Jaarlijkse vakantie : Wat brengt 2023 (niet)?!

article image Van 

Op dit ogenblik buigt de wetgever zich over een aantal regels inzake jaarlijkse vakantie. Zal de werkgever het vakantieattest van bedienden anders moeten verrekenen? Wat gebeurt er met ziektedagen tijdens vakantiedagen ? wat als de werknemer zijn vakantie niet heeft kunnen opnemen op het einde van het jaar wegens bepaalde verloven? Wordt tijdelijke werkloosheid corona gelijkgesteld voor het recht op vakantie? Welke vakantieregels moeten de betaalde voetballers volgen? Wat het antwoord op de gestelde vragen is, weten we nog niet.

De reglementering jaarlijkse vakantie kent een aantal werven waarvan de oplevering nog niet gekend is:

  1. verrekening het vakantieattest van de bediende;
  2. ziekte of ongeval tijdens vakantie;
  3. onmogelijkheid om vakantie op te nemen op het einde van het jaar wegens bepaalde verloven;
  4. gelijkstelling tijdelijke werkloosheid corona voor het recht op vakantie;
  5. vakantie van de betaalde voetballers.

Wij overlopen ze hierna met u.

1. verrekening van het vakantieattest van de bediende door de nieuwe werkgever

In februari 2021 liet de FOD WASO de werkgevers en hun sociale secretariaten weten niet akkoord te gaan met de tot dan toe aanvaarde praktijk die erin bestaat dat als een bediende van werkgever verandert, zijn nieuwe werkgever het door zijn oude werkgever uitbetaalde enkel vertrekvakantiegeld in één keer verrekend met het enkel vakantiegeld voor de vakantiedagen waarop de bediende recht heeft bij hem.

Naar aanleiding hiervan heeft de minister van werk de sociale partners in de Nationale Arbeidsraad gevraagd om hem over deze kwestie een advies uit te brengen zodat hij hierin een wetgevend initiatief kan nemen dat iedereen tevreden stelt.

Tot op de dag van vandaag is hieromtrent nog geen beslissing genomen en het is niet zeker dat er nog een oplossing komt voor het einde van dit jaar. Ondertussen is er een gedoogbeleid van de inspectiediensten van de FOD WASO om het enkel vertrekvakantiegeld in één keer te verrekenen.

2. Werknemer wordt tijdens een periode van jaarlijkse vakantie arbeidsongeschikt ingevolge ziekte of ongeval van gemeen recht

Thans bestaat in het Belgisch arbeidsrecht de regel dat een werknemer die tijdens een periode van jaarlijkse vakantie arbeidsongeschikt wordt ingevolge ziekte of ongeval van gemeen recht geacht wordt in vakantie te blijven. Europa eist dat België zijn wetgeving aanpast zodat de werknemer die tijdens een periode van jaarlijkse vakantie arbeidsongeschikt wordt ingevolge ziekte of ongeval van gemeen recht, de dagen vakantie tijdens dewelke hij ziek is geworden later in het jaar kan opnemen.

De werknemer die van deze mogelijkheid wenst gebruik te maken:

  • zou zijn werkgever onmiddellijk op de hoogte moeten brengen van zijn verblijfsadres indien hij zich niet op zijn thuisadres bevindt;
  • zou steeds een geneeskundig getuigschrift moten voorleggen aan de werkgever. Het geneeskundig getuigschrift maakt melding van de arbeidsongeschiktheid, alsmede van de waarschijnlijke duur ervan, en of de werknemer zich met het oog op de controle al dan niet naar een andere plaats mag begeven;
  • zou voor de dagen van arbeidsongeschiktheid die samenvallen met een periode van jaarlijkse vakantie, recht hebben op gewaarborgd loon;
  • zou, uiterlijk op het moment dat hij het geneeskundig getuigschrift voorlegt, aan de werkgever moeten meedelen dat hij gebruikmaakt van zijn recht op behoud van zijn vakantiedagen die samenvallen met de ziektedagen.

Het opzet was om deze regeling in werking te laten treden vanaf 1 januari 2023. Om alle partijen de gelegenheid de geven om deze nieuwe regels op een correcte wijze te implementeren in het Belgisch recht, werd echter beslist dat ze maar van toepassing zal zijn vanaf 1 januari 2024.

3. Werknemer kan zijn wettelijke vakantiedagen niet opnemen in het vakantiejaar ingevolge periodes van arbeidsongeschiktheid.

Europa eist ook dat België zijn wetgeving aanpast zodat de werknemer die omwille van bepaalde afwezigheden onmogelijk zijn vakantiedagen kan opnemen tijdens het vakantiejaar, deze kan opnemen gedurende een periode  van 24 maanden na het betrokken vakantiejaar.

Het betreft de volgende afwezigheden:

  • arbeidsongeval en beroepsziekte; 
  • gewone ziekte of ongeval;
  • moederschapsrust of vaderschapsverlof (artikel 39 van de arbeidswet); 
  • geboorteverlof (wet op de arbeidsovereenkomsten); 
  • adoptieverlof; 
  • profylactisch verlof; 
  • pleegzorgverlof (artikel 30quater van de wet op de arbeidsovereenkomsten); 
  • pleegouderverlof (artikel 30sexies van de wet op de arbeidsovereenkomsten).

De werkgever zal de door de bediende niet opgenomen vakantiedagen in de maand december van het vakantiejaar wel al moeten uitbetalen en ze op een vakantieattest moeten vermelden. Ze zullen dan opgenomen worden onder de vorm van onbetaalde vakantiedagen. Bij het opnemen ervan zal het mogelijk zijn om meer dan vier weken per kalenderjaar vakantie te nemen.

Deze mogelijkheid van overdracht zal wel niet mogelijk zijn ingeval van een afwezigheid ingevolge een volledige werkverwijdering als maatregel van moederschapsbescherming. De vakantie zal in dat geval toch moeten opgenomen worden tijdens het vakantiejaar zelf. Eén uitzondering daarop: Als de verwijderde werkneemster met een medisch attest haar werkgever aantoont dat zij haar vakantie om gezondheidsredenen niet kan opnemen tijdens de werkverwijdering, dan mogen de niet opgenomen vakantiedagen ook overgedragen worden.

Het opzet was om deze regeling in werking te laten treden vanaf 1 januari 2023. Om alle partijen de gelegenheid de geven om deze nieuwe regels op een correcte wijze te implementeren in het Belgisch recht, werd echter beslist dat ze maar van toepassing zal zijn vanaf 1 januari 2024.

4. Tijdelijke werkloosheid ingevolge corona en jaarlijkse vakantie

De vakbonden willen dat, zoals in de voorgaande jaren, de periodes van tijdelijke werkloosheid ingevolge corona worden gelijkgesteld voor het bepalen van het recht op dagen jaarlijkse vakantie en vakantiegeld.

De werkgevers willen dit enkel als er, zoals in de voorgaande jaren, een vorm van compensatieregeling voor de werkgevers is.

De regering heeft op dit ogenblik nog niets beslist daarover maar de kans op gelijkstelling lijkt zeer klein te zijn.

5. Jaarlijkse vakantie van de betaalde voetballers

De jaarlijkse vakantieregeling is vanaf 2022 van toepassing op betaalde voetballers. Deze voetballers genoten reeds vóór 2022 vakantiegeld onder de vorm van een sectorale premie gesloten binnen het paritair comité voor de sport (PC 223).

5.1. Wat betekent dit voor het vakantiejaar 2022?

  • de speler is in dienst : er wordt dubbel vakantiegeld betaald in 2022 onder de vorm van een sectorale premie zoals voorzien voor de betaalde voetballers;
  • de speler gaat uit dienst :
    • er wordt dubbel vakantiegeld betaald in 2022 onder de vorm van een sectorale premie zoals voorzien voor de betaalde voetballers;;
    • er moet enkel vertrekvakantiegeld betaald worden en dit zal de wettelijke regeling moeten volgen (7,67 % op de prestaties van 2022). De sectorale regeling van toepassing op de betaalde voetballers voorziet echter eigen afwijkende regels in deze situatie. De bevoegde minister heeft een wetgevend initiatief genomen om deze afwijkende regels toe te passen in de plaats van de wettelijke regels. Op dit ogenblik is het echter nog steeds onduidelijk of dit wetgevend initiatief wet wordt. In afwachting blijven de wettelijke regels van toepassing.

5.2. Wat betekent dit vanaf het vakantiejaar 2023?

Vanaf 2023 genieten betaalde voetballers wettelijke vakantiedagen en wettelijk vakantiegeld op basis van hun prestaties in het voorgaande jaar : 2023 op basis van de prestaties in 2022, 2024 op basis van de prestaties van 2023, ... Ingeval van uitdiensttreding moet er aan hen een vertrekvakantiegeld uitbetaald worden.

De vraag is of de sociale partners binnen het PC 223 tegen 2023 hun afwijkende sectorale regels van toepassing op betaalde voetballers tegen dan zullen hebben afgestemd op de wettelijke vakantieregels.