Borstvoedingsverlof en borstvoedingspauzes: hoe reageren op aanvragen ?

Van 
88178

Over borstvoedingsverlof en borstvoedingspauzes bestaan verschillende misverstanden. Bent u verplicht dit toe te staan als werkgever? Heeft de werkneemster recht op een vergoeding? We verduidelijken voor u de verschillende situaties.

1. Borstvoedingsverlof

Wanneer de werkneemster u vraagt om borstvoedingsverlof op te nemen, hoeft u dit in principe niet toe te staan. Borstvoedingsverlof is niet wettelijk geregeld. Bijgevolg is het afhankelijk van uw akkoord als werkgever. Als u dit wenst toe te staan, zal het gaan om een toegestane afwezigheid (schorsing van het contract) waarbij u geen loon aan de werkneemster verschuldigd bent. Uiteraard is het evenwel mogelijk andere afspraken te maken. De werkneemster zal geen recht hebben op een uitkering van het ziekenfonds. Er is eveneens geen ontslagbescherming in hoofde van de werkneemster.

Opgelet! Het zou wel mogelijk kunnen zijn:

  • dat binnen uw sector een cao afgesloten werd die dit recht wel toekent;
  • of dat de arbeidsgeneesheer oordeelt dat de aard van het werk een risico inhoudt voor de werkneemster en/of het kind (profylactisch borstvoedingsverlof).

In beide gevallen zal u dan wel verplicht zijn borstvoedingsverlof toe te kennen.

2. Profylactisch borstvoedingsverlof

Als de uitvoering van de arbeidsovereenkomst gevaar oplevert voor de pas bevallen vrouw en/of haar kind, dan kan de arbeidsgeneesheer de werkneemster tijdelijk verbieden om arbeidsprestaties te leveren. Indien  de werkgever geen vervangend werk kan aanbieden, zal haar arbeidsovereenkomst geschorst worden omwille van gezondheids- en veiligheidsredenen. De werkneemster zal recht hebben op profylactisch borstvoedingsverlof, ook gekend als werkverwijdering omwille van borstvoeding. De werkneemster zal recht hebben op een uitkering van haar ziekenfonds. De werkgever dient tijdens deze periode geen loon te betalen.

3. Borstvoedingspauze

Wanneer de werkneemster u vraagt om borstvoedingspauzes op te nemen tijdens haar werkdag, zal u wel verplicht zijn dit toe te staan. CAO nr. 80 biedt de werkneemster de mogelijkheid om één of twee pauzes van 30 minuten te nemen tijdens haar arbeidsdag, gedurende een periode van 9 maanden die begint bij de geboorte van het kind.

3.1 Hoelang mag de werkneemster borstvoedingspauzes nemen?

Dit verschilt afhankelijk van het aantal uren dat de werkneemster werkt tijdens de arbeidsdag:

Arbeidsduur Duur pauze
< 4u geen recht op pauze
≥ 4u - < 7u30 recht op één pauze van 30 minuten
≥ 7u30

recht op twee pauzes van elk 30 minuten

(met mogelijkheid deze twee pauzes samen te voegen)

Voorbeeld:

Uw werkneemster werkt 8 uur op maandag. Zij zal recht hebben op twee pauzes van 30 minuten. De werkneemster zal bijgevolg 7 uur effectief werken.

Deze pauzes laten de werkneemster toe haar kind moedermelk te geven of moedermelk af te kolven.

De werkneemster zal gedurende een periode van 9 maanden, vanaf de geboorte van het kind, borstvoedingspauzes kunnen nemen.

U dient met de werkneemster overeen te komen wanneer de pauzes opgenomen worden. Indien u niet tot een akkoord komt, moeten de pauzes voor of na de rusttijden vallen.

3.2 Hoe moet de werkneemster deze borstvoedingspauzes aanvragen?

De werkneemster moet het borstvoedingsverlof in principe binnen de 2 maanden voor aanvang aanvragen. Dit kan ofwel via een aangetekend schrijven ofwel door u een geschrift in tweevoud te laten ondertekenen. De termijn van twee maanden kan eventueel in onderling akkoord ingekort worden.

De werkneemster dient ook het bewijs te leveren van borstvoeding. Zij zal u een attest van Kind en Gezin/O.N.E. of een medisch attest bezorgen. De werkneemster zal dit bewijs elke maand dienen te hernieuwen.

3.3 Welke vergoeding krijgt de werkneemster?

De werkneemster heeft recht op een vergoeding van het ziekenfonds. Deze vergoeding zal 82% bedragen van haar (onbegrensd) brutoloon dat verschuldigd zou geweest zijn voor de (halve) uren borstvoedingspauze.

3.4 Ontslagbescherming?

De werkneemster zal een bijzondere ontslagbescherming genieten vanaf het moment dat zij u inlicht dat zij borstvoedingspauzes wenst op te nemen tot het verstrijken van één maand die ingaat op de dag volgend op het verstrijken van de geldigheid van het laatste attest.

Deze bescherming houdt in dat u geen daad mag stellen om de dienstbetrekking eenzijdig te beëindigen tijdens deze periode, behalve om redenen die geen verband houden met de fysieke toestand als gevolg van de borstvoeding en/of het afkolven van melk. Wanneer u zich beroept op andere redenen zal u deze dienen te bewijzen.

Wanneer u deze bescherming niet respecteert, loopt u het risico om naast de opzeggingsvergoeding ook een forfaitaire beschermingsvergoeding gelijk aan 6 maanden loon te moeten betalen.

4. Conclusie

In principe bestaat er geen recht op borstvoedingsverlof, tenzij:

  • de sector of onderneming een gunstigere regeling voorziet;
  • de aard van het werk risico’s zou meebrengen voor de werkneemster en/of het kind (profylactisch borstvoedingsverlof).

Borstvoedingspauzes zijn daarentegen wel een recht voor de werkneemster.

 

Bronnen:

  • CAO nr. 80;

  • Art. 41 Arbeidswet van 16 maart 1971, B.S., 30 maart 1971.