomst verlengen, en dit vanaf 4 zulke bijlagen.

De regels mbt de voordelen in natura voor bedrijfsleiders veranderen: indien een bedrijfsleider gratis kan beschikken over een onroerend goed van de vennootschap zal het voordeel in natura forfaitair worden geschat op een manier die dichter aansluit bij de reële waarde 

Het is duidelijk dat wat hier uiteengezet wordt algemene afspraken zijn die nog moeten omgezet worden in concrete, uitvoerbare  maatregelen. Wij zullen niet nalaten om deze te communiceren van zodra deze uitgevoerd worden.

Meer info zie PDF...