Door de werkgever ter beschikking gestelde woning: wijziging van de raming van het fiscale voordeel

Van 
93049

De raming van het voordeel van alle aard voor de kosteloze terbeschikkingstelling van een woning door de werkgever wordt vanaf 1 januari 2019 gewijzigd.

De terbeschikkingstelling van een woning uit hoofde of naar aanleiding van het uitoefenen van de beroepswerkzaamheid van een werknemer of bedrijfsleider vormt een belastbaar voordeel van alle aard.

1. Raming tot 31 december 2018

Dit voordeel werd forfaitair vastgesteld op basis van het kadastrale inkomen van het onroerend goed en was afhankelijk van de hoedanigheid van de werkgever die het ter beschikking stelde: zie ons artikel van 1 juni 2018.

Als het goed ter beschikking werd gesteld door een natuurlijke persoon, dan was het voordeel gelijk aan  100/60 van het geïndexeerde kadastrale inkomen.

Als het goed ter beschikking werd gesteld door een rechtspersoon, dan moest voornoemd voordeel worden vermenigvuldigd met 1,25 of 3,8 naargelang de hoogte van het niet-geïndexeerde kadastrale inkomen.

Het voordeel moest nog met 2/3 worden verhoogd als het goed gemeubeld was.

2. Als discriminerend beoordeelde behandeling

De hoven van beroep van Gent en Antwerpen hadden geoordeeld dat deze berekeningswijze in strijd was met het gelijkheidsbeginsel. Het voordeel werd immers anders berekend al naargelang de terbeschikkingstelling door een natuurlijke persoon dan wel een rechtspersoon gebeurt. Het Hof was van oordeel dat dit verschil in behandeling niet kan worden gerechtvaardigd door een kennelijk objectieve en redelijke verantwoording.

3. Raming vanaf 1 januari 2019

Voortaan zal het voordeel forfaitair worden vastgesteld op 100/60 van het geïndexeerde kadastrale inkomen, vermenigvuldigd met 2. Zoals vroeger moet het voordeel met 2/3 worden verhoogd als het goed gemeubeld is.

In de nieuwe berekeningswijze hebben de hoedanigheid van de werkgever en de hoogte van het kadastrale inkomen dus geen belang meer.

De nieuwe raming is van toepassing op alle voordelen die vanaf 1 januari 2019 worden betaald of toegekend.

Bron: Koninklijk besluit van 7 december 2018 tot wijziging van het KB/WIB 92, op het stuk van de voordelen van alle aard voor de kosteloze beschikking over onroerende goederen of gedeelten van onroerende goederen, BS 27 december 2018.