Coronavirus en beslag: verlenging tot 30 september van de verhoogde niet voor beslag vatbare drempels

Van 

Om werknemers met schulden als gevolg van de pandemie te beschermen, verlengt de regering tot 30 september 2021 de niet voor beslag vatbare delen die tijdens de eerste twee kwartalen 2021 tijdelijk werden verhoogd.


Als gevolg van de economische moeilijkheden van de werknemers tijdens de pandemie, verlengt de regering tot 30 september 2021 de niet voor beslag vatbare delen die tijdens de eerste twee kwartalen 2021 tijdelijk werden verhoogd. Als gevolg van deze verlenging zijn deze verhoogde inbeslagnemingsdrempels van toepassing op elke betaling tot 30 september 2021 van inkomsten uit arbeid of sociale uitkeringen die voor beslag/overdracht in aanmerking komen, tenzij het een alimentatieschuld betreft. 

1. Deel  van de inkomsten uit arbeid dat niet voor beslag of overdracht vatbaar is tot 30 september 2021

Tot 30 september 2021 wordt het deel van de inkomsten uit arbeid dat in aanmerking komt voor beslag of overdracht, bepaald aan de hand van de volgende loonschijven en -grenzen:

Nettoloongrenzen

Voor beslag of overdracht vatbare gedeelte

Op het loongedeelte onder of gelijk aan 1.366 €

0 €

Op het loongedeelte tussen 1.366,01 € en 1.467 €

20 % (= max. 20,2 €)

Op het loongedeelte tussen 1.467,01 € en 1.619 €

30 % (= max. 45,6 €)

Op het loongedeelte tussen 1.619,01 € en 1.770 €

40 % (= max. 60,4 €)

Op het loongedeelte boven 1.770 € 

Alles

Bijgevolg, en voor elke betaling tot 30 september 2021, kan een werknemer met een nettomaandloon van meer dan 1.770 EUR in geval van beslag of overdracht alleszins een bedrag van 1.643,8 EUR  overhouden: boven dit bedrag is alles vatbaar voor beslag of overdracht.

Als de werknemer naast zijn maandloon sociale uitkeringen (ook vervangingsloon genoemd) ontvangt, dan worden deze uitkeringen bij het loon gevoegd en zijn bovenvermelde loonschijven en -grenzen op dit gecumuleerde bedrag van toepassing. Onder sociale uitkeringen verstaat men bijvoorbeeld werkloosheidsuitkeringen of uitkeringen betaald door een fonds voor bestaanszekerheid, arbeidsongeschiktheidsuitkeringen, enz.

2. Deel  van de sociale uitkeringen dat niet voor beslag of overdracht vatbaar is tot 30 september 2021

Als de werknemer ten laste van zijn werkgever enkel inkomsten ontvangt die als ‘sociale uitkeringen’ worden bestempeld, dan wordt het deel van die inkomsten dat vatbaar is voor beslag of overdracht, tot 30 september 2021 bepaald op basis van de volgende loonschijven en -grenzen

Nettoloongrenzen

Voor beslag of overdracht vatbare gedeelte

Op het loongedeelte onder of gelijk aan 1.366 €

0 €

Op het loongedeelte tussen 1.366,01 € en 1.467 €

20 % (= max. 20,2 €)

Op het loongedeelte tussen 1.467,01 € en 1.619 €

30 % (= max. 45,6 €)

Op het loongedeelte tussen 1.619,01 € en 1.770 €

40 % (= max. 60,4 €)

Voor elke betaling tot 30 september 2021, als het nettobedrag van het vervangingsinkomen dus 1.770 EUR overschrijdt, dan ontvangt de werknemer met een beslag/overdracht alleszins 1.628,6 EUR, hetzij iets minder dan als het om een ‘gewoon’ arbeidsinkomen zou gaan.

3. Vermindering als de werknemer kinderen ten laste heeft

Tot 30 september 2021 worden de nieuwe voor beslag/overdracht vatbare gedeelten van arbeidsinkomsten en sociale uitkeringen verminderd met 84 EUR per kind ten laste.

 

Wettelijke referenties: Koninklijk besluit  van 24 juni 2021 tot verlenging van sommige maatregelen genomen bij wetten van 20 december 2020 houdende diverse tijdelijke en structurele bepalingen inzake justitie in het kader van de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19, van 30 april 2020 houdende diverse bepalingen inzake justitie en het notariaat in het kader van de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 en van 20 mei 2020 houdende diverse bepalingen inzake justitie in het kader van de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 (B.S. van 30 juni 2021).