De nieuwe “pakjeswet”: betere bescherming voor postpakketbezorgers

Van 

Onlangs verscheen de zogenaamde “pakjeswet” in het Belgisch Staatsblad die de ongunstige werkomstandigheden van werknemers in de sector moet aanpakken. Deze nieuwe wet tracht sociale en fiscale fraude te bestrijden, gaat oneerlijke concurrentie tegen en moet de arbeidsomstandigheden van pakketbezorgers verbeteren.


1. Toepassingsgebied

De nieuwe wetgeving is van toepassing op ‘postpakketbedrijven’ die hun postpakketten laten bezorgen door ‘postpakketbezorgers’.

Een postpakketbezorger kan zowel een werknemer als een zelfstandig natuurlijk persoon zijn die postpakketten bezorgt in opdracht van een postpakketbedrijf.

De regels zijn van toepassing op de distributie van postpakketten (géén postbrieven!) tot 31,5 kg:

  • vanuit een Belgisch distributiepunt naar een Belgisch adres,
  • vanuit een Belgisch distributiepunt naar een buitenlands adres, of
  • vanuit een buitenlands distributiepunt naar een Belgisch adres.

Een bedrijf dat aan zelfbezorging doet en dus de bezorging van postpakketten overlaat aan eigen werknemers, is niet onderworpen aan de nieuwe wetgeving (vb. een pizzeria die een chauffeur aanwerft om pizza’s te leveren bij klanten thuis).

2. Uitbreiding aansprakelijkheid

Vanaf 7 januari 2024 wordt de aansprakelijkheid voor opdrachtgevers uitgebreid. Zij kunnen namelijk aansprakelijk gesteld worden voor inbreuken die worden gepleegd door hun onderaannemer op de essentiële eisen inzake de arbeidsvoorwaarden- en omstandigheden van de postpakketbezorgers.

Het gaat wel om een weerlegbaar vermoeden van aansprakelijkheid. De opdrachtgever kan het vermoeden weerleggen worden door aan te tonen dat hij controle heeft uitgeoefend op de naleving van deze essentiële eisen door de rechtstreekse onderaannemer.

Het vermoeden wordt daarentegen onweerlegbaar wanneer de opdrachtgever samenwerkt met een onderaannemer die niet geregistreerd staat bij het Belgisch instituut voor Postdiensten en Telecommunicatie (BIPT) of samenwerkt met een onderaannemer die geschorst was.

3. Registratieplicht BIPT en RSZ

Vanaf 1 mei 2024 moeten zowel opdrachtgevers als onderaannemers zich registreren bij het BIPT vooraleer zij postpakketten mogen leveren.

Vanaf 1 augustus 2024 moeten zij ook elk semester informatie overmaken over hun activiteiten zoals bijvoorbeeld de onderaannemers waarop beroep wordt gedaan of de opdrachtgever voor wie onderaannemers werken, het aantal pakketten dat werd afgeleverd…).

Vanaf 1 april 2025 moeten opdrachtgevers de RSZ inlichten over de onderaannemers waarop zij een beroep doen. Iedere onderaannemer die op zijn beurt beroep doet op andere onderaannemers, moet dus ook steeds voorafgaand de opdrachtgever daarvan in kennis stellen.

4. Aanstelling van een coördinator

Vanaf 1 mei 2024 moeten opdrachtgevers en onderaannemers een coördinator aanstellen. Dit kan zowel een werknemer als een externe medewerker (zelfstandige) zijn. De coördinator heeft als taak om postpakketbezorgers te informeren over hun rechten en plichten in toepassing van deze nieuwe wet. Daarnaast moet deze persoon een waakzaamheidsplan opstellen om mogelijke risico’s op inbreuken te identificeren  en te voorkomen. 

Het takenpakket, de functievereisten en verdere details over het waakzaamheidsplan moeten nog verder uitgewerkt worden in een Koninklijk Besluit.

5. Minimumvergoeding

Vanaf 1 oktober 2024 is het verplicht om een minimumvergoeding toe te kennen aan onderaannemers waarmee de opdrachtgever samenwerkt. Deze minimumvergoeding omvat niet enkel een minimumuurloon (zoals van toepassing op de werknemersklasse R1 van het rijdend personeel in het paritair subcomité 140.03), maar ook vervoerskosten, administratieve en fiscale kosten en kosten van verzekering. De minimumvergoeding verschilt naargelang de pakketbezorger pakketten bezorgt met een gemotoriseerd voertuig of een fiets.

De berekeningsmethode is momenteel nog niet bekend en zal ook worden bepaald bij Koninklijk Besluit. De exacte bedragen zullen nog door de FOD Economie worden gepubliceerd.

Let op: het loonbarema van de toepasselijke sector zal echter steeds blijven gelden voor postpakketbezorgers die werken als werknemer.

6. Registratie en begrenzing van de pakketdistributietijd

Deze regels zijn niet van toepassing op postpakketbezorgers die rijden met een voertuig onderworpen aan het verplicht gebruik van een tachograaf.

6.1 Registratie

Opdrachtgevers en onderaannemers moeten een tijdsregistratiesysteem invoeren om de pakketdistributietijd te registreren van elke pakketbezorger (zelfstandige, werknemer, student, uitzendkracht, leerling…).

De pakketdistributietijd begint op het moment waarop de postpakketbezorger het vervoer start op de plaats waar de pakketdistributiediensten aanvangen en loopt tot het moment waarop het vervoer stopt op de plaats waar de pakketdistributiediensten eindigen.

De tijdregistratie heeft tot doel zwartwerk en sociale fraude te bestrijden en de werkomstandigheden en verkeersveiligheid van pakketbezorgers te verbeteren. De invoering van het tijdsregistratiesysteem zal in twee fasen gebeuren.

a. Fase 1: overgangsfase tot 1 april 2025

Vanaf 1 augustus 2024 is het mogelijk om de tijdsregistratie uit te voeren:

  • Via een beveiligde toepassing van de RSZ die ter beschikking wordt gesteld via de website belparcel.be;
  • Via een eigen elektronisch systeem van de opdrachtgever of de onderaannemer op voorwaarde dat dit systeem aan een aantal waarborgen voldoet;
  • Via een papieren document op voorwaarde dat dit wordt toegestaan in een Koninklijk Besluit op vraag van een paritair orgaan.

b. Fase 2: tijdsregistratie vanaf 1 april 2025

Vanaf 1 april 2025 kunnen tijdsregistraties enkel uitgevoerd worden via een systeem waarbij de geregistreerde gegevens rechtstreeks worden verstuurd naar een gegevensdatabank die wordt beheerd door de RSZ. De RSZ zal hiervoor opnieuw een online tijdsregistratiesysteem ter beschikking stellen.  

Het is ook mogelijk om met een alternatief registratiesysteem te werken dat wordt ontwikkeld door een private onderneming zolang het systeem gelinkt is aan de gegevensdatabank van de RSZ.

Een Koninklijk Besluit zal de nadere regels voor deze systemen nog bepalen.

6.2 Begrenzing

Vanaf 1 juli 2026 wordt de pakketdistributietijd voor postpakketbezorgers beperkt tot:

Dagelijkse pakketdistributietijd

9 uur

Uitzondering: verlenging tot 10 uur, maximaal 2 keer per week

Wekelijkse pakketdistributietijd

56 uur

Totale pakketdistributietijd gedurende twee opeenvolgende weken

90 uur

Let op: de maximale arbeidsduur van postpakketbezorgers die als werknemer werken, moet ook steeds gerespecteerd worden. Er moet dus rekening worden gehouden met andere taken die ze nog uitvoeren buiten de pakketdistributietijd (laden, lossen, sorteren…). Postpakketbezorgers die als zelfstandige werken, moeten hier geen rekening mee houden.

Bron: Wet van 17 december 2023 houdende diverse bepalingen met het oog op het verbeteren van de werkomstandigheden van de postpakketbezorgers, BS 28 december 2023.