Coronavirus: minnelijke afbetalingsplannen en afschaffing sanctie bij laattijdige betaling voorschotten verlengd voor het 1e en 2e kwartaal 2021

Van 

De wet verlengt de mogelijkheid van minnelijke afbetalingsplannen in het kader van de crisis. Bovendien zal de forfaitaire vergoeding voor laattijdige betaling van de maandelijkse voorschotten niet worden toegepast.


Minnelijke afbetalingsplannen

Als u moeilijkheden hebt om uw sociale bijdragen te betalen wegens de coronaviruscrisis, kunt u bij de RSZ een uitzonderlijke minnelijke afbetalingsplan aanvragen.

Deze plannen zijn van toepassing op de volgende bijdragen

  •     bijdrage voor de jaarlijkse vakantie van het vakantiedienstjaar 2020;
  •     socialezekerheidsbijdragen voor het eerste en tweede kwartaal van 2021;
  •     aanpassingen van bijdragen die verschuldigd zijn tot 30 september 2021.

Het minnelijke afbetalingsplan maakt het mogelijk om maandelijkse betalingen te doen voor een zekere periode. Bovendien gaat de RSZ de werkgever vrijstellen van de toepassing van bijdrageopslagen, forfaitaire vergoedingen en/of interesten als de socialezekerheidsbijdragen correct en in overeenstemming met het afbetalingsplan worden betaald.

Deze maatregel bestond in 2020. De wet voorziet in de verlenging van deze maatregel voor het 1e en 2e kwartaal 2021.

Afschaffing van de sanctie wegens niet-betaling van de maandelijkse voorschotten voor het 1e en 2e kwartaal 2021

Een forfaitaire vergoeding (=sanctie) is door de werkgever aan de RSZ verschuldigd wanneer hij zijn maandelijkse voorschotten laattijdig betaalt.

Wegens de gezondheidscrisis in verband met COVID-19 zal de RSZ deze sanctie niet toepassen voor de voorschotten met betrekking tot het 1e en 2e kwartaal 2021. Deze maatregel maakt het mogelijk om de betaling van de maandelijkse voorschotten uit te stellen tot de vervaldag van het saldo van de kwartaalbijdragen.

Meer concreet kunnen:

  • wat het 1e kwartaal van 2021 betreft, de betalingen van de drie voorschotten die op 5 februari, 5 maart en 5 april verschuldigd zijn, worden uitgesteld tot de vervaldag van het saldo van de kwartaalbijdragen, namelijk tot 30 april 2021;
  • wat het 2e kwartaal van 2021 betreft, de betalingen van de drie voorschotten die op 5 mei, 5 juni en 5 juli verschuldigd zijn, worden uitgesteld tot de vervaldag van het saldo van de kwartaalbijdragen, namelijk tot 31 juli 2021.

 

Bron:

- tussentijdse administrative instructie van 25 januari 2021

- Ministerraad van 22 januari 2021

- Wet van 14 maart 2021 houdende betalingstermijnen voor de aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid verschuldigde bijdragen voor het eerste en tweede kwartaal 2021, B.S. 19 maart 2021.