Klein verlet: Uitbreiding van de gelijkstelling in het kader van langdurige pleegzorg en afschaffing van het recht op klein verlet voor het bijwonen van de familieraad

Van 

Vanaf 25 mei 2023 worden de familiebanden die ontstaan in het kader van langdurige pleegzorg gelijkgesteld met de familiebanden die vereist zijn voor bepaalde gebeurtenissen die het recht openen op klein verlet en wordt het recht op klein verlet voor het bijwonen van de familieraad afgeschaft.


Definitie van langdurige pleegzorg

Langdurige pleegzorg is pleegzorg waarvan bij aanvang duidelijk is dat het kind voor minstens 6 maanden in hetzelfde pleeggezin of bij dezelfde pleegouder(s) zal verblijven. 

De inschrijvingsvoorwaarde van het kind als deel uitmakend van dat gezin in het bevolkingsregister of in het vreemdelingenregister van de gemeente waar het gezin, de pleegouder of pleegouders zijn/hun verblijfplaats heeft/hebben werd vanaf 25 mei 2023 geschrapt in deze definitie.

Klein verlet langdurige pleegzorg

Rouwverlof

Sinds 25 juli 2021 heeft een werknemer reeds recht op:

  • 10 dagen klein verlet waarvan de eerste 3 dagen moeten opgenomen worden vanaf de dag van overlijden tot en met de dag van de begrafenis en de overige 7 dagen binnen het jaar na de dag van het overlijden kunnen opgenomen worden in geval van overlijden van zijn of haar pleegkind (of dat van zijn of haar echtgeno(o)t(e) of samenwonende partner) in het kader van langdurige pleegzorg die ofwel nog loopt op het ogenblik van overlijden ofwel in het verleden plaatsvond;
  • 3 dagen klein verlet die moeten opgenomen worden vanaf de dag van overlijden tot en met de dag van de begrafenis in geval van overlijden van de pleegvader of pleegmoeder van de werknemer in het kader van langdurige pleegzorg op het moment van overlijden.

Vanaf 25 mei 2023 worden in de volgende gevallen:

  • overlijden van de echtgenoot of echtgenote of samenwonende partner, van een kind van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e) of samenwonende partner;
  • overlijden van de vader, moeder, schoonvader, stiefvader, schoonmoeder, stiefmoeder van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e) of samenwonende partner

de familiebanden die zijn ontstaan ingevolge een plaatsing in het kader van langdurige pleegzorg gelijkgesteld met de door de vermelde gebeurtenissen geviseerde familiebanden. Concreet wordt voor deze gebeurtenissen het pleegkind gelijkgesteld met het kind, de pleegmoeder met de moeder, de pleegvader met de vader etc…

Voorwaarde is wel dat het overlijden zich moet voordoen, hetzij tijdens de plaatsing, hetzij na afloop van de plaatsing in het kader van langdurige pleegzorg.

Ook in de volgende gevallen:

  • overlijden van een (half)broer, (half)zuster, schoonbroer, schoonzuster, van de grootvader, de grootmoeder, van een kleinkind, van de overgrootvader, van de overgrootmoeder, van een achterkleinkind, schoonzoon, of schoondochter van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e) of samenwonende partner, die bij de werknemer inwoont;
  • overlijden van een (half)broer, (half)zuster, schoonbroer, schoonzuster, van de grootvader, de grootmoeder, van een kleinkind, van de overgrootvader, van de overgrootmoeder, van een achterkleinkind, schoonzoon, of schoondochter van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e) of samenwonende partner, die niet bij de werknemer inwoont

worden vanaf 25 mei 2023 de familiebanden die zijn ontstaan ingevolge een plaatsing in het kader van langdurige pleegzorg gelijkgesteld met de door de vermelde gebeurtenissen geviseerde familiebanden. Concreet wordt voor deze gebeurtenissen het pleegkind gelijkgesteld met het kind, de pleegmoeder met de moeder, de pleegvader met de vader etc…

Voorwaarde is hier wel dat de gebeurtenis zich moet voordoen:

  • hetzij tijdens de plaatsing,
  • hetzij na afloop van de plaatsing in het kader van langdurige pleegzorg waarbij het pleegkind gedurende een onafgebroken periode van drie jaar op permanente en affectieve wijze deel heeft uitgemaakt van het pleeggezin.

Andere gebeurtenissen

Voor andere gebeurtenissen die recht geven op klein verlet dan de hierbovenvermelde gevallen van rouwverlof die sinds 25 juli 2021 van toepassing zijn, bestond er tot op heden nog geen recht op klein verlet in het kader van langdurige pleegzorg. Daar is nu verandering in gekomen.

Vanaf 25 mei 2023 worden in de volgende gevallen:

  • huwelijk van een kind van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e) of wettelijk samenwonende partner, van een (half)broer, (half)zuster, schoonbroer, schoonzuster, van de vader, moeder, schoonvader, stiefvader, schoonmoeder, stiefmoeder, van een kleinkind van de werknemer;
  • priesterwijding of intrede in het klooster van een kind van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e) of wettelijke samenwonende partner, van een (half)broer, (half)zuster, schoonbroer of schoonzuster van de werknemer;
  • plechtige communie van een kind van de werknemer of zijn echtgeno(o)t(e) of wettelijke samenwonende partner;
  • deelneming van een kind van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e) of wettelijke samenwonende partner aan het feest van de vrijzinnige jeugd daar waar dit feest plaats heeft

de familiebanden die zijn ontstaan ingevolge een plaatsing in het kader van langdurige pleegzorg gelijkgesteld met de door de vermelde gebeurtenissen geviseerde familiebanden. Concreet wordt voor deze gebeurtenissen het pleegkind gelijkgesteld met het kind, de pleegmoeder met de moeder, de pleegvader met de vader etc…

Voorwaarde is wel dat de gebeurtenis zich moet voordoen:

  • hetzij tijdens de plaatsing,
  • hetzij na afloop van de plaatsing in het kader van langdurige pleegzorg waarbij het pleegkind gedurende een onafgebroken periode van drie jaar op permanente en affectieve wijze deel heeft uitgemaakt van het pleeggezin.

Gevolgen voor gunstigere sectorale regelingen

Paritaire comités kunnen gunstigere regelingen voorzien op het vlak van klein verlet. Wanneer dit het geval is, dan moeten de nieuwigheden op het vlak van gelijkstelling in het kader van langdurige pleegzorg ook gevolgd worden door deze sectoren.

Kort samengevat:

  • wanneer er geen sectorale regeling is voorzien of de sectorale regeling verwijst uitdrukkelijk naar de algemene regeling voorzien door het KB van 28/08/1963, dan zijn de nieuwigheden automatisch van toepassing op de betrokken sector;
  • wanneer er wel een gunstigere sectorale regeling is voorzien die niet uitdrukkelijk verwijst naar de algemene regeling voorzien door het KB van 28/08/1963, dan zijn de nieuwigheden enkel van toepassing op de minimumregels voorzien door het KB van 28/08/1963 en niet op de uitbreiding voorzien door de sector. 

Stel dat een sector dus bijvoorbeeld in meer dagen klein verlet voorziet dan het KB van 28/08/1963, dan zal de gelijkstelling in het kader van langdurige pleegzorg enkel gelden voor het minimum aantal dagen klein verlet voorzien door het KB van 28/08/1963 en niet voor de bijkomende dagen toegekend door de sector. Hetzelfde principe geldt ook wanneer de sector zou voorzien in een langere periode tijdens dewelke de dagen klein verlet kunnen worden opgenomen dan het KB van 28/08/1963.

Afschaffing van het recht op klein verlet voor het bijwonen van de familieraad

Het recht op klein verlet voor het bijwonen van een familieraad bijeengeroepen door de vrederechter, werd afgeschaft vanaf 25 mei 2023. Nu, deze bepaling had reeds geruime tijd zijn bestaansreden verloren aangezien de familieraad bij wet van 25 april 2001 werd afgeschaft.

Inwerkingtreding

De nieuwe regeling treedt in werking vanaf 25 mei 2023 en meer bepaald voor gebeurtenissen die zicht voordoen vanaf 25 mei 2023 en het recht openen op klein verlet.

 

Bron: Koninklijk besluit van 1 mei 2023 tot wijziging van het koninklijk besluit van 28 augustus 1963 betreffende het behoud van het normaal loon van werknemers voor afwezigheidsdagen ter gelegenheid van familiegebeurtenissen of voor de vervulling van staatsburgerlijke verplichtingen of van burgerlijke opdrachten, Belgisch Staatsblad van 15 mei 2023.