Cumulatie mobiliteitsvergoeding met verplaatsingsvergoeding: de RSZ zet zich op één lijn met de fiscus

Van 
92659

De mobiliteitsvergoeding (cash for car) mag in principe niet worden gecumuleerd met een vergoeding voor woon-werkverplaatsingen. In geval van niet-toegelaten cumulatie moet de vergoeding als gewoon loon worden beschouwd.

Sinds 1 januari 2018 kan een werknemer die over een bedrijfswagen beschikt deze wagen inruilen voor een som geld, mobiliteitsvergoeding (cash for car) genoemd. We verwijzen u hiervoor naar ons artikel van 24 mei 2018 dat een gedetailleerde beschrijving van deze nieuwe maatregel geeft.

Wat zijn de gevolgen voor woon-werkverplaatsingen?

De werknemer moet zijn woon-werkverplaatsingen financieren met het nettobedrag van de mobiliteitsvergoeding.

Wanneer een mobiliteitsvergoeding wordt toegekend, is de werkgever namelijk niet meer verplicht tussen te komen in dergelijke verplaatsingen en dit ongeacht de wijze waarop ze worden uitgevoerd (eigen wagen, openbaar vervoer, fiets).

Als de werkgever toch beslist om tussen te komen in de kosten van deze verplaatsingen, dan bestaat de sanctie erin dat deze tussenkomst niet wordt vrijgesteld en wordt beschouwd als gewoon loon dat aan socialezekerheidsbijdragen en bedrijfsvoorheffing onderworpen is. Dit heeft betrekking op de volgende vervoermiddelen:

  • openbaar vervoer;
  • georganiseerd collectief vervoer;
  • kilometervergoeding voor verplaatsingen per fiets;
  • terbeschikkingstelling door de werkgever van een fiets die daadwerkelijk wordt gebruikt voor dergelijke verplaatsingen.

Zijn er uitzonderingen?

Wat voorafgaat, is niet van toepassing als de werknemer vóór de toekenning van de mobiliteitsvergoeding en tijdens de 3 voorafgaande maanden al een voordeel bedrijfswagen cumuleerde met een voordeel woon-werkverplaatsingen (sociaal abonnement, fiets, kilometervergoeding). In dat geval blijft de gunstige sociale en fiscale behandeling van deze tussenkomst behouden.

Waarom nu een koninklijk besluit?

Het fiscale luik van deze cumulatie van de mobiliteitsvergoeding met de vergoeding voor  woon-werkverplaatsingen werd rechtstreeks geregeld in de wet die de mobiliteitsvergoeding invoert.

Het sociale luik was daarentegen niet in deze wet opgenomen. Dit is nu een feit met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2018.

Bron: Koninklijk besluit van 16 november 2018 tot wijziging van artikel 19, § 2 van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, BS, 29 november 2018.