Overheidssector: het juridisch kader voor de motivering van het ontslag van contractuele werknemers is officieel!

Van 

De wet tot motivering van ontslag en kennelijk onredelijk ontslag van contractuele werknemers in de overheidssector is gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. Ze treedt in werking op 1 mei 2024.


In een vorig artikel informeerden we u dat de overheidssector voor haar contractuele werknemers binnenkort een juridisch kader zou hebben dat vergelijkbaar is met dat van werknemers in de privésector wat betreft de motivering  van het ontslag.

Dit juridisch kader is nu officieel, aangezien de wettelijke basis op 20 maart 2024 in het Belgisch Staatsblad werd gepubliceerd. 

1. Toepassingsgebied

De wet is van toepassing op werknemers met een arbeidsovereenkomst van wie de werkgever niet onder het toepassingsgebied valt van de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités.

Vergelijkbaar met de regeling van cao nr. 109, is deze niet van toepassing op werknemers die worden ontslagen:

  • tijdens de eerste 6 maanden van tewerkstelling (opeenvolgende arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd of voor uitzendarbeid voor eenzelfde functie bij dezelfde werkgever worden meegeteld bij de berekening van deze eerste 6 maanden);
  • tijdens een arbeidsovereenkomst voor uitzendarbeid;
  • tijdens een arbeidsovereenkomst voor tewerkstelling van studenten;
  • om aan de voor onbepaalde tijd gesloten arbeidsovereenkomst een einde te maken vanaf de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin de werknemer de wettelijke pensioenleeftijd bereikt.

Deze wet is ook niet van toepassing op werknemers die worden ontslagen om dringende redenen of voor wie de werkgever een bijzondere ontslagprocedure moet volgen die is vastgelegd bij wet.

2. Voorafgaand gesprek

Een werkgever die overweegt een werknemer te ontslaan om redenen die verband houden met zijn persoon of gedrag, moet hem voor een voorafgaand gesprek uitnodigen en luisteren naar zijn uitleg over de feiten en de redenen van de voorgestelde beslissing. Deze feiten en redenen worden vooraf aan de werknemer meegedeeld, zodat hij voldoende tijd heeft om zijn gesprek voor te bereiden of schriftelijke opmerkingen te maken. In tegenstelling tot cao nr. 109 hebben werknemers in de overheidssector het recht om vooraf gehoord te worden.

Als de werkgever de werknemer na het voorafgaand gesprek ontslaat, gebeurt de kennisgeving schriftelijk en vermeldt deze de specifieke redenen voor het ontslag, evenals de informatie die de werknemer in staat stelt om de motivering voor het ontslag te kennen. Er is dus geen sprake van 'de ontslagmotivering opvragen' zoals in cao nr. 109: de overheidswerkgever is verplicht de redenen voor ontslag rechtstreeks aan de werknemer te geven.

Als de werkgever verzuimt om een voorafgaand gesprek te houden of om de concrete redenen voor het ontslag mee te delen, is hij voortaan een schadevergoeding van 2 weken loon verschuldigd. De kennisgeving van opzegging blijft echter geldig.

3. Kennelijk onredelijk ontslag

Net zoals hun tegenhangers in de privésector kunnen werkgevers in de overheidssector niet overgaan tot een kennelijk onredelijk ontslag.

De definitie van kennelijk onredelijk ontslag in de wet is precies dezelfde als die in cao nr. 109.

Kennelijk onredelijk ontslag betekent dus het ontslag van een werknemer die voor onbepaalde tijd in dienst is genomen, om redenen die geen verband houden met de geschiktheid of het gedrag van de werknemer of die niet berusten op de noodwendigheden inzake de werking van de onderneming, de instelling of de dienst, en waartoe nooit beslist zou zijn geweest door een normale en redelijke werkgever.

Net als in de privésector is een werkgever bij een kennelijk onredelijk ontslag aan de werknemer een schadevergoeding verschuldigd van minstens 3 weken en hoogstens 17 weken loon. Deze schadevergoeding kan niet gecumuleerd worden met enige andere vergoeding die de werkgever verschuldigd is bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst, met uitzondering van een opzeggingsvergoeding, een niet-concurrentievergoeding, een uitwinningsvergoeding of een aanvullende vergoeding die bovenop de sociale uitkeringen wordt betaald.

De wetgever preciseert dat deze schadevergoeding niet kan worden gecumuleerd met andere vergoedingen voorzien in het kader van een bijzondere ontslagprocedure, met uitzondering van de in punt 2 bedoelde vergoeding.

4. Bewijslast

Er wordt bepaald dat de bewijslast wordt geregeld door het gemene bewijsrecht (elke partij moet de feiten die zij aanvoert bewijzen), tenzij de werkgever de werknemer niet de redenen voor zijn ontslag heeft meegedeeld. Als dit het geval is, moet de werkgever aantonen dat het ontslag niet kennelijk onredelijk is.

5. Inwerkingtreding

Deze nieuwe bepalingen treden in werking op de 1e dag van de 2e maand die volgt op de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad, d.w.z. op 1 mei 2024. Alleen ontslagen na deze datum vallen dus onder de regeling.

 

Bron: Wet van 13 maart 2024 tot motivering van ontslag en kennelijk onredelijk ontslag van contractuele werknemers in de overheidssector, B.S., 20 maart 2024.