Inschakelingsvergoeding: geen terugbetaling meer mogelijk sinds 1 januari 2023

Van 

De werkgever kan voor de collectieve ontslagen aangekondigd na 31 december 2022 geen terugbetaling meer bekomen indien de te betalen inschakelingsvergoeding hoger ligt dan de wettelijke opzeggingsvergoeding.


In het kader van een collectief ontslag, kan de werkgever een inschakelingsvergoeding van 3 of 6 maanden verschuldigd zijn wanneer hij verplicht is een tewerkstellingscel op te richten.

Voor meer informatie rond dit onderwerp, klik op deze link.

1. Wanneer moet de werkgever een inschakelingsvergoeding betalen?

De werkgever moet de werknemer die is ingeschreven in een tewerkstellingscel een inschakelingsvergoeding betalen op voorwaarde dat:

  • de werkgever de arbeidsovereenkomst beëindigt;
  • de werknemer minstens één jaar ononderbroken anciënniteit telt in de onderneming;
  • de werknemer tewerkgesteld is met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur.

Indien de werknemer het werk bij een andere werkgever hervat, blijft de oorspronkelijke werkgever gehouden tot de betaling van de inschakelingsvergoeding.

2. Afschaffing van de mogelijkheid tot terugbetaling

Wanneer de werkgever een inschakelingsvergoeding verschuldigd was voor de werknemers ingeschreven in een tewerkstellingscel en deze vergoeding lag hoger dan de wettelijke opzeggingsvergoeding, dan kon hij voorheen de terugbetaling van het verschil bekomen vanwege de RVA.

Zo’n terugbetaling is voortaan niet meer mogelijk voor de collectieve ontslagen aangekondigd na 31 december 2022.

 

Bron: Programmawet van 26 december 2022, B.S. 30 december 2022 en Koninklijk besluit van 15 januari 2023 tot wijziging van het koninklijk besluit van 9 maart 2006 betreffende het activerend beleid bij herstructureringen inzake het opheffen van de terugbetaling van de inschakelingsvergoeding B.S. 31 januari 2023.