Nieuw financieel kader voor het amateurvoetbal vanaf seizoen ‘23-’24

Van 

Voetbal Vlaanderen, ACFF, de KBVB en de RSZ hebben een financiële regeling uitgewerkt vanaf seizoen 23-24. Hierdoor komt er een einde aan de jarenlange rechtsonzekerheid rond RSZ-bijdragen op vergoedingen van amateurvoetballers. Zolang de premies niet meer bedragen dan 100€ per punt én alle vergoedingen (premies en/of kostenvergoedingen) niet meer bedragen dan 4.500 € per seizoen, het contract wordt geregistreerd, er enkel digitale betalingen gebeuren en een jaarlijkse budgetoefening wordt gemaakt, zijn de vergoedingen van amateurvoetballers niet onderworpen aan de RSZ. Deze regeling treedt in werking vanaf 1 juli 2023. De fiscale regeling op deze vergoedingen blijft ongewijzigd.


Zowel via de gesproken als geschreven pers als op hun site delen Voetbal Vlaanderen en ACFF mee dat zij, samen met de KBVB en de RSZ, een nieuw financieel kader voor het amateurvoetbal hebben uitgewerkt in België vanaf seizoen ‘23-’24.

Meer informatie over dit financieel kader met inbegrip van FAQ’s kan u terugvinden :

Zoals Voetbal Vlaanderen en ACFF het verwoorden op hun site zijn de 8 speerpunten van dit financieel kader de volgende:

  1. De nieuwe regeling stimuleert clubs om enkel nog premies van maximum 100 € per punt te betalen, met een maximumbedrag van 4.500 € per seizoen. In dat bedrag kunnen nog andere (kosten)vergoedingen zitten. Deze vorm van puntenpremies is vrijgesteld van RSZ. Amateurclubs die hun spelers alsnog meer wensen te betalen dan maximaal 4.500 € zullen geen beroep kunnen doen op deze regeling met de RSZ en dienen zich te houden aan de gekende sociale en fiscale regelgeving;
  2. Aan de fiscale regels verandert er niet. De puntenpremies blijven wel belastbare vergoedingen waarop nog steeds (zoals altijd het geval geweest is) bedrijfsvoorheffing moet betaald worden (t.e.m. 22 jaar is dat 16,5%, vanaf 23 jaar wordt dat 33%);
  3. Andere vergoedingsvormen blijven mogelijk, bijvoorbeeld indien een speler het statuut van ‘betaalde sportbeoefenaar’ heeft én alle geldende fiscale en sociaalrechtelijke regels worden toegepast;
  4. De clubs moeten met elke speler die recht heeft op een premie een schriftelijke overeenkomst (namelijk een kanscontract) afsluiten en deze registreren op een centraal platform. Op de site van Voetbal Vlaanderen en de site van het ACFF kan u dergelijk modelcontract terugvinden;
  5. De betalingen waarvan melding in de contracten mogen enkel nog plaatsvinden op digitale wijze via het rekeningnummer van de club; 
  6. De clubs moeten jaarlijks hun budgetten opladen via een centraal platform. Zowel op de site van Voetbal Vlaanderen als op de site van het ACFF vind u een template;
  7. De clubs zullen jaarlijks een verklaring op eer indienen waarin ze bevestigen dat ze handelen volgens alle bepalingen opgenomen in het Bondsreglement. Op de site van Voetbal Vlaanderen en de site van het ACFF kunt u een model vinden;
  8. Een team van specialisten binnen Voetbal Vlaanderen, ACFF en de KBVB zal de amateurclubs maximaal ondersteunen in deze transitie.

De punten 3 tot en met 8 uitgewerkt door Voetbal Vlaanderen en het ACFF zullen ingeschreven worden in het reglement van Voetbal Vlaanderen en het ACFF en de clubs zullen deze regeling moeten naleven op straffe van sancties.

De punten 1 en 2 worden gecontroleerd door de RSZ en de fiscus.

Klanten van Group S - Sociaal secretariaat kunnen zoals voorheen via de ter beschikking gestelde tools de door deze regeling toegelaten vergoedingen beheren .