Nieuwigheden inzake adoptieverlof: een aantal verduidelijkingen

article image Van 
93306

Op 1 januari 2019 werd het adoptieverlof grondig hervormd op het vlak van duur en aanvang van het recht. Deze wijzigingen werden onlangs door een nieuwe wet gepreciseerd en in sommige gevallen aangepast.

In een artikel van 28 september 2018 kan u een overzicht vinden van de wijzigingen van het adoptieverlof die op 1 januari 2019 in werking zijn getreden.

Meer bepaald werd het recht op adoptieverlof uitgebreid door de afschaffing van het onderscheid op basis van de leeftijd van het kind, door een stelselmatige uitbreiding van de duur te verdelen onder beide adoptieouders en door een verlenging van de duur in geval van gelijktijdige adoptie van meerdere kinderen.

Daarnaast werd ook een vroegere aanvangsdatum mogelijk gemaakt in geval van interlandelijke adoptie.

Al deze wijzigingen werden onlangs door een nieuwe wet verduidelijkt en, in sommige gevallen, aangepast.

Uitbreiding begrip gehandicapt kind

Elke ouder heeft sowieso recht op 6 weken adoptieverlof ongeacht de leeftijd van het kind. De enige vereiste blijft wel dat het om een minderjarig kind moet gaan.

Dit recht wordt op maximum 12 weken gebracht wanneer het kind getroffen is door een lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid van ten minste 66 pct. of een aandoening heeft die tot gevolg heeft dat ten minste 4 punten toegekend worden in pijler 1 van de medisch-sociale schaal in de zin van de regelgeving betreffende de kinderbijslag of dat ten minste 9 punten toegekend worden in alle drie de pijlers samen van de medisch-sociale schaal in de zin van de regelgeving betreffende de kinderbijslag. 

Deze laatste bepaling werd toegevoegd zodat niet langer alleen rekening wordt gehouden met de invaliditeit van het kind maar met de handicap van het kind in al zijn dimensies (zowel met zijn lichamelijke en geestelijke capaciteiten als met zijn autonomie, alsook met zijn gevolgen voor de gezinsleden).

Uitbreiding van het recht te verdelen onder beide adoptieouders

Het adoptieverlof van 6 weken per adoptieouder (ongeacht de leeftijd van het kind) wordt voor de adoptieouder of voor beide adoptieouders samen met 1 week per twee jaar opgetrokken vanaf 1/1/2019 om in 2027 te komen op een totaal van 11 weken. Van deze 11 weken zal elke adoptieouder afzonderlijk 6 weken kunnen opnemen. De overige 5 weken moeten tussen beide adoptieouders worden verdeeld. Is er slechts één adoptieouder, dan kan deze genieten van het volledige krediet.

Concreet betekent dit dus:

1) vanaf 1/1/2019: recht op 7 weken adoptieverlof waarvan recht op 6 weken per adoptieouder + recht op 1 week onderling te verdelen in geval van twee adoptieouders;

2) vanaf 1/1/2021: recht op 8 weken adoptieverlof waarvan recht op 6 weken per adoptieouder + recht op 2 weken onderling te verdelen in geval van twee adoptieouders;

3) vanaf 1/1/2023: recht op 9 weken adoptieverlof waarvan recht op 6 weken per adoptieouder + recht op 3 weken onderling te verdelen in geval van twee adoptieouders;

4) vanaf 1/1/2025: recht op 10 weken adoptieverlof waarvan recht op 6 weken per adoptieouder + recht op 4 weken onderling te verdelen in geval van twee adoptieouders;

5) vanaf 1/1/2027: recht op 11 weken adoptieverlof waarvan recht op 6 weken per adoptieouder + recht op 5 weken onderling te verdelen in geval van twee adoptieouders.

Deze uitbreiding was reeds voorzien in de eerste wetswijziging maar werd onlangs door een nieuwe wet aangevuld met de volgende verduidelijkingen:

  1. Een koninklijk besluit kan een vroegere datum van inwerkingtreding van het recht op de bijkomende weken voorzien.
  2. Om recht te hebben op de bijkomende weken moet de aanvraag gebeuren vanaf de inwerkingtreding vanaf de betrokken optrekking én voor zover het adoptieverlof ten vroegste aanvangt vanaf diezelfde datum van inwerkingtreding. Bvb. aanvraag op 15/4/2020 en aanvang op 1/6/2020: recht op 7 weken adoptieverlof waarvan recht op 6 weken per adoptieouder + recht op 1 week onderling te verdelen in geval van twee adoptieouders. Bvb. aanvraag op 15/12/2020 en aanvang op 1/2/2021: recht op 7 weken adoptieverlof waarvan recht op 6 weken per adoptieouder + recht op 1 week onderling te verdelen in geval van twee adoptieouders. Bvb. aanvraag op 15/2/2021 en aanvang op 1/4/2021: recht op 8 weken adoptieverlof waarvan recht op 6 weken per adoptieouder + recht op 2 weken onderling te verdelen in geval van twee adoptieouders.
  3. In geval er twee adoptieouders zijn, worden de bijkomende weken waarvan hierboven sprake onderling tussen hen verdeeld. Een koninklijk besluit kan bepalen op welke wijze de werknemer hiervan het bewijs levert.

Vroegere aanvang bij interlandelijke adoptie

Het principe blijft dat het adoptieverlof moet aanvangen binnen de 2 maanden die volgen op de inschrijving van het kind als lid van het gezin van de werknemer in het bevolkingsregister of in het vreemdelingenregister van de gemeente waar hij zijn woonplaats heeft.

Hierop wordt wel een uitzondering gemaakt voor de interlandelijke adoptie.

De eerste wetswijziging voorzag in dat geval in een mogelijke aanvang van het recht tijdens de vier weken voorafgaand aan de daadwerkelijke opvang van het geadopteerde kind in België.

Deze bepaling werd onlangs door een nieuwe wetswijziging aangepast waarbij, in geval van interlandelijke adoptie, het reeds mogelijk wordt om het adoptieverlof aan te vangen vanaf de dag na de goedkeuring van de beslissing door de bevoegde centrale autoriteit van de gemeenschap om het kind aan de adoptant toe te vertrouwen, om het kind op te halen in de Staat van herkomst met het oog op zijn daadwerkelijke opvang in het gezin.

Verder wordt ook voorzien dat, met betrekking tot de interlandelijke adoptie, een koninklijk besluit afwijkingen kan voorzien op het aaneengesloten karakter van het adoptieverlof en de te respecteren voorwaarden en regels hiervoor kan bepalen.

Aanvraag van het recht op adoptieverlof

De werknemer die van plan is zijn recht op adoptieverlof uit te oefenen, moet zijn werkgever hiervan één maand op voorhand schriftelijk op de hoogte brengen.

Dit principe werd niet gewijzigd. Wel werd hieraan toegevoegd dat deze termijn van één maand in onderlinge overeenstemming tussen werkgever en werknemer kan worden ingekort.

Inwerkingtreding

Al deze verduidelijkingen en aanpassingen zijn in werking getreden op 31 december 2018.