Coronavirus: vereenvoudigde procedure tijdelijke werkloosheid overmacht corona waarschijnlijk niet meer mogelijk na 31 maart 2022!

article image Van 

De kans is reëel dat de vereenvoudigde procedure van tijdelijke werkloosheid wegens overmacht ingevolge corona na 31 maart 2022 niet meer mogelijk zal zijn. De werkgevers die na 31 maart 2022 nog een beroep zullen moeten doen op tijdelijke werkloosheid kunnen best al de nodige aanvraagformulieren in orde brengen.

Tot 31 maart 2022 kunnen werkgevers een beroep doen op de vereenvoudigde procedure tijdelijke werkloosheid wegens overmacht die het gevolg is van de coronapandemie. Op basis van de informatie waarover we momenteel beschikken zal dit niet meer mogelijk zijn vanaf 1 april 2022.

Ondernemingen die inschatten dat zij na 31 maart 2022 nog een beroep zullen moeten doen op tijdelijke werkloosheid moeten dus rekening houden met een scenario waarbij de vereenvoudigde procedure tijdelijke werkloosheid wegens overmacht die het gevolg is van de coronapandemie niet meer zal verlengd worden na die datum. Zij hebben er dan belang bij om als bewarende maatregel alvast de nodige aanvraagformulieren in orde te brengen teneinde vanaf 1 april 2022 hun personeel tijdelijk werkloos wegens economische redenen te plaatsen volgens de regels zoals die van toepassing waren vóór maart 2020.

Wij herhalen hierna de regels zoals die van toepassing waren vóór maart 2020.

1. Tijdelijke werkloosheid wegens economische redenen voor arbeiders

1.2. Duurtijd schorsingsperiode

De werkgever kan de arbeider tijdelijk werkloos stellen gedurende:

  • maximum 4 opeenvolgende weken ingeval van een volledige schorsing met vervolgens een verplichte werkweek alvorens een nieuwe werkloosheidsperiode aan te vangen;
  • maximum 3 opeenvolgende maanden ingeval van een gedeeltelijke schorsing in een regeling van minder dan 3 arbeidsdagen per week of minder dan één arbeidsweek per twee weken met vervolgens een verplichte werkweek alvorens een nieuwe werkloosheidsperiode aan te vangen.

Indien voor uw Paritair Comité een afwijkende sectorale regeling bestaat die langere termijnen voorziet dan deze hierboven voorzien, dan blijven deze langere termijnen van toepassing.

Zie onze sectorale informatie daaromtrent in uw paritair comité op onze website.

1.3. Welke formaliteiten?

De volgende formaliteiten moeten nageleefd worden:

  • kennisgeving aan de arbeider(s) van de eerste voorziene werkloosheidsdag ten minste zeven kalenderdagen vóór de 1ste voorziene werkloosheidsdag, de dag van de kennisgeving en de eerst voorziene werkloosheidsdag niet inbegrepen. Opdat de tijdelijke werkloosheid zou kunnen ingaan op 1 april 2022 moet de kennisgeving gebeuren uiterlijk 24 maart 2022. In de bouwsector waar een afwijkende regeling bestaat zal de kennisgeving uiterlijk op 28 maart 2022 moeten gebeuren;
  • voorafgaandelijke elektronische mededeling versturen aan de RVA op dezelfde dag van de kennisgeving aan de arbeider(s);
  • mededeling aan de ondernemingsraad (of aan de vakbondsafvaardiging bij gebrek aan ondernemingsraad) de dag zelf van de kennisgeving van de voorziene werkloosheid aan de arbeider(s);
  • controleformulier C3.2A afleveren aan de arbeider(s) uiterlijk de eerste effectieve werkloosheidsdag van de maand en vermelding van de gegevens ervan in het validatieboek (elektronisch of op papier bij te houden). In de bouwsector moet de werkgever de controlekaart C.3.A - bouw afleveren aan de arbeider en moet de arbeider deze op zak hebben en invullen indien nodig;
  • maandelijkse mededeling van de 1ste effectieve werkloosheidsdag via de portaalsite van de sociale zekerheid aan de RVA. De werkgever is hiervan vrijgesteld indien hij gedurende de betrokken kalendermaand reeds een mededeling heeft gedaan van een eerste effectieve werkloosheidsdag wegens slecht weer of technische stoornis voor de betrokken arbeider(s);
  • elektronische aangifte - ASR scenario 2 ‘Aangifte vaststellen recht tijdelijke werkloosheid of schorsing  bedienden”(WECH002);
  • elektronische aangifte - ASR scenario 5 ‘Maandelijkse aangifte van de uren tijdelijke werkloosheid of uren schorsing bedienden” (WECH005).

2. Tijdelijke werkloosheid wegens economische redenen voor bedienden

2.1. Wanneer mogelijk?

Tijdelijke werkloosheid wegens economische redenen voor bedienden is mogelijk als één van de volgende voorwaarden vervuld is:

  • daling van minimum 10 % van de omzet of de productie in één van de vier kwartalen voorafgaand aan de aanvraag tot invoering van de regeling, vergeleken met hetzelfde kwartaal in één van de twee kalenderjaren die de aanvraag voorafgaat;
  • tijdelijke werkloosheid wegens economische redenen voor arbeiders van ten minste 10% van het globaal aantal aan de RSZ aangegeven dagen tijdens het kwartaal voorafgaand aan het kwartaal van aanvraag;
  • daling van minimum 10 % van de bestellingen in één van de vier kwartalen voorafgaand aan de aanvraag tot invoering van de regeling, vergeleken met hetzelfde kwartaal in één van de twee kalenderjaren die de aanvraag voorafgaat;
  • erkenning door de Minister van Werk.

De werkgever moet een werkloosheidsformulier C106 A  aan de RVA overmaken waarin hij aantoont dat hij één van deze voorwaarden vervult. Hij moet dit formulier per aangetekend schrijven overmaken aan de dienst "Tijdelijke werkloosheid" van het werkloosheidsbureau dat bevoegd is voor de plaats waar zijn maatschappelijke zetel gevestigd is ten minste 14 dagen vóór de eerste kennisgeving aan de bedienden van de tijdelijke werkloosheid wegens economische redenen.In casu zal dit uiterlijk 10 maart moeten gebeuren.

Daarnaast moet de werkgever ook gebonden zijn door een cao of een ondernemingsplan wanneer hij voor zijn bedienden tijdelijke werkloosheid wegens economische redenen wenst aan te vragen.

2.2. CAO of ondernemingsplan

In het werkloosheidsformulier dat de werkgever aan de RVA moet overmaken, moet hij melding maken van het bestaan van een cao of ondernemingsplan dat op hem van toepassing is. Er zijn in dat kader twee mogelijke opties:

Optie 1: De werkgever is gebonden door:

  1. ofwel een sectorale cao (wij verwijzen u hiervoor naar onze sectorale informatie op onze website);
  2. ofwel, bij ontstentenis van een sectorale cao, voor de ondernemingen met een vakbondsafvaardiging, een ondernemings-cao. Indien binnen de twee weken na het opstarten van de onderhandelingen met de vakbondsafvaardiging om te komen tot het sluiten van een ondernemings-cao geen resultaten worden bereikt, kan de werkgever de regeling van economische werkloosheid voor zijn bedienden alsnog toepassen voor zover hij gebonden is door een door de Commissie “Ondernemingsplannen” goedgekeurd ondernemingsplan (zie hierna 3));
  3. ofwel, bij ontstentenis van een sectorale cao, voor de ondernemingen zonder vakbondsafvaardiging, een door de Commissie “Ondernemingsplannen” goedgekeurd ondernemingsplan. De werkgever moet het ondernemingsplan samen met een gemotiveerde aanvraag bij aangetekend schrijven overmaken aan de directeur-generaal van de algemene directie Collectieve arbeidsbetrekkingen van de Federale overheidsdienst Werk, Arbeid en sociaal overleg, Ernest Blerotstraat 1, 1070 Brussel, die het ondernemingsplan ter beslissing voorlegt aan de Commissie “Ondernemingsplannen”. De Commissie heeft dan twee weken de tijd om het plan al dan niet goed te keuren. De werkgever zal bijgevolg pas van dit stelsel kunnen gebruik maken wanneer zijn ondernemingsplan wordt goedgekeurd door de Commissie “Ondernemingsplannen”. Bij dit ondernemingsplan moet de C106A ook gevoegd worden die bij de RVA moet ingediend worden (zie 2.1.).

De ondernemings-cao of het ondernemingsplan moet een aantal verplichte vermeldingen bevatten. Uw payroll advisor kan u een model van cao of ondernemingsplan bezorgen dat deze verplichte vermeldingen bevat.

Optie 2: de werkgever voert de economische werkloosheid in op basis van CAO n° 159 van de NAR:

De CAO n° 159 gesloten in de Nationale Arbeidsraad maakt het werkgevers immers ook mogelijk om bedienden tijdelijk werkloos wegens economische redenen te plaatsen zonder dat daarvoor een cao of een ondernemingsplan nodig is. Deze CAO is geldig van 1 januari 2022 tot en met 30 juni 2023.

CAO nr. 159 werd voorafgegaan door CAO nr. 148 (geldig van 1 juli 2020 tot en met 31 december 2021). Werkgevers die in het verleden al een C106A hebben ingediend en als basis daarbij CAO nr. 148 hebben aangevinkt (immers, pas op 9/9/2021 werd dit document aangepast met de bijkomende vermelding van CAO nr. 149) moeten niet opnieuw aantonen dat voldaan is aan één van de criteria om als onderneming in moeilijkheden te worden beschouwd. De werkgever moet wel het werkloosheidsbureau in kennis stellen van de wens tot verlenging, via een nieuw formulier C106A, waarop de rubriek III niet meer moet worden ingevuld. Er moet ook op vermeld worden dat het gaat om een verlenging van een eerdere toelating (door te verwijzen naar de vorige goedkeuring). De verlenging gebeurt voor de geldigheidsduur van de aansluitende cao.

2.3. Duurtijd schorsingsperiode

De werkgever kan de bediende tijdelijk werkloos stellen gedurende:

  • maximum 16 weken per kalenderjaar in geval van een volledige schorsing;
  • maximum 26 weken per kalenderjaar in geval van een gedeeltelijke schorsing.

2.4. Welke formaliteiten?

Volgende formaliteiten moeten nageleefd worden:

  • kennisgeving aan de bedienden van de eerste voorziene werkloosheidsdag ten minste zeven kalenderdagen vóór de 1ste voorziene werkloosheidsdag, de dag van de kennisgeving en de eerst voorziene werkloosheidsdag niet inbegrepen. Opdat de tijdelijke werkloosheid zou kunnen ingaan op 1 april 2022 moet de kennisgeving gebeuren uiterlijk 24 maart 2022;
  • voorafgaandelijke elektronische mededeling versturen aan de RVA op dezelfde dag van de kennisgeving aan de bedienden;
  • mededeling aan de ondernemingsraad (of aan de vakbondsafvaardiging bij gebrek aan ondernemingsraad) de dag zelf van de kennisgeving van de voorziene werkloosheid aan de bedienden;
  • controleformulier C3.2A afleveren aan de bediende uiterlijk de eerste effectieve werkloosheidsdag van de maand en vermelding van de gegevens ervan in het validatieboek (electronisch of op papier bij te houden);
  • maandelijkse mededeling van de 1ste effectieve werkloosheidsdag via de portaalsite van de sociale zekerheid aan de RVA;
  • elektronische aangifte - ASR scenario 2 ‘Aangifte vaststellen recht tijdelijke werkloosheid of schorsing  bedienden”(WECH002);
  • elektronische aangifte - ASR scenario 5 ‘Maandelijkse aangifte van de uren tijdelijke werkloosheid of uren schorsing bedienden” (WECH005).

2.5. Supplement

In geval van tijdelijke werkloosheid wegens economische redenen is de werkgever verplicht om aan de bediende een supplement te betalen bovenop de tijdelijke werkloosheidsuitkeringen. 

Dit supplement moet minstens gelijkwaardig zijn aan het supplement toegekend aan de arbeiders van dezelfde werkgever en/of het paritair comité waaronder de werkgever ressorteert die werkloosheidsuitkeringen wegens tijdelijke werkloosheid om economische redenen genieten en tewerkgesteld zijn in dezelfde onderneming of, bij ontstentenis van dergelijke arbeiders, aan het supplement voorzien door het paritair comité waaronder de onderneming zou ressorteren indien ze werklieden zou tewerkstellen, met:

  • een minimum van 5,63 euro per dag tijdelijke werkloosheid indien de werkgever toepassing maakt van CAO n° 159 van de NAR;
  • een minimum van 2 euro per dag tijdelijke werkloosheid indien de werkgever toepassing maakt van een cao (op niveau van de sector of van de onderneming);
  • een minimum van 5 euro per dag tijdelijke werkloosheid indien de werkgever toepassing maakt van een ondernemingsplan.