HORECA: studenten mogen netto-overuren verrichten

Van 
91026

De RSZ aanvaardt dat studenten die aan de solidariteitsbijdrage onderworpen zijn toegang krijgen tot de regeling van netto-overuren in de horeca.

De RSZ aanvaardt dat studenten die aan de solidariteitsbijdrage onderworpen zijn toegang krijgen tot de regeling van netto-overuren in de horeca.

 

De horecasector heeft een specifiek systeem van netto-overuren. Deze overuren zijn vrijgesteld van overloon en inhaalrust en zijn noch aan sociale bijdragen noch aan bedrijfsvoorheffing onderworpen. Deze bijzonder voordelige regeling voor werkgever en werknemer is van toepassing op vrijwillige overuren en overuren wegens buitengewone vermeerdering van werk of onvoorziene noodzaak die op verzoek van de werknemer niet moeten worden ingehaald. We verwijzen u hiervoor naar onze sociale actualiteit van 13 februari  2018 "HORECA: 360 vrijwillige netto-overuren per jaar".

Alle werknemers die voltijds worden tewerkgesteld door een werkgever van de horecasector of door een uitzendkantoor bij een gebruiker van de horeca komen voor deze maatregel in aanmerking, dus ook gelegenheidswerknemers en flexi-jobbers. Tot op heden was de RSZ van oordeel dat studenten aangegeven met een solidariteitsbijdrage er geen gebruik van konden maken. De RSZ heeft zijn standpunt herzien: studenten hebben ook toegang tot deze regeling. De toegangsvoorwaarden voor deze overurenstelsels moeten uiteraard worden nageleefd.

Op deze overuren is geen solidariteitsbijdrage verschuldigd aangezien deze uren voor alle werknemers vrijgesteld zijn van sociale bijdragen. De RSZ verduidelijkt dat deze uren, in tegenstelling tot andere werknemers van de horeca, niet moeten worden aangegeven in de DmfA.

Deze overuren worden ook niet in aanmerking genomen in het contingent van 475 uren dat voor de solidariteitsbijdrage in acht moet worden genomen. 

Bron: Administratieve instructies RSZ - 2018/2