De uitbreiding van het rouwverlof is een feit!

article image Van 

Het recht op klein verlet in geval van overlijden van sommige familieleden wordt uitgebreid. Zo zal er recht zijn op 10 dagen rouwverlof waarvoor de werkgever het normale loon verschuldigd is in geval van overlijden van de echtgeno(o)t(e) of samenwonende partner of van een kind. Het rouwverlof wordt eveneens uitgebreid tot het overlijden van pleegouders en pleegkinderen.

Wat verandert er?

Overlijden van de echtgeno(o)t(e) of samenwonende partner, van een kind of van een pleegkind in het kader van langdurige pleegzorg

Overlijden van

Huidig recht

Toekomstig recht

Echtgeno(o)t(e) of wettelijk samenwonende partner

3 dagen KV, op te nemen vanaf de dag van overlijden tot en met de dag van de begrafenis

10 dagen KV, waarvan de eerste 3 moeten opgenomen worden vanaf de dag van overlijden tot en met de dag van de begrafenis en de overige 7 binnen het jaar na de dag van het overlijden kunnen opgenomen worden.

 

 

Feitelijk samenwonende partner

/

Wettig, erkend natuurlijk of geadopteerd kind van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e) of wettelijk samenwonende partner

3 dagen KV, op te nemen vanaf de dag van overlijden tot en met de dag van de begrafenis

Wettig, erkend natuurlijk of geadopteerd kind van de feitelijk samenwonende partner van de werknemer

/

Pleegkind  in het kader van langdurige pleegzorg

/

 

Dat betekent dus concreet dat, in vergelijking met de huidige regeling:

1. het recht op klein verlet wordt uitgebreid tot het overlijden van de feitelijk samenwonende partner van de werknemer en tot het kind van de feitelijk samenwonende partner van de werknemer enerzijds en tot het overlijden van een pleegkind in het kader van langdurige pleegzorg die ofwel nog loopt op het ogenblik van overlijden ofwel in het verleden plaatsvond anderzijds.

Wat wordt verstaan onder “een pleegkind”? Een pleegkind waarvoor de werknemer of zijn echtgenote of samenwonende partner in het kader van pleegzorg is aangesteld door de rechtbank, door een door de bevoegde gemeenschap erkende dienst voor pleegzorg, of door de bevoegde gemeenschapsdiensten inzake jeugdbescherming.

Wat wordt verstaan onder langdurige pleegzorg? Langdurige pleegzorg is pleegzorg waarvan bij aanvang duidelijk is dat het kind voor minstens 6 maanden in hetzelfde pleeggezin of bij dezelfde pleegouder(s) zal verblijven en waarbij het kind als deel uitmakend van dat gezin in het bevolkingsregister of in het vreemdelingenregister van de gemeente waar het gezin, de pleegouder of pleegouders zijn/hun verblijfplaats heeft/hebben is ingeschreven.

2. het aantal afwezigheidsdagen wordt opgetrokken tot 10 dagen waarvan de eerste 3 dagen moeten opgenomen worden vanaf de dag van overlijden tot en met de dag van de begrafenis en de overige 7 dagen binnen het jaar na de dag van het overlijden kunnen opgenomen worden. Er wordt uitdrukkelijk voorzien dat op vraag van de werknemer en mits akkoord van de werkgever kan afgeweken worden van deze voorziene periodes van opname.

Indien een sectorale cao of een cao gesloten op ondernemingsvlak.reeds meer dan 3 dagen rouwverlof voorziet, bijvoorbeeld 5 dagen in de plaats van 3, dan heeft de werknemer op basis van de nieuwe uitgebreide regel nog recht op 5 dagen aanvullend rouwverlof. 10 dagen zal steeds het nieuwe wettelijk maximum zijn. De werknemer krijgt dus in casu 5 op basis van de cao en slechts 5 wettelijke aanvullende dagen (en niet 7).

3. er wordt voorzien in een specifieke regel wanneer de werknemer onmiddellijk aansluitend op zijn klein verlet wegens overlijden van zijn echtgeno(o)t(e) of samenwonende partner of wegens overlijden van zijn kind of dat van zijn echtgeno(o)t(e) of samenwonende partner arbeidsongeschikt is wegens ziekte. De afwezigheidsdagen vanaf de vierde dag klein verlet zullen dan aangerekend worden op de periode van het gewaarborgd loon (= afgetrokken worden van de periode van het gewaarborgd loon) wegens ziekte op voorwaarde dat de vierde dag klein verlet aansluit op de derde dag. Dit betekent dus dat bvb.:

  • wanneer een bediende 10 dagen aansluitend rouwverlof opneemt wegens overlijden van zijn echtgenote en daarna aansluitend ziek wordt gedurende een periode van 25 dagen, hij recht zal hebben op 10 dagen rouwverlof met behoud van loon maar hij reeds vanaf de 24ste dag ziekte een ziekte-uitkering zal krijgen aangezien de 7 bijkomende dagen rouwverlof moeten aangerekend worden op de periode van gewaarborgd loon (30 dagen – 7 dagen = 23 dagen gewaarborgd loon);
  • wanneer een bediende 10 dagen aansluitend rouwverlof opneemt wegens overlijden van zijn echtgenote, dan enkele dagen vakantie opneemt en vervolgens arbeidsongeschikt wordt wegens ziekte, er geen gevolgen zullen zijn voor de periode van het gewaarborgd loon aangezien de voorwaarde dat de arbeidsongeschiktheid onmiddellijk moet aansluiten op het klein verlet niet is voldaan;
  • wanneer een bediende wegens overlijden van zijn echtgenote drie dagen rouwverlof opneemt tussen de dag van het overlijden en de begrafenis en pas beslist om twee maanden nadien de overige periode van 7 dagen op te nemen en na opname van deze 7 dagen aansluitend arbeidsongeschikt wordt wegens ziekte, er geen gevolgen zullen zijn voor de periode van het gewaarborgd loon aangezien de voorwaarde dat de vierde dag klein verlet moet aansluiten op de derde dag niet voldaan is.

Opdat de voorwaarde van “onmiddellijke aansluiting” voldaan is, hoeft er geen rekening gehouden te worden met gewone inactiviteitsdagen, wel met dagen werkhervatting en met andere schorsingen. Stel dat een voltijdse werknemer die werkt van maandag tot vrijdag onmiddellijk zijn 10 dagen klein verlet opneemt vanaf de datum van overlijden van zijn echtgenote (= maandag), dan zal zijn laatste dag klein verlet vallen op een vrijdag. Als hij dan pas vanaf de maandag daarop ziek is en een doktersattest aflevert, zal de voorwaarde van onmiddellijke aansluiting voldaan zijn.

Wanneer de sector of de onderneming reeds meer dan 3 dagen rouwverlof toekent, bvb. 5 dagen, zullen deze twee extra dagen niet kunnen aangerekend worden op de periode van gewaarborgd loon wegens arbeidsongeschiktheid omdat het geen wettelijke rouwverlofdagen zijn. Stel dat een werknemer in dergelijk geval 10 aaneensluitende dagen rouwverlof opneemt wegens het overlijden van zijn echtgenote en deze periode van rouwverlof wordt onmiddellijk gevolgd door een ziekteperiode, dan zullen er in totaal slechts 5 dagen klein verlet (en geen 7 dagen) worden aangerekend op de periode van gewaarborgd loon.

Overlijden van de vader, moeder, schoonvader, stiefvader, schoonmoeder, stiefmoeder, pleegvader of pleegmoeder van de werknemer

Overlijden van

Huidig recht

Toekomstig recht

Vader, moeder, schoonvader, stiefvader, schoonmoeder, stiefmoeder van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e) of wettelijk samenwonende partner

3 dagen KV, op te nemen vanaf de dag van het overlijden tot en met de dag van de begrafenis

3 dagen KV, op te nemen vanaf de dag van het overlijden tot en met de dag van de begrafenis.

 

 

Vader, moeder, schoonvader, stiefvader, schoonmoeder, stiefmoeder van de feitelijk samenwonende partner van de werknemer

/

Pleegvader of pleegmoeder van de werknemer in het kader van langdurige pleegzorg

/

 

Dat betekent dus concreet dat, in vergelijking met de huidige regeling:

1. het recht op klein verlet wordt uitgebreid tot het overlijden van de betrokken familieleden van de feitelijk samenwonende partner van de werknemer enerzijds en tot het overlijden van een pleegvader of pleegmoeder van de werknemer in het kader van langdurige pleegzorg die nog loopt op het ogenblik van overlijden anderzijds.

Wat wordt verstaan onder een pleegvader of pleegmoeder? Een pleegvader of pleegmoeder is een pleegouder die in het kader van pleegzorg is aangesteld door de rechtbank, door een door de bevoegde gemeenschap erkende dienst voor pleegzorg, of door de bevoegde gemeenschapsdiensten inzake jeugdbescherming.

Voor de definitie van langdurige pleegzorg, verwijzen wij u naar punt 1.1. Van belang is wel dat de langdurige pleegzorg nog lopende moet zijn op datum van overlijden opdat er recht zal zijn op klein verlet. Het mag dus niet om een situatie in het verleden gaan.

2. de duur van het klein verlet en de periode van opname ongewijzigd blijven: recht op 3 dagen klein verlet op te nemen vanaf de dag van overlijden tot en met de dag van de begrafenis. Er wordt wel uitdrukkelijk voorzien dat op vraag van de werknemer en mits akkoord van de werkgever kan afgeweken worden van deze voorziene periode van opname.

Overlijden van een broer, zuster, schoonzuster, schoonbroer, grootvader, grootmoeder, kleinkind, van een overgrootvader, een overgrootmoeder, van een achterkleinkind, van een schoonzoon of schoondochter die bij de werknemer inwoont

Overlijden van

Huidig recht

Toekomstig recht

broer, zuster, schoonzuster, schoonbroer, grootvader, grootmoeder, kleinkind, van een overgrootvader, een overgrootmoeder, van een achterkleinkind, van een schoonzoon of schoondochter die bij de werknemer inwoont

2 dagen KV, op te nemen vanaf de dag van overlijden tot en met de dag van de begrafenis

2 dagen KV, op te nemen vanaf de dag van overlijden tot en met de dag van de begrafenis.

 

 

 

Dat betekent dus concreet dat, in vergelijking met de huidige regeling:

1. het recht op klein verlet wordt uitgebreid tot het overlijden van alle betrokken familieleden van de echtgeno(o)t(e) of (wettelijk of feitelijk) samenwonende partner van de werknemer. Immers, in de huidige regeling worden enkel de schoonbroer, de schoonzuster, de (over)grootvader en de (over)grootmoeder van de echtgeno(o)t(e) of de wettelijk samenwonende partner van de werknemer gelijkgesteld met deze van de werknemer voor de toepassing van deze bepaling.

2. de duur van het klein verlet en de periode van opname ongewijzigd blijven: recht op 2 dagen klein verlet op te nemen vanaf de dag van overlijden tot en met de dag van de begrafenis. Er wordt wel uitdrukkelijk voorzien dat op vraag van de werknemer en mits akkoord van de werkgever kan afgeweken worden van deze voorziene periode van opname.

Overlijden van een broer, zuster, schoonzuster, schoonbroer, grootvader, grootmoeder, kleinkind, van een overgrootvader, een overgrootmoeder, van een achterkleinkind, van een schoonzoon of schoondochter die niet bij de werknemer inwoont en overlijden van een pleegkind van de werknemer in het kader van kortdurende pleegzorg

Overlijden van

Huidig recht

Toekomstig recht

broer, zuster, schoonzuster, schoonbroer, grootvader, grootmoeder, kleinkind, van een overgrootvader, een overgrootmoeder, van een achterkleinkind, van een schoonzoon of schoondochter die niet bij de werknemer inwoont

 

1 dag KV, op te nemen de dag van de begrafenis

1 dag KV, op te nemen de dag van de begrafenis.

 

 

pleegkind van de werknemer in het kader van kortdurende pleegzorg

 

/

 

Dat betekent dus concreet dat, in vergelijking met de huidige regeling:

1. het recht op klein verlet wordt uitgebreid tot het overlijden van alle betrokken familieleden van de echtgeno(o)t(e) of (wettelijk of feitelijk) samenwonende partner van de werknemer enerzijds (idem punt 1.3.) en tot het overlijden van een pleegkind van de werknemer in het kader van kortdurende pleegzorg die nog loopt op het ogenblik van overlijden anderzijds.

Wat wordt verstaan onder kortdurende pleegzorg? Alle vormen van pleegzorg die niet voldoen aan de voorwaarden van langdurige pleegzorg.

Van belang is wel dat de kortdurende pleegzorg nog lopende moet zijn op datum van overlijden opdat er recht zal zijn op klein verlet. Het mag dus niet om een situatie in het verleden gaan. Voor de definitie van pleegkind verwijzen wij u naar punt 1.1.

2. de duur van het klein verlet en de periode van opname ongewijzigd blijven: recht op 1 dag klein verlet op te nemen de dag van de begrafenis. Er wordt wel uitdrukkelijk voorzien dat op vraag van de werknemer en mits akkoord van de werkgever kan afgeweken worden van deze voorziene periode van opname.

Wanneer treedt deze nieuwe regeling in werking?

Deze nieuwe regeling treedt in werking 10 dagen na publicatie in het Belgisch Staatsblad, meer bepaald op 25 juli 2021.

Zij is van toepassing op overlijdens die zich vanaf deze datum voordoen.