Franse grensarbeiders in België : even opfrissen

Van 
81158

Franse grensarbeiders die werken in de Belgische grensstreek genieten een bijzonder fiscaal statuut. Ondanks hun tewerkstelling op Belgische grondgebied blijven hun Belgische beroepsinkomsten toch belastbaar in hun woonland, Frankrijk. Hieraan zijn wel strenge voorwaarden en formaliteiten verbonden. Bovendien betreft het een uitdovende maatregel die zal aflopen in 2033. Hieronder zetten we alle regels omtrent deze maatregel nog eens op een rij.

Periode van 2012 tot 2033

Zoals hierboven gezegd is de grensarbeiderregeling een uitdovende maatregel. In principe kan men dit bijzonder statuut nog maar genieten tot 2033. De voorwaarden om hiervan te genieten zijn verschillend naargelang het gaat om ‘gewone’ werknemers of seizoenarbeiders.

Algemene regeling

Toekenningsvoorwaarden

Sinds 1 januari 2012 kunnen enkel de werknemers die op 31 december 2011 terecht genoten van de grensarbeiderregeling dit statuut nog verderzetten tot 2033. Het gaat om de werknemers:

  1. die op 31 december 2008 hun duurzaam tehuis niet in België hadden;
  2. en die op 31 december 2011 :
    • hun enig duurzaam tehuis in de Franse grensstreek hadden;
    • en hun bezoldigde werkzaamheid in de Belgische grensstreek uitoefenen zonder die grensstreek in de loop van het jaar 2011 meer dan 30 dagen verlaten te hebben in de uitoefening van die werkzaamheid.

Uitzondering

Werknemers die hun duurzaam tehuis in de Franse grensstreek hebben maar die op 31 december 2011 hun werk in de Belgische grensstreek verloren hadden en kunnen bewijzen dat ze daar in de loop van het jaar 2011 drie maanden gewerkt hebben, komen eveneens in aanmerking om verder het voordeel van de grensarbeiderregeling te genieten indien ze opnieuw werk vinden in de Belgische grensstreek.

Geen nieuwe grensarbeiders

Sinds 1 januari 2012 kunnen er dus geen nieuwe grensarbeiders meer bijkomen. De belastingplichtige inwoners van Frankrijk die vanaf 1 januari 2012 een bezoldigde werkzaamheid in de Belgische grensstreek beginnen uit te oefenen, zullen het voordeel van de grensarbeiderregeling dus niet meer kunnen genieten. Zij zullen in principe in België belastingen moeten betalen op de bezoldigingen ontvangen voor de in België geleverde prestaties (behoudens andere uitzonderingen zoals bvb. “183-dagenregel”).

Voorwaarden voor het behoud van het statuut tot 2033

De werknemers die de grensarbeiderregeling toch kunnen blijven genieten, zullen dit enkel kunnen voor de nog resterende 22 jaar doen indien aan volgende drie cumulatieve voorwaarden voldaan is.

1. Zij behouden zonder onderbreking hun enig duurzaam tehuis in de Franse grensstreek.
2. Zij zetten de uitoefening van hun bezoldigde werkzaamheid in de Belgische grensstreek zonder onderbreking voort.

In dit verband wordt duidelijk gesteld dat sommige afwezigheden zoals ziekte, ongeval, betaald educatief verlof, vakantie of werkloosheid niet beschouwd worden als een onderbreking van het uitoefenen van de werkzaamheid in de grensstreek en dus niet leiden tot het verlies van het voordeel van de grensarbeiderregeling. Het gaat om afwezigheden die te wijten zijn aan omstandigheden. Een verandering van werkgever zal evenmin leiden tot het verlies van het voordeel van de grensarbeiderregeling voor zover de bezoldigde werkzaamheid zonder onderbreking verder wordt uitgeoefend in de Belgische grensstreek.

3. Zij verlaten de Belgische grensstreek niet meer dan 30 dagen per kalenderjaar in de uitoefening van hun werkzaamheid.

Een deel van de dag dat de grensstreek wordt verlaten, telt als een volledige dag. Sommige verplaatsingen buiten die grensstreek worden echter niet meegeteld:

  • gevallen van overmacht, buiten de wil van de werkgever en de werknemer;
  • het af en toe doorkruisen van een niet tot de grensstreek behorend gebied in België om zich naar een plaats binnen die Belgische grensstreek of buiten België te begeven;
  • werkzaamheden inherent aan de functie van vakbondsafgevaardigde;
  • het deelnemen aan een comité voor preventie en bescherming op het werk, of aan een paritair comité of het bijwonen van een vergadering van de werkgeversfederatie;
  • het deelnemen aan een ondernemingsraad;
  • het bijwonen van een personeelsfeest;
  • doktersbezoeken;
  • het verlaten van de grensstreek voor beroepsopleiding, beperkt tot 5 werkdagen per kalenderjaar (met andere woorden : indien een werknemer in de loop van een kalenderjaar 7 dagen beroepsopleiding volgt buiten de grensstreek, worden slechts twee van die dagen meegeteld voor de berekening van de 30-dagengrens);
  • de dagen waarop de werknemer de Belgische grensstreek verlaat in het kader van een transportwerkzaamheid, voor zover de totale afstand die op de betrokken dagen buiten de grensstreek wordt afgelegd niet meer bedraagt dan een kwart van de totale afstand die noodzakelijkerwijs wordt afgelegd voor de uitoefening van die werkzaamheid.

Verlies van het statuut

Het niet naleven van de eerste en de tweede van de bovenstaande cumulatieve voorwaarden leidt tot het definitieve verlies van het statuut.

Wanneer een werknemer echter voor de eerste keer de in de derde voorwaarde bedoelde limiet van 30 dagen overschrijdt, zal hij het statuut enkel voor het beschouwde jaar verliezen. Enkel wanneer die limiet een tweede keer wordt overschreden zal het verlies van het statuut definitief zijn.

Voorwaarden voor de “seizoensgrensarbeiders”

Een speciale regeling bestaat voor de seizoenarbeiders. Zij kunnen tot 2033 het voordeel van de grensarbeiderregeling genieten, op voorwaarde dat:

  1. ze hun enig duurzaam tehuis in de Franse grensstreek hebben;
  2. en ze in de Belgische grensstreek een bezoldigde werkzaamheid uitoefenen, waarvan de duur beperkt is tot maximaal 90 dagen per kalenderjaar, hetzij wegens het seizoensgebonden karakter van het werk, hetzij omdat de werknemer voor een bepaalde periode van het jaar is aangeworven als aanvullend personeelslid of als uitzendkracht;
  3. en ze niet meer dan 15 % van het aantal gepresteerde dagen per kalenderjaar buiten de Belgische grenszone presteren. De telling van die dagen gebeurt volgens dezelfde principes als hierboven al bepaald.

Lijst van de grensgemeenten

Een lijst van de gemeenten in de Belgische en Franse grensstreek kan u terugvinden in de derde bijlage aan de Circulaire van 17 december 2009.

Formaliteiten

Aangezien een Franse grensarbeider niet belastbaar is in België mag er op de Belgische bezoldigingen geen bedrijfsvoorheffing worden ingehouden. Daarvoor moeten zowel de werkgever als de werknemer wel een aantal formaliteiten vervullen.

Onze aangeslotenen die Franse grensarbeiders tewerkstellen worden jaarlijks herinnerd aan die formaliteiten.

Verplichtingen werknemer – Formulier 276 Front./Grens. (S)

De werknemer moet volgende formaliteiten naleven:

  1. Vóór de betaling van de eerste bezoldiging van ieder jaar bezorgt de werknemer  aan de werkgever:
    • een correct ingevuld Formulier 276 Front./Grens. (Formulier 276 Front./Grens S in geval van seizoensgrensarbeid). Dit formulier moet worden ingevuld door de werknemer (vak I), de werkgever (vak II) en de Franse belastingadministratie (vak III);
    • een kopie van de documenten die aantonen dat de werknemer werkelijk in de Franse grensstreek woont (bvb. rekeningen voor water, gas of elektriciteit, bewijs van betaling van de “taxe d’habitation” voor een hoofdverblijf, telefoonrekening, …);
  2. Op het einde van het jaar waarop het Formulier 276 Front./Grens. betrekking heeft moet de werknemer een verklaring afleggen volgens welke hij het tijdens het afgelopen jaar de Belgische grensstreek niet meer dan het aantal toegestane dagen verlaten heeft (vak IV).

Verplichtingen werkgever

Ook de werkgever moet een aantal verplichtingen naleven:

  1. De werkgever moet gedurende het hele jaar op de plaats waar de werknemer gewoonlijk werkt volgende stukken ter beschikking van de administratie houden:
    • Het correct ingevulde Formulier 276 Front. / Grens. (S);
    • het document waaruit de daadwerkelijke bewoning blijkt van een woning in de Franse grensstreek;
    • een telling van de dagen waarop de werknemer de grensstreek verlaat bij het uitoefenen van zijn werkzaamheid, met vermelding van de reden voor elk van die verplaatsingen. Die telling moet dagelijks worden bijgewerkt en moet ook ter beschikking worden gehouden van de werknemer, zodat deze te allen tijde op de hoogte is van zijn situatie.
  2. Uiterlijk op 31 maart van het daaropvolgende jaar moet de werkgever de volgende stukken overmaken aan het bevoegde Documentatiecentrum Bedrijfsvoorheffing:
    • de hierboven genoemde documenten, inclusief de verklaring betreffende het verlaten van de Belgische grensstreek (het ingevulde vak IV van het Formulier 276 Front./Grens. (S));
    • een lijst met werknemers die de grensarbeiderregeling aanvragen en voor wie die regeling door de werkgever voor de eerste keer werd toegepast
  3. Op de individuele fiche 281.10 moet de werkgever het aantal dagen vermelden waarop de werknemer de Belgische grensstreek heeft verlaten.

En wat met Belgische grensarbeiders?

Voor werknemers die wonen in de Belgische grensstreek maar die werken in de Franse grensstreek is er geen bijzonder statuut meer voorzien sinds 2007.

Meer weten?

Indien u nog vragen heeft over de grensarbeiderregeling kan u ons steeds contacteren of de Circulaire van de FOD Financiën raadplegen. Die circulaire bevat tal van concrete voorbeelden.