Bedrijfswagen: belastbaar voordeel van valse hybrides in 2020 verhoogd

Van 
91362

Bepaalde hybride wagens aangekocht vanaf 1 januari 2018 zullen een hoger voordeel van alle aard vormen vanaf 1 januari 2020.

Hybridewagens worden aangedreven door een verbrandingsmotor (benzine of diesel) én een elektrische motor.

Huidige toestand

Tot nu toe moest, voor de berekening van het belastbare voordeel, de CO2-coëfficiënt van de verbrandingsmotor (benzine of diesel) in aanmerking worden genomen.

Opmerkelijke afwijking

Bepaalde voertuigen die deels werken op brandstof en deels op een oplaadbare elektrische batterij, hebben een elektrische batterij waarvan de capaciteit geen aanzienlijk gebruik van het voertuig toelaat via deze energiebron.

Indien de elektrische batterij van een hybridevoertuig niet wordt herladen of indien het herladen van de batterij slechts een beperkte autonomie toelaat, wordt bijna uitsluitend de aandrijving via brandstof gebruikt, en amper tot nooit de aandrijving via de elektrische batterij.

De CO2-uitstoot die voor dergelijke voertuigen in aanmerking wordt genomen bij het berekenen van het voordeel van alle aard (VAA) wijkt dus sterk af van de actuele CO2-uitstoot, voortvloeiend uit het werkelijke gebruik.

Een dergelijke afwijking brengt mee dat voor “valse hybrides” een lager voordeel berekend wordt dan voor hetzelfde type voertuig dat uitsluitend door brandstof wordt aangedreven, terwijl de werkelijke CO2-uitstoot van beide voertuigen geen verschil in berekening van het voordeel kan verantwoorden.

Nieuwe regel op 1 januari 2020

Vanaf 1 januari 2020 is de in aanmerking te nemen uitstoot voor een vanaf 1 januari 2018 aangekocht oplaadbaar hybridevoertuig dat uitgerust is met een elektrische batterij die een energiecapaciteit heeft van minder dan 0,5 kWh per 100 kilogram van het wagengewicht of die een uitstoot heeft van meer dan 50 gram CO2 per kilometer, gelijk aan deze van het overeenstemmende voertuig dat voorzien is van een motor die uitsluitend gebruikmaakt van dezelfde brandstof.

Het voordeel van alle aard dat resulteert uit de terbeschikkingstelling van een “valse hybride” door de werkgever wordt bijgevolg berekend abstractie makend van de elektrische batterij, en dus met een CO2-uitstoot die volledig is gebaseerd op de aandrijving via brandstof.

Indien er geen overeenstemmend voertuig bestaat dat uitsluitend voorzien is van een motor die gebruikmaakt van dezelfde brandstof, wordt de uitstootwaarde vermenigvuldigd met 2,5. Deze coëfficiënt van 2,5 werd voorzien om te voorkomen dat er een juridisch vacuüm ontstaat, zo er voor een valse hybride geen overeenstemmend voertuig bestaat dat voorzien is van een motor die uitsluitend dezelfde brandstof gebruikt.

Elektrische batterij van de hybride wagen

CO2 voor de berekening van het VAA

≥ 0,5 kWh per 100 kg van het wagengewicht en ≤ 50 g/km CO2

CO2 van de hybride wagen

< 0,5 kWh per 100 kg van het wagengewicht of > 50 g/km CO2

CO2 van de overeenstemmende niet-hybride wagen

CO2 van de hybride wagen x 2,5

Voorbeeld

Hybride benzinewagen met een cataloguswaarde van 55 000 EUR waarvan de CO2-uitstoot van de motor   59 g/km is.

Huidig VAA

Toekomstig VAA

55 000 x 4 %1 x 6/7  = +/- 1885 EUR per jaar

55 000 x 9,55%2 x 6/7 = +/- 4502 EUR per jaar

1 het percentage wordt beperkt tot het wettelijke minimum gezien de zwakke CO2-uitstoot

2 het percentage werd berekend op basis van de  CO2 vermenigvuldigd met 2,5 (in de veronderstelling dat er geen niet-hybride tegenhanger is)

Bron : Wet van 25 december 2017 tot hervorming van de vennootschapsbelasting, BS 29 december 2017, art. 7.